NEGERS IN BONT Een Basuto-vrouw met haar boodschappentasch op het hoofd, probeert haar eerste sigaret te rooken. Op haar wang is het kenteeken van haar stam aangebracht. Een Basuto-vrouw uit het bergdislrict bij t malen van tarwe tusschen twee steenen. DE Basuto's vormen den eenigen Zuid-Ain- kaansehen negerstam, die nooit door de blanken in eigenlijken zin verslagen of on derworpen werd. In hun tegenwoordige land huisden nog tot kort voor 1800 de Boschjesmannen, die terugtrokken voor de Bechuana-stammen der Batau, Basuto, Baputi en andere. In de onderlinge twisten van de Zoeloehoofden Chaka, Matiuana en Mosilikatzë roeiden deze stammen elkander zoo gron dig uit, dat rondom 1824 Moshesh de overgebleven leden dezer volken vereenigde tot één nieuwe natie: de Basuto's. In de voortdurende oorlogen met de Boeren riepen zij heel diplomatisch bij her haling Britsche hulp in, die uitliep op 'n vreed zame annexatie door de Engelschen. Na mislukte pogingen tot vereeniging van Basutoland met de Kaapkolonie lie ten de Britten 'n soort zelfbestuur voort bestaan onder hun onmiddellijk toezicht. Het huidig territoir der Basuto's is voor het grootste gedeelte het bergland, waarheen zij uit de vlakten opgedron gen zijn. De koude van de sneeuw toppen, Drakenberg en Maluti met hun omgeving leerde dezen negers, bont- laarzen, pelzen en bontmutsen snijden uit de huiden van het gejaagde wild. En zoo zien we hier het merkwaardige ver schijnsel van 'n tropischen, zwarten stam, die in bont gekleed gaat. Een oude Basuto-vrouw uit het hooge bergland, in bont gehuld. Rechts: Zoo bouwen de Basuto s van de bergdistricien hun steenen, met stroo gedekte hutten. Van ouda hebben zij landbouw en veeteelt beoefend: voor den verbouw van de tarwe zorgen de vrouwen naast haar huiswerkde mannen bemoeien zich alleen met de schapen, de varkens en de bekende Basuto-ponies, die zij fokken. Zekerder dan een inenseh zoeken de ponies geheel zelfstandig hun

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 2