G°
v. mmm
„Zoo zijn we dus aangeland bij punt vier," ging
tante Jessie voort. „Belast met de zware verant
woording voor de keus van een goeden echtgenoot,
heb ik mijn oogen terdege den kost gegeven. En ik
kwam toen weldra tot de overtuiging, dat het verre
weg de voorkeur verdiende, als ik een man voor
Nance zocht in den familiekring. Niet alleen ken ik
jullie zooveel beter dan een vreemde, doch daaren
boven leek het me beter toe, mijn geld in de familie
te houden, dan het na mijn dood her en der te ver
strooien. Ik heb drie neven en ik had dus een keus
kunnen doen. Maar jullie weten, dat ik bezeten ben
van een bijna fanatieken rechtvaardigheidszin en
ik wilde den een niet bevoorrechten boven den
ander. Ik heb dus besloten jullie alle drie een kans
te geven. Het leek me het aardigste toe, Nance
te laten hartenazen. In het spel zit romantiek en in
hartenaas jjoëzie. Nance zal er eenige voldoening in
vinden voor haar romaneske behoeften, die evenals
bij iedere andere vrouw, ook bij haar wel aanwezig
zullen zijn
'T'ante Jessie nam een zuinig slokje water en sneed
daarop punt vijf van de agenda aan. „De zake
lijke zijde van de kwestie is spoedig uiteengezet, lieve
neven. Nance krijgt drieduizend pond mee en de
rest van mjjn fortuin wordt na mijn dood tusschen
jullie vieren verdeeld. Meer hoef ik van punt vijf
niet te vermelden en we komen nu dus aan punt zes.
Punt zes is de vraag, of jullie je bij "deze rechtvaar
dige schikking neerleggen en of je bereid bent mee
te hartenazen
Tante Jessie keek bij deze vraag allereerst Whin-
throp aan. Deze werd vuurrood, wierp een dwependen
blik in de richting van Nance en trok vervolgens
een vroom gezicht, alsof hij bad.
„Jawel, tante," fluisterde hjj vol overgave.
„En jij, Donald T" vroeg tante Jessie.
Donald had niet den moed meer, Nance een lief-
koozenden blik toe te werpen. Hij had haar voort
durend zitten fixeeren en was tot de bevinding,
gekomen, dat zij tóch alleen maar naar Gordon keek,
die haar nota bene straal voorbijzag.
„Jawel, tante Jessie," mompelde hij, even onder
worpen als Whinthrop.
„En jij, Gordon f" hernam tante Jessie, met iets
vreemds in haar stem.
Jordon keek op. Tante Jessie's uiteenzetting had
hem ziek gemaakt van ergernis en verdriet en
hij stond op 't punt, haar 'n scherpe terechtwijzing
toe te dienen, al zou hij er ook tien erfenissen mee
verspelen. Maar op het laatste oogenblik trof hem
een blik van Nance. En in dien blik lag zoo'n dringen
de bede, dat zijn hart warm werd van ontroering.
Hij aarzelde, doch toen hij iets als angst op Nance's
gelaat zag verschijnen, gaf hij zich over.
,,'t Is goed, tante, ik wil wel meedoen," zei hij,
nog een beetje stug.
„Ja, dat dacht ik wel," viel tante Jessie met een
hatelijk glimlachje uit, waarvan Gordon onmogelijk
de beteekenis kon achterh.ilen. Hij keek vragend
naar Nance, maar deze werd op hetzelfde oogenblik
„tot de orde" geroepen.
„Nance, kindlief, neem jij de kaarten dan maar,"
verzocht tante Jessie. „De gelukkige mag zijn geluk
uit je eigen hand ontvangen
Nance stond blozend op en liep naar de kast. Zij
keerde terug met drie kaarten, die zij gedekt in haar
hand hield.
„Gordon maar het eerst, tante t" vroeg zij met
duidelijk hoorbare spanning in haar stem.
En toen veerde tante Jessie plotseling op en ver
scheen er een triomfantelijke glimlach op haar
gezicht. „Neen, Gordon hoeft niet te trekken,"
viel zij uit. „Laat Whinthrop en Donald maar een
kaart nemen, dan is de derde voor Gordon. Dan
weten we zeker, dat het eerlijk gaat."
tegelijk stopte zij
de derde kaart, het
winnende hartenaas,
in Gordon's zak.
