imiu v d WINTERLANDSCHAP TE L AREN jJRSi La V .-1 A R I) V C II I I. I) R I J I' A S l> A IIII S 11 L I, it A V Do dug is begonnen. De xon is feestelijk op gegaan en heeft de hoornen en de huizen in het klare goud gezel. Zóó zijn de winter ochtenden in het Larensche land: een teere blauwe schemer, die gebroken wordt door het blijde zonnegoud. De sneeuw is nog versch. nog ongerept. Zij drukt nog zacht de karre- sporen ell is als dons op de dorre hagen ge vallen. Het bezige landleven is nog niet be gonnen en de geluiden der akkers zwijgen nog. Maar er is een wachten in dit schilderij, een stil wachten op de glorie, die zal komen als de wolken wijder open breken, als de scha duwen korter worden en de zon op middag hoogte geklommen is. Nu is er nog het geheim van het blauw en het goud. Nu klinkt in het zonnelied nog cle melodie van den nacht. Maar in het wachten is de voorspelling van de schoonheid, die de dag. de volle rijke dag. bieden zal. H. M.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 8