WE GAAN VERHUIZI WIE GAAT I van warme stoof kun je op St.-Peter nog wüt best velen en tegen het achter- krat liggen op 't zacht veerende donzen bed de breekbare pronkvoorwerpen uit de mooie kamer de klok, het glazen en porceleinen gerei uit de pronkkast en het merklap-schilderij, dat boven de schouw in iedere ouderwetsche boerderij getuigenis aflegt van de handwerkvaardigheid der vrouwe. Achter de feestelijke hagelblanke hoofdkar volgt dan meestal een ouderwetsche wagen, beladen met tallooze ongelijksoortige voorwerpen, die op vele boerde rijen in de laatste jaren op nonactiviteit gesteld zijn. Daarop ontbreekt echter nooit of te nim mer de met dikwijls in teressante figuren besne den „kleerkist", die vaak, als op onze foto, de ini tialen draagt van de bezitters en het jaartal van hun huwelijk, in dit geval F. B. 1777. In deze kist wordt de bovens- beste kleedij bewaard, welke alleen op de hoog tijden van het jaar en het leven dienst doet en welke kleeding naar de kist, waarin zij wordt bewaard, algemeen in 't Oosten van het land „kistentuug" wordt ge noemd. Verder zien we op onzen St.-Peterwagen nog de ronde klaptafel, die ook in geen boerderij Achter den verhuiswagen volgt er de wagen met het kistentuug ontbreekt. Na den kleed- en den kistenwagen rijdt in zoo'n Achterhoeksche „overhaling" nog menige kar mee, waarin hoog opgetast het landbouwge reedschap vervoerd wordt gaffels, grepen, bouw- strikken, scheppels, tuurhamers, voeremmers, wan nen, bat8en, schoffels, knuppelpaardjeskort om heel een inventaris, welke bij den snellen voor uitgang van het landbouwbedrijf spoedig gemist zal kunnen worden en die dus thans in menig ge bruiksvoorwerp reeds antiquarische waarde bezit. Wel brengt het luidruchtig zingen van „wij gaan verhuizen, wie gaat er mee bij het rondgaan van „de flessche", in zoo'n Achterhoeksche „boeren- De Ach terhoeksche boertjes ver huizen ieder jaar op Sunte Peter. Een beschouwing over vaderlandsche verhuizings-folklore door den grooten kenner van Nederiandsche volksgebrui ken D. J. van der Ven. ALLE toekomstige buren en goede vrienden, die in het hooghouden van eerwaardige tradities gaarne hun „naoberplichten" vriendschappelijk willen nakomen bij het „inhalen", „overhalen" of „overtrekken" van boer of pachter, helpen graag een handje mee. In het eigenlijke Holland, waar men kleine weinig aanzien lijke huurboeren kent, waar dus de boer een blij vend „gezeten" man pleegt te zijn, mist men de groote bekoring van zulke karakteristieke boeren- verhuizingen in het voorjaar. Doch in den Gelderschen Achterhoek is er het ver huizen op St.-Peter (22 Februari) nog altijd een gebeurtenis, welke naast de zorg voor het veilig overbrengen van have en goed iets brengt van de vreugde, die kenmerkend is voor de Zuid-Nederland- sche boerenverhuizing. In den kleedwagen, soms met een papieren roos en wat groen en takken versierd, zit er de boerin, breed-uit in haar wijde rokkenvracht met de voeten op de koperen plaat van de wagenstoof zoo'n

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 20