in Tr ent ham's leven
doorCAndyG. cByrd
HET VERHAAL VAN EEN MISDAAD, DIE VIJFTIEN JAAR ONGEWROKEN BLEEF
VIJF MINUTEN
JE Ix-iit vijf minuten te laat, Trentham," consta
teerde inspecteur Henderson met een vluchtigen
blik op de biljartklok. „We hadden afgesproken
om acht uur te beginnen, voortaan beter op je
tijd passen."
„Inderdaad, vijf minuten te laat," teemde Trent-
ham's stem in het halfduister van de zaal. De
laatkomer trad binnen den lichtkring van de biljart
lamp en wendde zich met een spotlach op zijn
verloopen gelaat tot den inspecteur. „Ben je altijd
zoo precies, Henderson Vijf minuten tellen nauwe
lijks mee, als je een heelen avond voor je hebt om
te spelen."
„Dat ben ik niet met je eens, mijn waarde," zei
Henderson, een queue uit het rek nemend. „Vijf
minuten tellen wel degelijk mee, zelfs op den langen
duur van iemands leven. Zij kunnen van gewichtige
beteekenis zijn en beslissend in kwesties van leven
en dood."
„Nou, nou, bij hooge uitzondering dan toch
zeker," mengde Baker zich ertusschen, terwijl hij
zich in postuur stelde, om den bal af te stooten.
„Goed, bij uitzondering dan, als je wilt, maar het
blijft niettemin een feit. We hebben het hier zelf
beleefd. Als de oude Trentham vijf minuten geduld
had gehad, om op ons te wachten, zou men hem
nooit vermoord hebben."
„De oude Trentham viel Cottery, de vierde
van de partij, verbaasd uit. „Familie van jou, JohnT"
„Mijn oom," antwoordde Trentham met merkbaren
tegenzin. „Je moet stooten, Cottery. Neen, van
quitte af."
Baker nam den draad van het gesprek weer op.
„Ik heb nooit gehoord van die geschiedenis, Hender
son is zij lang geleden voorgevallen t"
„Ja, vijftien jaar, vandaag precies vijftien jaar.
Om twaalf uur vannacht is het feit verjaard."
„Verjaard, is de moordenaar dan niet gevonden t"
„Neen, die loopt jammer genoeg nog vrij rond.
In weerwil van alle moeite, die we ons hebben
gegeven, hem te vinden. En we hebben ons genoeg
inspanning en hersenwerk getroost, om hem onscha
delijk te maken, nietwaar, Trentham V
„Heel wat," gaf deze toe, met zijn blik op den
teller gevestigd. „Drie-een we moesten nou maar
biljarten, vind ik."
Gedurende het eerstvolgende half uur klonk
alleen het klotsen der ballen door de biljartzaal.
En nu en dan, bij groote tusschenpoozen, de teme
rige stem van John Trentham, luid den stand
annonceerend. Henderson's blik dwaalde herhaal
delijk naar de klok en een paar maal slaakte hij een
diepen zucht, die half deed vermoeden, dat hij in
spanning zat.
„Verwacht je iemand, Henderson 1" verbrak
Baker eensklaps het zwijgen.
„Neen, alleen een boodschap, of de „Earl of Con-
naught" aangekomen is," antwoordde Henderson
rustig.
„De „Earl of Connaught" van New York 1 Die
komt toch in Southampton aan f"
„Jawel, maar ik zou gewaarschuwd worden, als
zij binnenliep. Vanmiddag was zij in het Kanaal.
Het zal niet lang meer duren, dunkt me. Maar als
je op iets wacht, lijkt de tijd je altijd langzamer te
gaan."
Hij gaf een forschen stoot tegen zijn bal, die
heelemaal rondliep en caramboleerde. Tegelijk ging
de deur open.
„Nog niets, het loopt nog wel een uurtje aan,
inspecteur," zei de clubbediende in de deuropening.
„Beroerd," mompelde Henderson verstaanbaar.
Hij stootte mis en viel met een zucht op een stoel
langs den kant neer. „Bill breng ons 'n rondje en
telefoneer even naar de Royal Airways, dat ze nu
wel 'n kist naar Southampton kunnen sturen. Zeg
maar, dat de boot er over een uur is."
