23 EENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK de anderen, verloopen figuren, naderden Marion. \EH\OLG OP P A G I N A 35 kleine levendige lieer, wiens korte grijze puntbaard steil tusschen het rimpelige gezicht en de witte jas in stond. „Mejuffrouw dr. Veldhammer Zeer aangenaam. Waarmee kan ik u dienen Neemt u plaats. mag ik vragen. V' Hij knikte naar Will. „Mijn neef Will Veldhammer voor 't publiek. in werkelijkheid een arme onbekende stakker. Ik kom voor hem." Marion vertelde den dokter alles, wat zij van Crazy Crook wist, van zijn vroeger leven en van zijn ver andering in den heer, die nu correct en rustig op 'n stoel zat, en met verbaasde oogen naar de kasten met nikkelen instrumenten keek. De professor zat voortdurend met zijn potlood op zijn bureau te tikken. Nu en dan zei hij hoofd schuddend „Heel interessantEigenaardig geval „Misschien kunt u onderzoeken, of het gemis van spraak en gehoor en herinnering uit een storing in de hersenen voortkomt of 't erger kan worden en of 't zou kunnen genezen. Ik zou dezen man, die zeer aan me gehecht is en die me zeer betrouwbaar lijkt, graag op mijn expeditie meenemen als per soonlijk geleide." „Hm ik begrijp 't we zullen eens gauw zien." De professor begon zijn onderzoek, en deelde zijn conclusie mee „De jonge man heeft een gezwel in de hersenen, links boven het oog. Maar als 't al drie jaar zoo is, zonder erger te worden, mogen we aannemen, dat het gezwel niet meer groeit ingekapseld is, om zoo te zeggen." „En is er wat aan te doen vroeg Marion, die wel tevreden was over de bevinding van den pro fessor. „Een hersen-operatie. waaraan levensgevaar verbonden is." Marion schudde het hoofd. „We kunnen ook een radium-behandeling toepassen. Maar dat gaat langzaam. kan weken duren, misschien zelfs maanden." „Uitstekend dank u, professor. Mag ik nog even aankomen, als we terug zijn van de reis 1" „Heel graag. Ik wensch u veel succes Meneer Crossberry, zuster." De man met het ronde, roode gezicht kwam de spreekkamer binnen, met de schaar in de rechter, de krantenknipsels in de linkerhand. Met open mond keek hij naar Marion, die, gevolgd door Will, snel het vertrek verliet. Buiten keek Marion rond naar een auto. Op honderd pas afstand kwam juist een taxi vrij. Zij vroeg Will, voor een winkelraam te wachten en ging zelf de taxi halen. Will Veldhammer stond roerloos voor de etalage van electriciteits-artikelen. Zijn oogen dwaalden over de glinsterende voor werpen, in 't begin blij belangstellend, dan weer onverschillig. Er kwamen twee employé's uit de zaak, die een filiaal van de General Electric Company was. Bij den aanblik van den grooten, roerloozen man schrok ken de twee meisjes. „Is dat Eckart niet I" fluisterde de eene en verschrikt drukte zij haar hand tegen haar borst. „Je bent gek, Emily die is toch al drie jaar verdwenen „Maar kijk dan eens Ik heb hem toch dikwijls genoeg gezien boven, als er een conferentie was toen ik nog in de Centrale typte. In ieder geval lijkt hij er verbazend veel op De groote, elegante man keek de twee meisjes aan, die verschrikt als naar een geestverschijning opblikten. Zijn oogen gleden over hen heen hij zag een dame uit een aanrijdende taxi wenken, snelde op haar toe, stapte in en reed weg. „Ik had kunnen zwerenik wil mijn hoofd verweddenals hij 't niet was." „Je ziet spoken, Emily. Ga maar gauw mee een kop koffie drinken, anders word je nog gek," zei Betsy en zjj trok haar vriendin door het gewoel der Madison-Avenue naar de 42e straat. Marion had zich voorgenomen, na de vierdaagsche reis van New York naar de Groote Vallen een dag rust te nemen. Toen zij echter aan 't station ont vangen werd door verslaggevers en film-operateurs, begreep zjj, dat zij dien dag geen rust zou vinden, maar slechts interviews en voortdurende stoornis. Maar enfin, zij moest iederen dag goed gebruiken. Holand's expeditie was niet vóór haar vertrokken, maar moest minstens nog een dag wachten met het vertrek. Marion had haar les goed geleerd zij had twee bedienden van de kleermakerij omgekocht die zorgden, dat eenige looden pakken voor Holand te laat geleverd werden, zoodat hij in macli- telooze woede den vertrektijd andermaal had moeten verschuiven. De wedloop om den meteoor was voor de Ver- eenigde Staten een sensatie geworden, alsof het een oorlog of een dans-schlager was. Nieuwe foto's, nieuwe berichten werden door de kranten grof be taald. Marion voelde minder verbazing dan ergernis, dat zp aan 't station der Groote Vallen slechts met moeite door de opdringende journalisten heen kon komen. Bij de controle werd zij begroet door Timm Kersten, een Duitsch-Amerikaan, één der vier mannen uit Washington, die oom Felix voor haar had uitgezocht Hij was mechanicien in een automobiel-fabriek geweest en had ook wat verstand van radio, zoodat hij het zend-apparaat kon bedienen. Hij wuifde met zijn groote geruite pet, toen hij Marion. Will Veldhammer en zijn drie kameraden gewaar werd. Marion had hem een dag vroeger weggestuurd, om voor twee auto's te zorgen. „Wat doet u auto of hotel t" riep hij opgewekt. „Auto we gaan vandaag direct verder." schoof nog dichterbij, zoodat Will al onrustig werd. „Ik zag er een kans in, en ik heb gekocht. ik verdien nu al veertig mille.da's geld, ziet u En nu.Nu komt er zoö'n vrouwspersoon uit Duitschland. vrouwspersoon zeg ik. en die krijgt van de regeering de concessie los]e hoeft niet te vragen hoe." Hij maakte een geldtellende beweging. „En wat gebeurt er nou op de beurs Nou Weet u 't niet Marion beet zich op de lippen, om het niet uit te gieren. „Boem krak zegt 't. Nieuwe Chemische plof naar beneden weg mijn veertig mille, en nog twintig van mezelf. En ik krijg mijn zenuwaanvallen weer terug en ik moet naar den professor. En waarom Omdat een Duitsch vrouwspersoon, dr. Marion Veldhammer ik zeg opzettelijk vrouws persoon. „Mejuffrouw dr. Veldhammer," riep een ver pleegster aan de deur. De man met het roode gezicht deinsde terug. Marion stond op en legde hem een hand op den schouder. „Als mejuffrouw dr. Veldhammer u een tip mag geven, koopt u dan geen Nieuwe Chemische meer. 't Wordt een groote strop Toen ging zij, met Will, de groote, lichte spreek kamer. van professor Pagel binnen. Even vreemd als de glazen lichtbuizen aan het plafond was de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23