13 „Wanneer is hjj aangekomen? Wat moet hij hier „Ik kan nu niet uitspreken, maar ais ik u morgen ochtend treffen kon „Bij u thuis t" „Lieve hemel, nee Wat zou Brownrigg wel den ken T Laten we zeggen in 't leeuwenhuis in 't Park, om tien uur. Zou u wegkunnen om tien uur „0 jawel," zei lord Robert, en Hilda hing snel den hoorn op. Zjj ging terug naar het salon. Haar hart klopte iets sneller dan gewoonlijk. Zij bemerkte, dat Axminster tijdens haar afwezig heid ook de anderen in vertrouwen had genomen. De moord-theorie werd uitvoerig besproken. Hilda vond het niet meer dan haar plicht, te zeggen „Ik geloof nooit, dat hij vermoord is. Ik weet wel haast zeker, dat 't niet kan." Niemand scheen dit onredelijke optimisme erg belangrijk te vinden. Haar moeder schudde het hoofd. „Ik hoop 't natuurlijk ook niet, maar die Ëngelschen zjjn zoo goed van vertrouwen. Omdat ze zelf absoluut eerlijk zijn, kunnen ze een ander nooit voor een schurk aanzien. Wie weet, is hij met leden van zoo'n afschuwelijke bende in aanraking gekomen." „Als hij nog leeft," zei Freddy, „is 't wel vreemd, dat hij geen telegrammen beantwoordt." „Als hij de grens over is, naar Canada, vind ik hem makkelijk. De gouverneur-generaal is een oude vriend van mijn moeder." „Als hjj naar Mexico is, wordt 't moeilijker," zei Freddy. „Ik kan u wel een adres geven van een advocaten-firma, hier, die heel goede relaties in Mexico heeft." „Men zegt, dat er geen betere plaats is, om zich verscholen te houden, dan een groote stad," zei lord Axminster. „Ik voor mjj vind 't waarschijnlijker, dat hij in Chicago gebleven is, of misschien in New York." Hierover s^ieen men het eens te zijn, dat lord Robert zich schuil hield uit angst voor de justitie. Axminster betoogde, dat hij met de grootste voor zichtigheid te werk moest gaan hij wou niet, dat zjjn moeder ook maar eenig vermoeden kreeg van iets onregelmatigs, zoolang hjj niet alle feiten wist. ledereen beloofde geheimhouding en zij gingen naar den schouwburg. Welk drama op het tooneel echter kon halen, voor Hilda althans, bij het drama, dat zich afspeelde in haar eigen geest f Te zitten spreken over de geheim zinnige verdwijning van een man, dien zjj den vol genden morgen om tien uur in het leeuwenhuis zou ontmoeten f Zjj hoorde Axminster uit over het vroegere leven van zjjn broer. Al, wat zjj te hooren kreeg, beviel haar, zelfs die gebeurtenissen in de loopbaan van zjjn broeder, die Axminster het meest veroordeelde een poging om dienst te nemen, als hoog opgeschoten jongen van twaalf, vlak voor den Wapenstilstand gewaagde klimpartijen in de Alpeneen vurige smaak voor kloppartijtjes in zjin studentenjaren. Ook zjjn grappen dreef lord Robert te ver als men hem niet onderweg had tegengehouden, zou hij eens te Londen, bjj een groot feestmaal, als de Lord Mayor in eigen persoon zjjn verschenen Hjj vond, dat zjj met veel belangstelling, aan moedigend, echt méélevend, naar hem luisterde. Toen hjj, na de voorstelling, naar 't hotel liep hij dorst wel door de straten van New York te loopen, maar hjj keek goed uit naar bandieten vroeg hjj zich af, of zjjn moeder bezwaar zou hebben tegen een Amerikaansche schoondochter, of zij ooit iets in dien zin gezegd had. Maar kom, dacht hjj verder, den hoogsten lof schenkend, dien hij geven kon deze menBchen waren precies Ëngelschen alleen hun taal klonk wat vreemd. Freddy had geen afscheid genomen na de voor stelling hjj reed met de Howards mee naar huis, en al wilde Hilda hem in geen geval toestaan, nog boven te komen, hjj wist haar toch even toe te spre ken, terwjjl zij op de lift wachtte. Hjj had een ellen- digen avond gehad niet dat hij niet graag met mevrouw Howard praatte die hem op Grieksche legenden getracteerd had maar 't had hem pjjn gedaan, zooals Hilda bleek op te gaan in Axminster hjj zag haar al getrouwd en verloren, verlokt door de bekoring van een titel. „Kan ik je morgenochtend treffen t" vroeg hij. „Ik moet 's middags helaas naar die verkooping." „Ik geloof, dat ik al een afspraak heb voor morgen ochtend, Freddy." „Den heelen ochtend „Misschien kan ik om twaalf uur." „Niet om