„Jawel, meneer," zei Bill, de deur achter zich
sluitend.
Weer hoorde men langen tijd niets dan het klotsen
der ballen. Bill bracht een rondje en daarop nog een,
voor Trentham's rekening. Eindelijk was de partij
biljart uit.
„Verloren, Henderson," annonceerde Trentham.
„Niets aan te doen, bij elk spel hoort een verliezer,"
berustte Henderson. „We zullen het nog eens over
doen 't is nog te vroeg, om te gaan zitten. De ver
liezer stoot vóór Trentham, wil je den teller even
op quitte zetten f'
De nieuwe partij ving aan met een voorsprong
voor Henderson. Zoo driftig en somwijlen zenuw
achtig als hij de eerste partij had gespeeld, zoo
rustig en nauwkeurig berekenend, deed hij het nu
over. Maar telkens dwaalde zijn blik naar de klok
en herhaaldelijk maakte hij een gebaar, dat duidelijk
zijn groeiend ongeduld verried.
Eindelijk, om kwart voor elf, verscheen Bill weer
in de biljartzaal. „De boot, is binnen, inspecteur,"
kondigde hij aan.
Henderson slaakte een zucht van verlichting.
„Gelukkig, het werd hoog tijd. 't Zal dezen keer weer
eens op de beruchte vijf minuten aankomen, Trent
ham," lachte hij.
„O ja T" vroeg Trentham. „Is er iets aan de hand,
dat je zoo in spanning zit
„Natuurlijk viel Baker in. „Met de boot is
iemand aangekomen, in wien de Yard een levendig
belang stelt, nietwaar, Henderson Daarom is dat
vliegtuig naar Southampton gezonden."
„Misgeraden," lachte de inspecteur. „Er is wel
iets meegekomen met de boot, waarin de Yard
belang stelt, maar geen iemand. Je hoeft echter niet
verder te vragen, want dienstgeheimen verraad ik
niet.
Met een fraaien stoot maakte hij de partij uit.
Het was bij elven en gevieren begaven zij zich naar
de conversatiezaal. Trentham keek op de klok, alsof
hij heen wilde gaan, maar Henderson bood onmid
dellijk een rondje aan.
„Nu komt het toch zeker evenmin op vijf minuten
aan," zei hij met een glimlach.
„O neen, maar ik vind het hier alleen maar dood
vervelend 's avonds," antwoordde Trentham. „Haast
heb ik echter niet en als jullie nog wat blijven
plakken, ben.ik ook van de partij."
„Zoo mag ik het hooren," viel Baker in. „En voor
tijdverdrijf zal Henderson ons de geschiedenis
vertellen van die vijf minuten in het leven van
Trentham's oom. Je hebt me nieuwsgièrig gemaakt
en ik hoor graag zoo'n lugubere moordgeschiedenis
voor ik slapen ga. Ze mag gefantaseerd zijn ook, als
het maar iets griezeligs is."
„En zij is juist niet griezelig," glimlachte Henderson.
..Het was een doodgewone moordzaak, alleen
geheimzinnig, omdat de dader nooit ontdekt werd.
Ik wil ze je wel vertellen, op voorwaarde evenwel,
dat Trentham er niets op tegen heeft. We spreken
er hier in de club nooit over, zulke dingen blijven
altijd eenig8ziii8 pijnlijk voor de familie, niet
waar 1"
Hij wierp John Trentham 'n vragenden blik toe en
deze haalde onverschillig de schouders op. „Vertel
het hun maar, Henderson. Na vijftien jaar ben je
over zoo'n beroerd geval allang heen."
Op dat oogenhlik slenterde Bill weer naderbij.
„Het vliegtuig is vertrokken en brengt het pakje
mee, inspecteur. De stationschef van Croydon zei,
dat de kist tegenwind had en dus wel eenige vertraging
zou hebben."
Henderson wierp een bezorgden blik op de klok.
„Ik heb het wel gezegd 't wordt weer een kwestie
van vijf minuten," prevelde hij hoorbaar.
