13 „Narigheid." „Kunt u die verkoopen V' „Nog niet eens weggeven," zuchtte meneer Brooke. „Ontzettend stiet de Z.E.B.-man uit. „Ik kan 't me niet eens indenken, 't Is gewoon een misdaad 't Is een vergrijp tegen de maatschappelijke orde Wie regeert dat huishouden van u „Iedereen. Hoofdzakelijk Connie en 't personeel ook een beetje." „Wie is Connie „Mijn dochter Constance." „En is er geen systeem Geen rekening en verant woording „Ik heb nooit iets van een systeem gemerkt. Ik krjjg de rekeningen en dan zeggen ze, dat ik niet kwaad mag kijken." „En hebt u nooit geprobeerd, den kostprijs te berekenen I" „Och, ik ben eens begonnen de bedragen van de quitanties op te tellen, maar ik kreeg 't er benauwd van," zei Brooke 'n beetje verlegen. „Ik had te veel andere dingen aan mijn hoofd." De directeur van het Z.E.B. ging leunen in zijn stoel en keek zijn bezoeker met medelijden aan. „Ergste geval, dat ik ooit ben tegengekomen," zei hij hoofdschuddend. „Geweldig Wat denkt u er aan te doen „Daar heb ik nooit over gedacht. Wat khn ik er aan doen „Alles. U kunt zoo toch maar niet doorgaan 't Maakt u op den duur doodongelukkig, als 't u niet arm maakt. Er moet heusch een einde aan komen." Brooke maakte een hulpeloos gebaar en voelde in wendig spjjt, dat hij over't onderwerp begonnen was. „Enfin, ik heb nu geen tijd, om me er in te ver diepen. Ik moet op reis, al zit 't me een beetje dwars, de jongelui alleen te laten. Ik ben weduwnaar, ziet u. Connie heeft zoogenaamd het bestuur thuis, maar. enfin, 't is aardig duur. Ik zal me er maar in moeten schikken." Sherwood keek verontwaardigd. „Schikken Nooitverklaarde hij. „Wanneer gaat u weg „Als 't kon ging ik vanmiddag, 't Is plotseling opgekomen." „Hoe lang blijft u weg „Dat heb ik nog niet precies uitgerekend. Over een paar minuten kan ik 't u vertellen." „Dat hoeft nu niet. Komt later wel. Hebt u zin, om uw huishouding te laten beheeren, tijdens uw afwezigheid Meneer Brooke keek twijfelachtig. „En laten hervormen T" De man, die de huishouding financierde, keek benieuwd. „Reorganiseeren, op een gezonde leest schoeien, verkwisting uitschakelen, bezuinigingen invoeren, practisch leeren werken, tijd sparen, succes ver zekerd." Sherwood rammelde het vlot af, als een spreker, die maar één speech kent en die eeuwig uitspreekt. De fabrikant was zichtbaar getroffen, een beetje geschrokken zelfs. Hjj plooide het voorhoofd tot loodrechte groeven tusschen de oogen en wijdde een paar seconden aan gepeins. „Maar als u nog nooit een huishouden bestuurd hebt," begon hjj, „hoe kunt u. „Ik had óók nog nooit een ijzerwarenfabriek bestuurd," viel Sherwood hem in de rede, „en toch heb ik u over de twee ton per jaar bespaard Ik kan klles besturen, waarde heer De oogen van den heer Brooke verrieden twijfel. „Allesherhaalde Sherwood strijdlustig. „Van sneeuwruimen af tot een Europeeschen oorlog toe. Ik zou het land kunnen besturen, als ik de vrije hand kreeg." „Dat is allemaal nog heel wat anders dan een bak- steenen voorgevel met drie kinderen erachter," beweerde meneer Brooke. „Maar de wetten van de economische praetijk zijn eeuwig en onveranderlijk," verklaarde Sherwood met een klap op zjjn bureau. „Die kunnen op alles toegepast worden. Onze onderneming heeft op ieder gebied deskundigen in dienst. Ik heb iemand, die een kip kan leeren, tijd en geld te besparen bij 't eieren leggen. Ik héb nog nooit een huishouding bestuurd, dat geef ik toe. Daarom heb ik er juist zoo'n zin in. Ik zal 't goedkoop doen. Ik zal maar een schijntje rekenen. En ik sta in voor 't resultaat voor véél resultaat." „Als u me maar niet voor den gek houdt," stoof meneer Brooke op. „Ik méén 't. U hebt me een idee gegeven, waar heel wat in zit. Ik zou 't wel haast voor niets willen doen Als 't niet in strijd was met de regels van een economische bedrijfsleiding, dééd ik 't voor niets Brooke dacht even na. „Ik heb best zin, om er eens met Connie over te praten," zei hjj. „Dat moet u niét doen." „Wat zegt u T" „Met niemand over praten, behalve met mij. Als u er over gaat praten, komt er niets van. Nu beslissen Nu hebt u een prachtkans. U gaat op reis. Reusachtig Dan heeft mijn employé zijn handen vrij. Meneer Brooke, als u onze zaak volledige volmacht geeft, draag ik u bij uw terugkeer een huishouding over, die geld opbrengt. Dat garandeer ik u. 