I Wr Eeii der hutten-kampendie de regeering voor 't overnachten der gasten liet aanleggen 's Nachts strooien de leeuwen rond om het kamp: men hoort het brullenmaar kan gerust zijn bin nen de veilige omheining. Deze schijnbaar zwakke palissade met prikkeldraad is vol doende om de wilde dieren buiten te houden. nze medewerker bij zijn bezoek affer-opperhoofd ran Wambugu. aan de wegen. Maar in liet seizoen, in den winter, zitten zij rustig langs den kant van den weg en bezich - tigen in alle gemoedsrust stuk voor stuk de langs trekkende wagens. Eens hadden wij geluk en kwamen juist op tijd om te zien, hoe een leeuw een juist gevelden bok onder een boom sleepte. Daar wachtte hjj naast zijn buit op zijn wijfje. Op eerbiedigen afstand verzamelden zich al de jakhalzen en aas gieren vlogen reeds in kringen boven 't tafereel door de lucht. Onbegrijpelijk, dat zij zoo snel gewaar werden, wat zich aan 't afspelen was en dat er voor hen wel een restje afvallen kon. Daar komt de leeu win en gezamenlijk houden nu de beide waarlijk koninklijke dieren in alle rust hun maal. Komen de jakhalzen hun te na, dan worden zij met een kort, gebiedend gebrom afgesnauwd en sluipen zij ver schrikt achteruit. Maar onze auto blijft geheel onop gemerkt en zonder eenige vrees of moeite kunnen wij het geheele spannende schouwspel genieten. Wanneer <le leeuwen met hun maal gereed zijn, dragen zij in hun bek nog de beste stukken mee, vermoedelijk voor het thuis wachtende gezin. En op de resten storten zich in een wriemelend kluwen jakhalzen en gieren, die in een oogwenk niets dan het -gebeente van het cadaver overlaten. Wij rjjden verder naar een der omheinde kampen, waar wij overnachten zullen hier is 't juist omge keerd als in den dierentuin: daarbuiten loopen°in vrijheid de dieren rond en tusschen de tralies en net prikkeldraad blijven de menschen om er temidden van het gebrul en het gehuü der honderden wilde leren vedig een sensationeelen nacht door te maken. 'iZi die voor de leeuwen minder opwin den oi.t '*e menseken: de leeuwen zien in Znsll t S, een 'meeihaar vreemd dier, terwijl de Wildernil nog met ontzag den koninq der dr^gZerbtdZT N^lijk is uitstappen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 3