DERDE HOOFDSTUK
EEN oogenblik heerschte er stilte in de eetkamer,
terwijl Hedge vreedzaam zijn koffie omroerde.
Zijn uitbarsting over de energie-verspilling van
Horace was even snel neergeslagen als opgekomen.
Hij was weer in een genoeglijke kalmte vervallen.
„Moeten we hieruit opmaken," begon Constance
koel, „dat mijn vader u gezegd heeft
„Uw vader heeft me niets gezegd. Ik heb hem
nog nooit gezien."
„Nog nooit gezien En u beweert, dat hij u ge
stuurd heeft
„Hij heeft alles geregeld met de zaak, die ik ver
tegenwoordig," antwoordde Hedge. „De N.V. Zake-
lijk-Economisch Bureau. Wij hebben pas zijn bedrijf
gereorganiseerd. Nu moeten we, zoolang hij weg
is, zijn huishouding beheeren."
„En u wilt hier werkelijk inwonen V'
In haar toon lag minachting, die niet werd tegen
gesproken door den blik van haar grijze oogen.
„Ik wóón hier in," antwoordde Hedge, tusschen
twee slokjes koffie door. „U moet leeren, feiten te
onderscheiden van voornemens. Ik heb mijn noo-
digste bagage meegebracht. Morgenochtend komt
de rest. Wat ik zeggen wou. Horace, heb je mijn
handkoffer naar de kamer van meneer Brooke
gebracht T"
De butler schudde 't hoofdspreken kon hjj nog niet.
„Doe het dan direct of
zorg, dat 't gedaan wordt.
Ik zal de kamers van me
neer Broöke betrekken."
Horace keek naar Con
stance en aarzelde. Hij kreeg
niet de minste aanwijzing,
hoe hij handelen moest, en
verliet toen de kamer, erbarmelijk met het hoofd
wiegend.
Constance beet op haar lip.
„Mag ik vragen, wat u van plan bent zei ze.
„Zeker, 't Is heel eenvoudig. Ik ben van plan, de
huishouding van uw vader op een economische leest
te schoeien, zooals het ook met zijn fabriek gebeurd
is. Ik mag er aan toevoegen, dat dit ook zijn plan
is, maar de uitvoering wordt geheel aan mij over
gelaten. Ik reken natuurlijk op uw medewerking."
„En als wij nu eens niet willen meewerken t"
„Die mogelijkheid neem ik niet aan."
Constance en haar broer wisselden blikken, en
zij keken beiden naar Alice. Hier was een dwaas,
die dorst te stampen, waar zelfs een engel geen voet
dorst te zettenwaar zelfs J. W. Brooke, de ijzer -
warpnkoning, voorzichtig placht te loopen.
„Ik reken op uw medewerking," hernam Hedge
op minder zakelijken toon, „en ik kan u makkelijk
aantoonen, dat wij samenwerken móéten. Het uit
bannen van verkwisting en het grondvesten van
economische orde is een boeiende wetenschap. Er
zit een sterk romantisch element in."
In de oogen van Alice stond een hypnotische blik.
„Uw vader twijfelde, maar ging er eindelijk toch
belang in stellen. Ik mag nu wel zeggen, dat hij een
sterke voorstander is. Zijn bedrijf is al heelemaal
omgevormd."
„Mankeerde er dan iets aan T" vroeg Billy.
„Er werd jaarlijks ruim tweehonderdduizend dol
lar in 't water gegooid," was het vlotte antwoord.
„Wij weten helaas niet, hoeveel er jaarlijks in dit
huishouden verspild wordt -er is geen boek
De butler was verstijfd tot een beeld van stomme
verbazing, en hetzelfde gold van de Brookes. Zjj
zaten strak rechtop in hun stoelen en keken H.
Hedge aan. Weg was de pijnlijke verlegenheid van
Constance weg de duivelsche vroolijkheid van haar
broer en zuster. Zjj voelden niets meer dan uiterste
verbazing.
Billy kwam het eerst bij.
„Watwaarom
doet u dat t" vroeg
hij.
Kalm zei Hedge
„Dat is een bewaar
schoollesje in zakelijk
heid."
„U wilt toch niet
probeeren
„Jongeling, u begint
er iéts van te snap
pen."
gehouden, hoor ik. Enfin, dat kan veranderen. Op 't
eerste gezicht zou ik zeggen, dat er zeker vijftig
procent bespaard kan worden. In ieder geval is 't
een zeer interessant werkje."
De zoon des huizes had een boozen uitroep op de
lippen, maar Constance gaf hem een teeken tot
zwijgen. Zij dacht snel na. Zij voelde, dat het zaak
was, op te passen.
