DE TWAALF COBRA?
umnjds^Mi
door AL
B ROM LEY
I
EN der gebouwen TWAALF SLANGEN UIT REPTIE- „Maak dan maar gauw met
in den dierentuin heette 't Reptielenhuis. LENHUIS GESTOLEN liem af," verzocht hij.
K1k -ig zes uur n.m. ging het dicht Er is in den afgeloopen nacht een Duane knikte, stond op en
en werd die hoek van den dierentuin verbazingwekkende diefstal gepleegd, liep naar de telefoon. Hij vroeg een
stil, verlaten. Onverlaten hebben een gat gemaakt nummer.
Dan Duane koos het uur van tienen in den westelijken muur Van het „Hallo. Met u, meneer Hassi Ik
op een zwarten, natten avond voor Reptielenhuis in onzen dierentuin en heb ze. Hè Twaalf stuks. Ik krijg
zijn bezoek. Hij had een groote, stevige twaalf slangen gestolen. Wat iemand zeshonderd piek van u. Hè t
reistasch bij zich en een lang, erg dun met zulk een vreemden buit beginnen Ja, ik heb ze hier, op mijn kamer, in
voorwerp, in krantenpapier gewikkeld, wil is een probleem, waarmee de politie een tasch. Zal ik ze even brengen f
zich nu ijverig bezighoudt.... Hassi's antwoord op de laatste vraag
was lang, en blijkbaar onbevredigend
Jn een schamel gemeubeld ver- ook Dan's gezicht betrok onder 't
Hij liep naar den noord
westelijken hoek van
het huis der slan
gen, wachtte
trek boven een kroegje las luisteren
Dan Duave het bericht en „Enfin, goed," bromde hij. „Dus
lachend keek hij naar de leeren morgenochtend." Hij belde af en keek
tasch onder zijn tafel. naar zijn kamergenoot. „Mooie boel
„Zoo, twaalf stuks f" mom- Hij wou net naar 't station gaan
pelde hij. „Ik wist 't niet zeker, moet naar Milwaukee morgenochtend
Enfin, nu hoef ik ze niet over te pas terug. Hij zal vijftig piek per
tellen Toen lachte hij spot- stuk betalen, zegt hij, als ze leven.
tend. „De uilskuikens Wat ik als er een paar crepeeren, voor ik ze
met twaalf cobra's beginnen aflever, krijg ik daar niks voor."
wil Geld voor maken natuur- „Dus we hebben die beroerde mor-
lijk j" mels hier vannacht wéértierde
Jimmy Rodericks, Dan's ka- Rodericks. „Maar ik bedank je. Je
mergenoot, zat op den rand van ziet mij niet meer vandaag."
het bed en keek knorrig naar de Hij greep zijn hoed, zocht tusschen
tasch. Jimmy vond dit laatste 't omgehaalde beddegoed, vond zijn
karweitje van Dan roekeloos en sigaretten en zijn portefeuille, en ging.
walgelijk. Duane trok zijn schouders op, ging
„Je lijkt wel gek," mopperde een sigaret rooken en staarde peinzend
hij. „Slangen in huis halen, naar den muur. Vijftig dollar per stuk
omdat een halve idiote Hindoe voor de cobra's. Als ze loefden.
je vijftig dollar per stuk biedtOpeens ging hij, met een vastberaden
Hoe gauwer ze weg zijn, hoe blik, naar de tasch, maakte die open en
liever 't me is." stortte den inhoud uit op het karpet.
„Maak je toch niet zenuw- Hij sprong snel opzij en keek naar de
achtig JimmyCobra's zijn ge- sissende, wriemelende massa. Een paar
vaarlijk als ze mij bijten, ben van de reptielen hieven hun kantige
ik er óók geweest," koppen op en keken hem aan met ronde
„En wat wil die vent er oogjes. Andere begonnen langzaam de
mee kamer door te schuifelen. Dan liet een
„Hij heeft een mongoz hier tevreden geknor hooren. Ze leefden
't land in gesmokkeld en daar allemaal nog en geducht ook.
en luisterde een paar minuten, en telde denkt ie een slaatje uit te slaan. Een Hij ving ze weer met zijn hengel en
toen met zorg dertien passen af langs mongoz is een klein diertje uit Indië, dat stopte ze weer in de tasch.
den westelijken muur van het gebouw, zoo vlug is als water. Een cobra moet Een paar minuten later lag hij weer
Hij deed de tasch open. Hij haalde 't er negen van de tien keer tegen in bed.