tien uur t" „Ik zal zeggen half twaalf, Freddy." „Ik hoop, dat je een prettigen avond gehad hebt," zei hjj, en hjj kon niet nalaten, er bij te voegen „Die afspraak morgenochtend is toch niet met een lid van de Engelsche aristocratie, hè Hjj schrok van de manier, waarop Hilda hem aan keek en lachte, alsof hij iets belangrijks geraden had maar zjj stelde hem weer heelemaal gerust door te antwoorden „Neen. Als je bedoelt, of ik lord Ax minster zal ontmoeten, neen ik hoop 't tenminste niet." Toen lachte zij weer. „Dat doet me pleizier," zei hjj stug. „Ik kan 't - niet uitstaan, dat zoo'n verstandig meisje als jjj haar hoofd totaal op hol laat brengen door een titel." „Is mjjn hoofd op hol f Daar weet ik niets van." „Je weet heel goed, dat je den heelen avond ont zettend opgewonden geweest bent, zooals je anders nooit bent. Ik wil wedden, dat iedereen het gemerkt heeft. Axminster in ieder gevalde Engelsche vrouwen zjjn juist zoo kalm en waardig." Hilda wou zich verwijderen, maar hjj volgde haar, vol jjver voor zijn eigen ondergang. „Hij heeft 't verschil natuurlijk opgemerkt. Hij denkt waarschijnlijk, dat je zóó graag markiezin zou worden...." Hilda bereikte de lift en zei„Wel te rusten, Freddy." heer, die naar den Ondergrondsche in de Tweeën veertigste straat wandelde, omdat hij voor zijn lijn een uur per dag moest loopen, dacht„Dat meisje gaat den een of anderen gelukkigen jongeling ont moeten. Wat een onzinnige bewering toch, dat de jongelui tegenwoordig anders zijn ze zijn precies 't zelfde precies 't zelfde." Toen Hilda het leeuwenhuis betrad, zag zij da- delijk, dat lord Robert er nog niet was. Haar hart zonk als een steen, die van groote hoogte valt. Zjj staarde naar den Bengaalschen tijger, die nog steeds wanhopig omliep door zjjn kooi, maar werkelijk zien deed zjj hem niet. Er gTeep binnenin haar een ont zettende tweestrijd plaats. Het verstandelijke deel van haar zei „Hjj is door 't een of ander opgehouden. Hjj doet zjjn best, om weg te komen, en hij kan ieder oogenblik hier zijn." Maar een dieper, onstuimiger gedeelte voelde zich gekwetst en versmaad en boos en bitter teleurgesteld. Toen zij tien minuten ge wacht had, dacht zij „Al komt hjj nu, dan is toch de aardigheid er af." En toen kwam hij, snel en stijf zjjn lange beenen verzettend, en toen hjj bij haar stond, hijgde hij nog een beetje. „Neemt u me niet kwalijk, ik heb den heelen weg gerend. Ik werd door beroepsplichten opgehouden." VERVOLG OP PAGINA 34 Mevrouw Howard had in de lift gewacht, en zei nu„Je kijkt net, of je last van Freddy gehad hebt." „Dat heb ik ook. Het schjjnt, dat mjjn hoofd op hol is geraakt door 'n Ëngelschen lord. Ik heb me zoo opgewonden, dat mjjn vrienden zich diep vernederd voelden." Mevrouw Howard glim lachte. „Freddy Newbury munt niet uit door tact," zei ze en wijl zij zelf die eigenschap in groote mate bezat, voegde zjj er niet aan toe, dat ook zij den indruk gekregen had, dat haar dochter niet heele maal zichzelf was. Het duurde niet lang, of Hilda moest zelf dat feit onder de oogen zien. Zij kon niet slapen. Wat zjj ook deed, zjj bleef wakker, maar met een buitengewoon gevoel van opgewektheid. Om zes uur lag zij met wijdopen oogen te kjjken, in een soort Sinterklaas-ochtend - begeerigheid. ,,'t Komt natuurljjk," verklaarde zjj 't voor zichzelf, „om dat 't zoo aardig is, een verhaaltje te beleven, zooals je anders alleen maar leest." Zjj had om acht uur ontbeten en was om tien voor tien, onopgemerkt, het huis uit geslipt. Het was een mooie, zachte voorjaarsmorgen het park, naar versche aarde riekend, wekte zoo'n vaag idee, dat het naar hloemen geurde. Hilda liep vlug voort op haar keurige voetjes. Ja, 't was aardig een lord te ontmoeten, die zich vermomd had als huisknecht van je oom, en waar niemand de waar heid van wist dan jjjzelf. Wat zou Freddy wel den ken, als hjj wist, dat zjj een afspraakje had met een huisknecht Onge- twjjfeld het ergste. Zjj liep voor zichzelf 'n beetje te lachen, en een oude .ze zeggen, dat '1 volkomen safe is, dus ik krijg 't wel gauw los,"

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 13