't Wordt een bedrijf, dat geld waard is, waar u aandeelen in kunt verkoopen De fabrikant van werktuigen en gereedschappen aarzelde. „Ik ben dol op mijn kinderen ik ben misschien wat inschikkelijk," beleed hij. „Inschikkelijk Hééft een kind iets aan inschikke lijkheid U moet natuurlijk vriendelijk zijn redelijk en hartelijk en zoo. Maar niet inschikkelijk, 't Is toch veel beter, als u niet hóéft in te schikken LT hebt toch veel meer pleizier van een zakelijk, economisch kind, waar niet» bij in te schikken vólt f" „Groote woorden," zei Brooke, het hoofd schud dend. „Bij mij beteekenen groote woorden groote resul taten. Tekortschieten doen wij nooit. Dat kunnen we niet, omdat we eenvoudig de juiste princiepen op de juiste manier toepassen, 't Is eigenlijk doodeen voudig, wat we doen je moet 't maar weten „Ik zou er niet te veel van verwachten," zei de fabrikant langzaam, „maar 't zou al een heele gerust heid voor me zjjn, nu ik op reis ga, als ik wist, dat er iemand aan 't stuur stond, die „We gaan zaken doen, zie ik," viel Sherwood hem in de rede. „Dat héb ik niet gezegd. Ik dacht alleen Meneer Brooke begon te stotteren en keek schuldig. „We zullen 't meteen maar op papier zetten," zei de directeur van het Z.E.B. TWEEDE HOOFDSTUK iets onheilspellen ds de butler wist zelf niet waarom, maar hjj voelde iets geheimzinnigs aan. Hij deed een stap naar buiten. De auto van meneer stond niet voor 't trottoir. Ook dit was vreemd. En er was geen spoor te bekennen van meneer Brooke, die, volgens vaste orde, op dit moment voor den butler had moeten staan en zeggen„Goeden avond, Horace." Horace keerde zich snel om, een uitroep van ver bazing maar half terugdringend, en ging het huis binnen, onderwijl den koffer opnemend. De koffer was zwaar en blijkbaar heelemaal vol. De onbekende stond in de hall en bekeek met zichtbaar ongenoegen een ridder in wapenrusting, of liever, een wapenrusting zonder ridder er in. Hjj keerde zich om, toen Horace verscheen. „Waar zijn de kinderen 1" vroeg hjj. Horace zette groote oogen op. Hij vond de vraag erg vrjjpostig. Hij kende dien persoon niet, die naar „de kinderen" vroeg, maar hij wist wel, dat het een vreemdeling was in den huize Brooke. „Meneer Brooke is nog niet thuis, meneer." „Dat weet ik. Hjj komt niet. Waar zijn de kin deren t" De onbekende sloeg zijn overjas uit en gaf dat kleedingstuk, met zijn hoed, aan Horace, die ze werktuiglijk aannam, zooals een uitmuntend be diende dat doet. Hoe kalm de butler echter uit wendig ook was, innerlijk wond hij zich zeer op. Kwam meneer Brooke niet T Eigenaardig Leelijk zelfs. Nog nooit voorgekomen. Waar was hjj „De kinderen zjjn in de bibliotheek, meneer rechtsaf." Snel liep de onbekende in de aangegeven richting. Toen hij door de portières verdween, stond Horace nog steeds in de hall, met den hoed en de jas in de handen, starend, met open mond. De bibliotheek in den huize Brooke was een zeer groot vertrek, bjjna de halve breedte van het huis en meer dan de halve diepte. Het was werkeljjk een bi bliotheek dat wil zeggen, er Nog één minuut en de klok in de hall van den huize Brooke zou met diepe tonen zeven slaan. Horace, de hutier, stond er vóór en keek naar den langen minutenwijzer, die langzaam het laatste stukje van zjjn uurreis aflegde. Tegen het einde van die reis z >u de heer des huizes aanbellen, waarschijnlijk vijftien seconden vóór heelslag. Want meneer Brooke was, als nauwgezet zakenman, óók een nauwgezet vader. Er kwam een trek van verwondering en misnoegen in het blozende gezicht van Horace, toen er vinnig aan de bel werd gerukt, nog vjjfenveertig seconden vóór zeven. De butler rook iets ongewoons. Meneer was te vroegen zjjn belletje klonk ongeduldig. Met een vreemde onrust des geestes liep Horace naar de deur. Het whs J. W. Brooke niet, die in de portiek stond. Hjj, die gebeld had, was een veel jonger man. Hjj keek den butler scherp aan, en wees toen op een grooten handkoffer, die naast hem rustte. „Mijn bagage," zei hjj kortaf. „Binnen brengen alstublieft." Onmiddellijk daarop ging hij den butler voorbij en betrad huize Brooke. Horace had zoozeer zjjn aandacht bjj den koffer, dat hjj den onbekende even vergat. De koffer had Vervolg op pagina 34.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 13