er een korten stevigen hamer uit en afleggen. Ze zeggen, dat 't veel leuker „Ik wou dat 't morgen was, geeuwde
een klein maar uitgelezen aantal bei- is dan een stierengevecht. En nou wil hij. „Ik kan die duiten best gebruiken,
tels. Toen zette hij een stofbril op en die Hindoe van die gevechten houden
begon een aanval op den donkeren stiekum natuurlijk en flink en- l~\uane werd met een schrik wakker,
muur vóór hem. Hij werkte een uur. trée vragen. Denkelijk in New York." Hij had een felle pijn in zijn
Eindelijk gooide hij zijn gereedschap Jimmy Roderick trok zijn das aan, linker enkel gevoeld. Eenige secon-
op den grond, nam een zaklantaren en begon zijn schoenen op te wrijven, den bleef hij liggen, door vrees verlamd.
greep hij de reistasch, schudde de cobra's
weer op het karpet en telde ze.
„Elf Elf maar Ik heb er een
vergeten, toen ik ze er weer indeed
Er zit zoo'n vervloekt ding tusschen 't
beddegoed, en hij heeft me te pakken
Ik ben weg Ik ben weg.
Zijn kreten van schrik werden een
gebrul van dolle woede.
„Vuile moordenaarsschreeuwde
hij, rondkijkend naar een wapen. „Ik
kapot, dan jullie allemaal kapot
Naast de kachel hing een groote, ste
vige tang. Hij greep die, zwaaide hoog
op en sloeg met alle kracht op den kop
van het meest nabije reptiel. Woedend
en liet het licht door de gemaakte
opening stralen.
„Hallo, kinderen Neem me niet
kwalijk, dat ik jullie wakker maak
Duane trok het papier van het lange
ding het bleek een hengel te zijn met
oogjes aan één kant. Door die oogjes
liep een ijzerdraad, dat op en neer kon
worden geschoven, en aan het einde
een groote lus vormde. Hij schoof den
hengel tusschen de reptielen, liet de
lus over een der koppen schieten, trok
den draad aan, haalde het kronkelende
slachtoffer door het gat en stortte het
in de reistasch.
Nadat hij dit herhaalde malen gedaan
had, doorvorschte hij nauwkeurig het
inwendige van den bak. Toen knipte
hij zijn zaklantaren uit.
„Ik heb ze allemaal. En geen centje
last
rAen volgenden morgen had het
ochtendblad van de Daily News
op de eerste bladzijde een bericht
Toen, met een gehuil van afschuw,
sprong hij het bed uit en bekeek zijn
enkel. De huid was opengescheurd, en
er lekte een druppel bloed langs zijn
voet.
Zenuwachtig voor zichzelf bazelend
sissend en jiaar hem bijtend trachtten
de cobra's zijn half krankzinnige aan
vallen af te weren, maar telkens en
telkens kwam de tang neer, en één
voor één stierven de slangen.
Duane gluurde naar de elf doode
lichamen op den vloerkeek met een
loerenden blik, tot een vreemd gevoel
in zijn enkel zijn aandacht trok.
„Hu Er heeft er me nóg een gebe
ten," gromde hij, toen hij twee kleine
gaatjes zag. „En nu de twaalfde Ik
sla hem tot pulp
Wild woelde hij door de massa bedde
goed, toen het gerinkel van de telefoon-
bel hem stoorde. Hij liet de tang vallen,
wankelde de kamer door en luisterde.
„Hallo," riep hij. .,Ik!"
„Ik ben 't," sprak Jimmy Roderick,
in hun aparte boeventaaltje. „Zeg,
ik heb in de middag-editie van de krant
gezien, dat je géén twaalf cobra's ge
gapt hebt. De groote mogol van den
dierentuin zegt, dat 't er maar elf
kunnen zijn, want meer hadden ze er
niet. Maar ik bel eigenlijk ergens anders
voor. Hoor eens Dan, ik heb net ge
merkt, dat ik mijn diamanten dasspeld
niet op heb. Wil je even zoeken, of
je 'm vindt Misschien zit ie tusschen
't beddegoed daar heb ik mijn porte
feuille en mijn sigarettenkoker ook
vandaan gehaald vanmorgen. Ik zal
mijn kleeren maar liever niet meer
achter op 't bed hangenHé
Zeg, waarom geef je geen antwoord V'