HARTENAAS
of SCHOPPENTIEN
dy^lortimer Heurter:
Nancy wist wat haar te doen stond,
toen haar tante op de wonderlijke
gedachte kwam 'n kaartspelletje te la
ten beslissen over haar levensgeluk I
ANTE Jessie is gewoonweg stapeloor
deelde Gordon, met een stem vol nijdige
JL overtuiging. „Stapel, geloof me, Nance
M'n vader zaliger zei altijd, dat de kin
derziekten haar in het hoofd waren geslagen en nu
blijkt wel, dat hij gelijk had. Bij welk verstandig
mensch kan het in vredesnaam opkomen, een meisje
uit te huwelijken door haar te verloten Zelfs bij de
kannibalen komt zooiets niet voor. 't Is een soort
slavenhandel en ik maak me sterk, dat de politie er
'n stokje voor zou steken, als zij ervan hoorde
IV/fet 'n nijdigen ruk aan 't stuur zond Gordon zijn
wagentje de bocht in naar „Jessie's Lusthof'.
Nance keek hem van terzijde even aan met een vroo-
lijke twinkeling in haar donkere oogen. Zijn boos
heid deed haar werkelijk goed. Whinthrop en Donald
hadden een paar uur geleden heel anders gereageerd
op de mededeeling van tante Jessie's bespottelijk
besluit, haar door middel van een soort loterij aan
een van haar drie neven uit te huwelijken. Heel
anders en op een manier, die hen doorzichtig had
gemaakt als celophaan.
Toen zij namelijk van hun eerste verrassing beko
men waren, hadden zij hun onverschillige houding
tegenover haar volkomen gewijzigd en zich plotse
ling verliefd voorgedaan. Haar mededeeling dat tante
Jessie voornemens was, haar 'n bruidsschat mee te
geven van drieduizend pond, was natuurlijk niet
vreemd geweest aan die aanstellerij en Nance had
hun verliefde attenties dan ook geen oogenblik ern
stig genomen.
/"<ordon pakte echter heel anders uit en speelde
geen comedie. Hij was woedend en in zijn
stem lag ongeveinsde verontwaardiging. De veront
waardiging van iemand, die tot de ontdekking
komt, dat men hem dreigt te berooven van iets,
waarvan hij zich heimelijk reeds als eigenaar heeft
beschouwd
„Wat zeg je zelf wel van die ongehoorde inmenging
van tante Jessie in je persoonlijke aangelegenheden T"
hernam Gordon plotseling. „Ben je werkelijk van
plan te trouwen met dengene, dien het lot je aan
wijst
„Och ja, waarom eigenlijk niet T" vroeg Nance
met een onschuldig gezicht. „Ik ben helaas niet
romantisch genoeg meer, om met dwepend verlangen
te blijven uitzien naar den sprookjesprins van m'n
meisjesidealen. Trouwens, er zijn al een paar van die
prinsen getrouwd, geloof ik. En als tante nu eenmaal
wil dat ik trouwen zal, waarom zou ik dan het lot
niet laten beslissen over de vraag, met wien ik zal
trouwen Het huwelijk op zichzelf is ook een soort
loterij, zegt men, en.
„Jawel, spaar me dat soort wijsheid, Nance," viel
Gordon haar ongeduldig in de rede en met een stem
alsof hij stikken zou. „Zeg me liever eens eerlijk, of je
werkelijk geen voorkeur hebt voor den een of ander."
„Daar spreekt een meisje zich niet over uit, beste
Gordon," antwoordde Nance kalm, den onderzoe
kenden blik van haar neef ontwijkend.
Gordon beet zich eens op de lippen. „Als de zaken
zoo staan, begrijp ik niet, waarom jullie niet conse
quent gebleven zijn en geen inleggeld hebben ge-
eischt," viel hij sarcastisch uit. „Waarom zou je er
geen handeltje van maken en honderd loten van 'n
pond per stuk uitgeven Als het er nu toch niet op
aankomt, welke slampamper.
„Hoho, die minachting verdienen Whinthrop en
Donald niet en jij evenmin," wees Nance hem op
waardigen toon terecht. „Ik vind hen heusch heel
aardige jongens. Ze zijn welopgevoed, heel attent,
vlijtig en zooenfin, ik ben overtuigd, dat ik
het slechter kon treffen, Gordon."
„Jawel, als je alleen verstandelijk oordeelt, kon
je 't slechter treffen," gaf Gordon bits toe. „Een
huwelijk is echter een aangelegenheid, die in de eerste
plaats het hart aangaat. Het valt me bitter van je
tegen, dat je de gevoelskwestie geheel huiten be
schouwing laat, Nance. Ik had nog wel zoo gehoopt,
dat jijen ik
„Je hebt nooit gesproken, beste jongen," viel
Nance hem vlug in de rede. „En nu is het te laat,
tante Jessie zal haar plannetje nóóit opgeven, weet
je." Haar stem klonk droog, zonder eenig gevoel,
maar in de verre diepten van haar donkere oogen
dansten een paar gouden vonken. Zij maakten echter
plotseling plaats voor een starende uitdrukking,
toen zij Gordon's blik op haar gelaat voelde rusten.
Gordon merkte zelfs geen spoor van ontroering bij
haar op en trok een ongelukkig gezicht. Toen vestig
de hij zijn blik weer op den weg en verzonk in gepeins.
„Ik heb veel zin, om het terrein vrij te laten voor
Whintrop en Donald," hernam hij een oogenblik
later. „Ik vind die loterij bepaald stuitend, zoowel
voor jou als voor hen die moeten loten. Ik denk,
dat ik tante Jessie maar zal zeggen.