Moest er een slag geleverd worden, dan diende
een verkenning van het terrein vooraf te gaan. Het
stukje karton, dat de bezoeker haar in de bibliotheek
had gegeven, had zij meegenomen nu nam zij het
van tafel op en bekeek het. 't Was haar alleen te
doen om tijd te winnen, maar de opvolger van John
W. Brooke trok van haar daad snel partij.
„Als u mijn kaartje bekijkt," zei hij, „zult u op
merken, dat het maar de halve oppervlakte heeft
van een gewone adreskaart. Dat spaart papier.
U ziet verder, dat de naam er zoo kort mogelijk
staat, met enkel één voorletter. Dat spaart inkt en
letters. Eenzelfde besparing wordt bereikt met de
letters Z.E.B., die onze zaak aanduiden. Deze
kaartjes kosten tweeënveertig procent minder dan
de gewone adreskaarten, 't Lijkt misschien een
kleinigheid, maar dat is 't niet't is de eerste stap
naar een wetenschappelijke bedrijfsleiding."
„Uw kaartje zegt niets zonder mondelinge toe
lichting," smaalde Constance.
„Misschien voot wie niet op de hoogte is,"
antwoordde Hedge. „Maar praten is goedkooper
dan drukken. U weet nu, wat Z.E.B. beteekent.
Dat hoeft n uw heele leven niet meer te vragen.
Drukten we echter, zoolang u leeft, op al onze kaar
ten „Zakelijk-Economisch Bureau", dan liepen de
kosten aan papier en inkt in de duizenden dollars,
afgezien nog van het tijdverlies en 't werkloon.
Dat zou een economische fout zijn."
Er klonk duidelijk geestdrift uit de stem van me
neer Hedge.
„En die H. in plaats van uw voornaam, is dat ook
een besparing vroeg Constance.
„Zeer zeker."
„Maar er zijn vast nog meer H. Hedges op dé
wereld, hier in de stad zelfs. Dus u zult makkelijk
met een ander verward worden."
„In théorie ja practisch neen. Laten we uw
eigen geval nemen. Uw naam is, geloof ik, Constance
T. Brooke. Het interesseert me niet hoe de tweede
voornaam luidtdie.is in ieder geval overbodig en
verkwistend. We gooien dus eerst de T. er -uit. Als
u nu eens op uw kaartjes C. Brooke liet drukken
„Graveeren," verbeterde Constance.
„Drukken," zei Hedge. „Graveeren kost drie-
k viermaal zooveel. In ieder geval bént u C. Brooke.
Daaruit blijkt niet voldoende, dat ilc het ben, zegt
u. Ik beweer van wel voorzoover u 't noodig
hebt. Ten eerste alle menschen, aan wie u zoo'n
kaartje geeft, volgens een dwaze gewoonte, weten
heel goed, wie u bent. Ten tweede woont er geen
andere C. Brooke op dit adres. Ten derde durf ik
gerust te zeggen, dat er in uw kennissenkring geen
tweede C. Brooke is, waar men u mee zou kunnen
verwarren. Misschien zijn er andere C. Brookes
in de wéreld. Maar de kans, dat u met één daarvan
verward zou worden, schat ik op ongeveer één
op de drie of vier millioen. Meer hoeven we hier niet
over te zeggen, dunkt me. En nu iets anders, kinde
ren," ging hij op een vriendelijken toon voort. „Ik
ken mijn vak natuurlijk, maar ik ben feitelijk
nog niet op de hoogte. Ik zal altijd graag voor
stellen aanhooren als ze maar passen in het kader
eener zakelijk-economische leiding. Jullie kunnen
met zulke ideeën altijd bij me komen, kinderen.
Ik verwacht trouwens, dat jullie me in alle opzichten
als vertrouweling en raadgever zullen beschouwen."
KinderenHet woord deed de drie Brookes
krimpen in hun stoelen. Die indringer was hoogstens
een paar jaar ouder dan Billy Brooke
Om zijn verlegenheid te verbergen stak laatst
genoemde een sigaret aan. Zonder dat Billy het wist,
sloeg Hedge hem opmerkzaam gade.
„Wil je me even uitleggen," zei hij opeens, „waar
om je achtmaal met een lucifer zwaait, om hem uit
te krijgen V'
Billy gaapte hem aan.
„Je hebt achtmaal gezwaaid zoo," zei Hedge,
en hij deed het voor. „Verspilling van energie. Een
overbodige krachtsinspanning, die béter gebruikt
kan worden. Ik doe een lucifer zóó uit."
Vervolg op pagina 34.