Gordon werd vuurrood. Hij begreep eindelijk de
beteekenis van tante Jessie's vreemde blikken ge
durende de lunch. De in het oog loopende manier,
waarop Nance zich aan tafel uitsluitend met hem
had bemoeid, had het wantrouwende oudje op het
vermoeden gebracht, dat zij het samen reeds eens
waren. En blijkbaar geloovend, dat er een afspraak
tusschen hen bestond, om hem het winnende harten -
aas in handen te spelen, had zij besloten, alle ver
meend bedrog onmogelijk te maken
Weer lag er een scherpe uitval op Gordon's lippen.
Met een beleedigd gezicht stond hij op, maar toen
Nance's smeekende blik hem opnieuw trof, ging hij
met op elkaar geklemde tanden weer zitten. Nance
bleef vlak bij hem staan en hield Whinthrop aller
eerst de drie gedekte kaarten voor. Hij strekte er
een bevende hand naar uit en wierp een der kaarten
op tafel, 't Was een schoppentien.
„Pech,".mompelde Whinthrop, teleurgesteld naar
zijn plaats aan tafel terugkeerend.
„Nu Donald," riep tante Jessie uit. „Zou jij de
gelukkige zijn, jongen T"
Donald was te zenuwachtig om te antwoorden.
Hij aarzelde lang, raakte nu de eene en dan de
andere kaart aan en sloot plotseling zijn oogen.
„Wat is het t" vroeg hij schor, een kaart om-
keerend.
„Schoppentien viel Nance juichend uit en tege
lijk stopte zij de derde kaart, het winnende harten
aas, in Gordon's zak. „Bewaar die kaart, Gordon,
je hebt er je geluk aan te danken, zooals die lieve
tante Jessie het noemt, als je met me trouwen mag.
We zullen haar in een lijstje zetten vindt u niet,
tante, dat zooiets hoort
Tante Jessie scheen wat teleurgesteld door deze
nuk van het lot. Maar toen Nance haar wild om den
hals viel, verzoende zij zich met de gedachte, dat
Gordon „den pot" naar zich toegehaald had. Zij
kuste eerst Nance en vervolgens Gordon op het
voorhoofd en keerde zich met uitgestrekte handen
naar haar andere neven, die elkaar verslagen zaten
aan te staren.
„Ja, spel is spel, lieve neven. En dit is het troos
tende van elk spel dat niemand de schuld treft,
als je verliest. Overigens" voegde zij er droog aan
toe „overigens hoop ik niet, dat jullie aan een
gebroken hart zult gaan lijden. Mocht dat soms wel
het geval zijn, dan mag je het voor mijn rekening
gerust weer laten repareeren, hoor
En intusschen had Gordon zijn hand naar Nance
uitgestrekt. Hij stond een beetje vreemd, bijna wan
trouwend tegenover dit onverwacht geluk en twijfel
de zelfs, of hjj zich gelukkig mocht achten met een
vrouw, die er blijkbaar onverschillig onder bleef,
met wien zij haar leven deelen zou. Maar toen hij
zich haar blikken herinnerde en de zenuwachtige,
hulpbehoevende spanning in haar gelaat ontdekte,
trilde er iets in zijn hart en opende hij zijn armen.
En op dat oogenblik was hij zelfs grootmoedig
genoeg, om tante Jessie de heele reeks tirannieke
nukken te vergeven, waaraan hij zich al zooveel
jaren geërgerd had.
/^Jordon en Nance trouwden drie maanden later.
En twee dagen daarna ontvingen Whinthrop
en Donald ieder een cheque van duizend pond.
„Van Gordon en Nance een derde deel van den
bruidsschat, als vergoeding voor schoppentien,"
had Gordon er achterop geschreven.
Whinthrop en Donald wreven hun oogen uit van
verbazing, noemden Gordon een idioot, maar een
plezierige idioot en besteedden een goed deel van
dit onverwachte fortuintje aan vroolijke geneugten,
om de laatste breuken van hun gebroken hart bij te
pleisteren. Naar een verklaring zochten zij echter
niet voor die welhaast krankzinnige edelmoedigheid.
Die verklaring hadden zij kunnen vinden in het nestje
van Gordon en Nance. Want daar hing in de slaap
kamer, weelderig in goud gelijst, de winnende kaart,
waaraan Gordon en Nance hun overmatig geluk te
danken hadden. En die kaart, de derde kaart, die
Nance gedekt en met zooveel haast in Gordon's zak
had gestoken, was geen hartenaas, maar een derde
schoppentien.
Met dit trucje had die onderworpen Nance zich
van den man van haar eigen keus verzekerd.