HAKEN EN BREIEN mmm im SÜ mrnmi «IïJïjb: ÏJSJSftJK Gehaakt tusschenzetsel met bijpassende kant ïlMjÉttlli «««MIIUlU |UU l»»J •««fMMijili «itMu*) iiljiiWiMf Voor aan het strand Met naald en draad 36 ketting van 3 lossen. Bij den volgenden toer deze steken gewoon meehaken. Later worden de knoops gaten ter meerdere stevigte omgefestonneerd. Zes parelmoeren knoopen worden op den band van het broekje gehecht. Het jasje wordt opgezet onder aan het linkervoor pand op 48 steken. Men breit weer blokken van 4 recht 4 averecht met verspringen na vier toeren en wel 16 blokken hoog. Dan worden er aan de zijde van de mouw 2 blokken bij opgezet, dus 8 steken, en na 4 toeren nogmaals 8 steken en dan na vier toeren 64 steken voor het mouwtje. 8 blokken hoog breit men nu de breede toeren, daarna wordt aan de zijde van den hals bij vier achtereenvolgende blokkentoeren telkens 1 blok of 4 steken weggeminderd voor de halsronding. Als men tot aan den schouder genaderd is worden 12 steken aan de zijde van den hals bij opgezet. Het tweede voorpand wordt nu even zoo ver gebreid ook tot aan den schouder. Alle steken komen nu op 1 pen en als de mouwen de vereisclite wijdte hebben van 24 blokken, worden de 64 steken voor de mouw ter weerszijden weer afgekant en vervolgens bij twee achtereenvolgende blokkentoeren aan iedere zijde 4 steken. De rug wordt nu verder in blokpatroon op de overgebleven steken afgebreid. Ten slotte worden de mouw- en zijnaden gesloten en een smal boordje en aïzetbandje, dat apart ge breid is, aangezet. De manchetjes worden op vier pennen recht in de rondte gebreid en teruggeslagen. In het rechtervoorpand wordt dadelijk na den 6en blokkentoer een split van 4 blokken gebreid voor het zakje. (4x4 steken afkanten en bij den volgenden toer weer opzetten.) Later wordt hier in heen- en teruggaande toeren recht het klepje op FAIT gemakkelijk te haken tusschenzetsel kan wor- den gebruikt voor kleedjes, voor kussens, voor lingerie en met grof haakgaren ook voor spreien. Wanneer men voor het laatstgenoemde doel het tusschenzetsel wat smal vindt, kan men het heel goed over de dubbele breedte werken, dus in plaats van op 'n opzetsel van 37 steken, zooals voor het hier aangegeven patroon, op een opzetsel van 74 steken. Wil men een sprei haken, dan staat het heel mooi de banden haakwerk af te wisselen met banden zooge naamd congresgaas met een rand in witte en gele kruissteken bewerkt. Congresgaas is in alle hand- werkzaken in verschillende breedten verkrijgbaar. Deze gemakkelijke rand wordt in filethaakwerk uitgevoerd, d.w.z. in open en gesloten blokjes. Een open blokje bestaat uit 1 stokje, 2 lossen, 1 stokje. Voor een rij open blokjes is telkens het laatste stokje van het voorgaande ruitje tevens het eerste stokje van het volgende ruitje, enz. De dichte blokjes bestaan uit 4 stokjes. Van een rij dichte blokjes achter elkaar is telkens het laatste stokje van het voorgaande blokje tevens het eerste stokje van het volgende blokje. 1 dicht blokje is dus 4 stokjes, 2 dichte blokjes telkens 7 stok jes, 3 dichte blokjes 10 stok jes, enz. enz. Op een opzetsel van 37 steken haken wij le toer: 12 open blokjes. 