„Maar nu toch zeker geen kwestie van leven en
dood," lachte Cottery.
„Toch wel," verzekerde Henderson ernstig en
zonder op de verbaasde blikken te letten, die men
hem toewerp, ging hij voort „Veel valt er niet te
vertellen van die oude geschiedenis, heeren. De zaak
lag zóó de oude Jim Trentham had in den oorlog
aardig wat verdiend met rubber en koper, maar hij
was altijd dezelfde eenvoudige kerel gebleven.
Behalve zijn neef John hier, had hij geen familie
meer. Hij was erg goedgeefseh en ik veronderstel,
dat John ook nooit over hem te klagen zal hebben
gehad. Enfin, dat zijn dingen die ons niet aangaan.
Ik wil maar zeggen, dat hij een goeie kerel was, die
voor iedereen klaar stond.
Hij was jaren lid van deze club, al van vóór
den oorlog. Eiken avond was hij hier van acht tot
elf te vinden. Tot tien uur las hij de kranten door en
dan verscheen hij in de conversatiezaal. Dan nam
hij een glas whisky, en een kop koffie toe, en ging
precies om elf uur naar huis.
Op een avond was ik toevallig hier aanwezig, toen
hij wegging. Er hing een dichte mist buiten, doch
niettemin gaf hij er de voorkeur aan, te voet naar
huis terug te keeren, omdat hij juist met een taxi
een ongeluk vreesde. Mijn vriend Penters, die nu in
Australië zit, en ik spraken er ook juist over, om naar
huis te gaan. We waarschuwden Trentham dat het
gevaarlijk was op straat en rieden hein aan, even
te wachten, tot wij vertrokken. We zouden hem dan
zóóver begeleiden, dat hij onmogelijk meer verdwalen
kon.
Trentham lachte ons echter uit en zei, dat hij
den weg wel blindelings kon vinden. Vóór hij ging,
gaf hij ons nog een hand, bepaald om ons te danken
voor onze bezorgdheid. En nadien hebben we hem
niet meer levend teruggezien. Om half drie 's nachts
werd hij gevonden in de buurt van het Victoria Doek.
Hij lag voorover, gedood door een dolksteek in zijn
rug, die uitliep in de hartstreek. De moordenaar
had hein beroofd van al zijn geld, doch zijn porte
feuille en portemonnaie had hij hem laten behouden.
Maandenlang hebben we naar den dader gespeurd
en iet moordwapen trachten te vinden, maar al
onze moeite bleef vruchteloos. Het geheim van
T-<"".tham's dood is nooit opgehelderd en tenzij de
moordenaar binnen een half uur een bekentenis
aflegt, en de plaats aanduidt, waar hij den dolk
verstopte, gaat hij vrijuit."
„En op dat wonder zal je wel niet meer hopen,"
veronderstelde Trentham met een strakken glim
lach.
Henderson haalde de schouders op. „Daar zou ik
geen overtuigd antwoord op kunnen geven, m'n
waarde. Ik heb wel meer verrassingen beleefd aan
de Yard, waarvan we versteld stonden.
Trentham vroeg niets meer, doch wel zwierf zijn blik
naar de klok. Het was nog twintig minuten voor
twaalven, Henderson stelde het met luide stem vast.
Onmiddellijk daarop verscheen Bill weer in den kring.
„De kist is aAn, meneer, sergeant Curtias is al
onderweg met een auto."
Henderson knikte vroolijk. „Ik heb het wel ge
dacht het wordt beslist een vijf-minuten-geschie
denis. Zie je nu, Trentham, hoe kostbaar vijf minuten
kunnen zijn f Ik zit in spanning, man Binnen een
kwartier moet ik een boodchap ontvangen uit Ame
rika en anders...."
„En anders drong Trentham verwonderd aan,
toen de inspecteur zweeg.
„Anders is deze dag de slechtste van mijn leven,
eindigde Henderson vrij raadselachtig den zin.
Trentham scheen wat ongerust, hij verschoof
tenminste een paar maal zijn stoel en maakte een
beweging om op te staan. Alsof hij zich bedacht,