„Je doet er beter aan niets te zeggen," waarschuw
de Nance met iets onheilspellends in haar stem. „Je
vergooit niet alleen je eigen kans, maar je onthoudt
er mij ook een. Daarenboven heeft tante Jessie
bepaald dat degene, die niet mee wil doen met
„hartenazen", zijn erfdeel verspeelt."
Gordon begon sarcastisch te lachen, ,,'t Is fraai,
dat moet ik zeggen Een-twee-drie klaveraas Het
nichtje in den potBah, wat *n afschuwelijk denk
beeld. Dat mensch is beslist stapel
„Och neen, alleen maar een beetje zonderling,"
verbeterde Nance schouderophalend. „Overigens
is er geen sprake van klaveraas, 't Is hartenaas.
Tante Jessie's lievelingsspel, weet je twee schoppen
tienen en één hartenaas. Je speelt het met drieën
en wie hartenaas opneemt wint den pot."
„Een geestverheffend spelletje," spotte Gordon.
„Hazard, gewoon hazard, beste jongen. Zoo is
tante nu eenmaal'n tikje exentriek. Maar zij zit
er warmpjes in en ik ben het doodarme nichtje maar,
dat zij uit medelijden heeft opgevoed. Dan heb je
zoo het een en ander te verdragen begrijp je, neef
Gordon t"
/"<ordon gaf er geen antwoord op. Hjj knarste alleen
maar eens op zijn tanden en reed den wagen
met een vervaarlijke bocht tot voor 't bordes van
tante Jessie's „lusthof". Toen hielp hij zijn nichtje
uitstappen en volgde haar met een verstoord ge
zicht naar binnen.
In de eetkamer stond de lunch gereed. Tante
Jessie, een bedilzieke oude dame met hoogst zonder
linge invallen en een onverwoestbaar geloof in eigen
voortreffelijkheden, gaf Gordon een slap handje
en wees hem een plaats aan naast Nance. Over het
uithuwelijken van haar nichtje sprak zij niet, voor-
loopig althans niet. Gordon sprak weinig aan tafel
en alleen als hem iets gevraagd werd. Zijn gezicht
stond bevroren in een booze plooi. Met een twinkeling
van spot in zijn blik beschouwde hij Whinthrop en
Donald, vroolijke jongens, die hun ijverige attenties
beurtelings verdeelden tusschen tante Jessie, die
geld had, en Nance, die het spoedig zou krijgen.
Nance deed voortdurend haar best hem te ont
dooien. Zij negeerde Whinthrop en Donald opzettelijk
en liet duidelijk haar voorkeur blijken voor Gordon.
Dit scheen niet alleen haar beide andere neven, maar
ook tante Jessie hoogst onaangenaam te zijn. Haar
blik zwierf tenminste herhaaldelijk in Gordon's
richting en de stekelige uitdrukking van haar
oogen liet er geen twijfel aan over, of zij ergerde zich
aan die bevoorrechting. Plotseling knikte zij Whin
throp en Donald toe, alsof zij er alles van begrepen
had en tegelijk verscheen er een triomfantelijk lachje
op haar oud gezicht. Wat dit lachje te beduiden had,
zou Gordon spoedig genoeg begrijpen
/"Onmiddellijk na de lunch pakte tante Jessie de
zaken uit op de haar eigen manier resoluut en
zonder vrees, dat zjj iets breken of beschadigen zou.
„Lieve neven," begon ze met een stem, alsof zij
een heele vergadering toesprak. „Jullie weten,
waarom ik je heb laten ontbieden. Nance is de vorige
maand drie en twintig geworden en het is dus tijd,
om eens ernstig aan haar toekomstigen levensstaat
te denken. De natuurlijke bestemming van de vrouw
is het huwelijk en het moederschap en daarom ben ik
besloten, dat Nance maar zoo spoedig mogelijk moet
trouwen. Nietwaar, dat is toch de bedoeling, Nance t'
Tante Jessie richtte haar scherpe oogjes plotseling
op Nance's blozend gelaat. „Jawel, tante, dat is de
bedoeling," zei Nance gedwee.
„In orde, dan komen we aan punt twee," nam
tante Jessie de agenda weer op. „Nance zou natuur
lijk kunnen trouwen met wien zij wil, dat begrijpen
jullie wel. We leven niet meer in de Middeleeuwen en
evenmin bij de Dajakkers, waar een bruid in het
openbaar wordt verkocht voor 'n zoethoutboom,
heb ik wel eens gehoord. Ik ben wel de laatste om
inbreuk te maken op iemands persoonlijke vrijheid
en als Nance me morgen mijn melkboer zou voor
stellen als haar aanstaanden man, dan zou ik hem
als zoodanig aan mijn hart drukken, maar hem als
melkboer opzeggen. Nietwaar, Nance zoo ben ik t"
„Jawel, tante, zoo bent u," bevestigde Nance
ernstig.
Tante Jessie knorde tevreden. „Jullie hooren dus,
dat Nance volkomen vrij is in haar keus, lieve neven.
Maar nu komen we aan punt drie. Nance weet
wat zy haar tweede moeder verschuldigd is. En dat
niet alleen, maar zy weet óók, dat zij met mijn er
varing, die zooveel grooter en rijker is dan haar
eigen, haar voordeel kan doen. En uitsluitend daar
om heeft zij de keus van een passenden echtgenoot
geheel aan mij overgelaten, nietwaar, Nance
„Uitsluitend daarom, tante," verzekerde Nance,
Gordon's onderzoekenden blik ontwijkend.