2e toer: idem. 3e toer: 4 open blokjes, 1 dicht, 1 open, 1 dicht, 5open. 4e toer: 4 open blokjes, 2 dichte, 1 open, 2 dichte, 3 open. 5e toer: 2 open blokjes, 3 dichte, 1 open, 3 dichte, 3 open. 6e toer 5 open blokjes, 2 dichte, 5 open. 7e toer 2 open blokjes, 5 dichte, 5 open. 8e toer: 2 open blokjes, 1 dicht, 1 open, 1 dicht, 2 open, 2 dichte, 3 open. 9e toer: 4 open blokjes, 1 dicht, 2 open, 2 dichte, 3 open. 10e toer: 4 open blokjes, 2 dichte, 6 open. 11e toer: 5 open blokjes, 1 dicht, 1 open, 1 dicht, 4 open. 12e toer: 12 open blokjes. 13e toer: idem. 14e toer: stokjes. 15e toer: open blokjes. 16e toer: stokjes. Herhalen vanaf den len toer. Aan het einde van een toer worden voor 't eerste stokje van den volgenden toer 3 lossen gehaakt. Is het eerste ruitje open, dan nog twee lossen erbij, gevolgd door een stokje. Bij het overhaken wordt dit vanzelf een vierkant ruitje. Moet er aan het einde van een toer worden uitgesprongen, zooals bij de punten van de kant, dan worden zooveel lossen bij opgezet als voor tie meerdere ruitjes noo- dig zijn. De kant wordt met een toer vasten omgehaakt. Fraai staat het aan de punten een kwastje te hechten. K.ll.i.W.llhVit'* WJ.v .vmMotoMg IM.M'VV* II I IET aardige gebreide broekje met galgen en het bijbehoorende jasje zijn gedacht voor 'n twee jarigen hummel. In vuurrood, in korenblauw, in donkerrose of pastelblauw zal het allerliefst staan, gedragen bjj een wit truitje of bloesje. Voor het broekje zetten wij op 88 steken. In heen- en teruggaande toeren breien wij op twee pennen blokjes van 4 recht, 4 averecht met verspringen na iedere 4 toeren. De steken die heengaand recht worden gebreid, worden teruggaand averecht ge breid. Wanneer we 20 blokken hoog hebben ge breid, af kan ten. De achterzijde wordt gelijk aan de voorzijde ge breid. Vervolgens worden beide helften op elkaar gelegd en langs de zijkanten dichtgenaaid. Van onderen in het midden naaien wij de beide helften vier blokjes ver aan elkaar. De steken van de pijpjes worden op vier pennen opgenomen en 10 k 12 toeren recht in de rondte ge breid. Daarna afkanten en terugslaan als omslagen. Van boven haken wij twee toeren vaBten met opne men van beide insteek lussen. De galgen worden met dubbelen draad in drie toeren vasten gehaakt. In den middelsten toer worden aan begin en einde 3 of 4 knoopsgaten aangebracht. Hiertoe slaat men drie steken over, die worden overbrugd door een TRAMES, die van handwerken houden, zullen onge- twijfeld zelfgemaakte lingerie verkiezen boven confectie-modellen met machinaal aangebrachte gar neering, die, hoe fraai ook, toch nimmer halen kan bij eigen werk. Het vervaardigen van open-draden- werk is een plezierige bezigheid. Het draden uittrek ken is een prettig werkje en als straks de open zoom pjes keurig zijn gewerkt en wij hebben er ten over vloede nog een borduur-motiefje of misschien wel een ingezet filetmotiefje aan toegevoegd, zooals onze afbeelding twee modellen laat zien, dan hoeft ons werk zeer zeker niet voor de duurste lingerie uit den winkel onder te doen. De afgebeelde garneering kan dienen zoowel voor chemises als voor onderjurken. Zij die aan haar uitzet bezig zijn zullen ongetwij feld een garnituur willen vervaardigen van drie stuks in één kleur. Wij kunnen het borduursel in wit werken, maar buitengewoon fraai en zeer ongemeen staat het ook in een donkere crème kleur. Vooral op wit staat het mooi, doch ook bij de modieuze pasteltinten past het uitstekend.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 36