13 zou komen," zei ze gedrukt, „op bevel van vader, zeggen ze. En ze zeiden, dat zjj zich alleen ergens mee zouden bemoeien, als 't een kwestie van leven of dood was. Dat heeft vader óók zoo gewild." Billy Brooke kreunde. „Maar, Connie.... wat moeten we dan doent" Hier mengde zich de bezuinigings-inspecteur in het gesprek. „U doet natuurlijk, wat uw vader wenscht," zei hij. „Er zit niets anders voor u op. 't Is de eenige verstandige weg. Uw vader wil 't zoo, daar is alles mee gezegd. U hebt uzelf en uw broer nu overtuigd van de rechtmatigheid van mjjjn optreden, juffrouw Brooke. Daar dank ik u voor. Nu zullen we aan 't werk gaan." Billy keek zijn zuster met een weifelenden blik aan. Zij antwoordde, door te gaan zitten, blijkbaar in afwachting, tot Hedge begon. „Over werken gesproken," zei deze, Billy strak aanziend. „Wat is uw werk T" „Mijn werk „Ja zeker Wanneer gaat u aan uw werk, en waar en wat V' „Ik blijf thuis," teemde Billy. „Is het een feit, dat deze volwassen man niet werkt 1" vroeg Hedge aan het meisje. Voor 't eerst Binds zijn entrée in dit huis toonde de zakelijke eco noom sporen van gemoedsbeweging. Constance bleef een oogenblik zwijgen. Zij was in bijna alle dingen de trouwe kampioen van haar broer, maar hierin niet. Zjj kon niet trotsch op hem zijn om dat leegloopen. „Mjjn broer werkt niet," antwoordde zij met een zachte stem. „Hoe oud bent u t" vroeg Hedge, zich weer naar Billy keerend. „Tweeëntwintig, als u 't weten wilt." Billy's poging, om onverschilligheid ten toon te spreiden, mislukte jammerlijk. „Ziek „Zie ik er zoo ziek uit t" Hij zag er niét ziek uit. Hij was kerngezond en doodelijk verlegen. „Hij heeft 't bij vader in de ijzerwaren geprobeerd," wou Constance hem verdedigen, „maar.enfin, 't ging niet." Voelde Billy zich tot op zekere hoogte ongemakke lijk, zijn zuster schaamde zich hevig. Zij sloeg de oogen even neer en kneep de lippen stijf dicht. „Goed ik zal werk voor hem zoeken." Billy ging rechtop zitten en stak zijn kin vooruit. „Is 't heusch t" zei hij met fijnen spot. „Daar staat anders niets over in het koninklijk besluit." „Uw vader heeft u opgedragen, mij te gehoor zamen, is 't niet t" „Hm misschien." „En als uw vader hier was, en hij beval u te wer ken, dan deed u 't, is 't niet t" „Da's iets anders." „Da's niéts anders. In alle practische opzichten bén ik uw vader. En ik vind 't noodig, dat u werkt. Daarmee uit." Deze ontzettende woorden zei de bezuinigingsman zonder de minste opwinding, hetgeen ze des te be nauwender deed klinken. Als een ijzige stortvloed kwamen ze over Billy neer. En Constance kon haar broer niet te hulp snellen op dat gladde ijszij kon niet voor hem vechten, al had die vreemde man vol strekt haar sympathie niet en al was zij vast besloten, zich nooit aan zijn bevelen te onderwerpen. „Wel eens boeken bijgehouden, of een kaart systeem t" vroeg Hedge. Billy schudde 't hoofd. „Kan ik u leeren. Wel eens getypt t" „Nee „Dan leert u 't wel. Wat kunt u eigenlijk T" „Hjj kan auto-rijden," zei Constance vlug. Erg trotsch was zij niet op het antwoord, toen het er uit was zjj was bang, dat het weinig indruk zou maken. Maar het was waar. Billy kon uitstekend auto-rijden. Hjj was achtmaal gearresteerd en zijn rijbewjjs was tweemaal ingetrokken. „Da's een idee, dat ga ik doen, Connie." De bekwame chauffeur Btond op uit zijn leeren stoel en ging naar de deur. „Uitstekendga maar rijden vandaag," zei de huisvoogd veelbeteekenend. „Maar denk er om, als u terugkomt, dat u morgen mijn klerk bent." .JElerk/" „U begint 't te snap pen. Goeden morgen." Billy bleef staan, lang genoeg om 'n antwoord te bedenken maar hjj vond er toch geen. Inte gendeel, hij stelde een vraag. „Zeg, Connie, wil je me een tientje leenen 1" „Kan ik niet, Billy ik heb niets." H. Hedge bood geen „Doet er niet toe tcof ik gezegd heb," antwoordde Gonetance. „Hij ie er nog en hij zal wel blijven ook tientje en geen stuiver aan, en Billy liep de kamer uit. Twee minuten later verliet een gele renwagen het terrein der Brookes. Het was 't soort renwagen, dat onnoodig en ongeloofelijk laag bij den grond blijft, als een dashond. Hij had open wielen, een schorren uitlaaten om hem te besturen moest je op je rug liggen. Dat kon Billy reusachtig. „Nu ik er toch aan denk," zei H. Hedge tot Con stance, „hoe ver is die school van Alice hier van daan T" „Een straat of zes zeven," antwoordde het meisje zonder erg. „Zooiets had ik al gedacht. Dan zal Alice voortaan naar school lóópen. Da's een gezonde lichaams beweging, en door de frissche lucht krijgt ze een helder hoofd om te leeren." Constance wou een driftig antwoord geven, maar met een gebaar stapte hij opeens van het onderwerp af. „Hier is een stel boeken," zei hjj, zijn hand leggend op een stapeltje groote platte boekdeelen. „Ik zal ze bjj me houden, tot uw broer het werk kent. 't Zijn boeken om boek te houden. We krijgen voor iedere huishoudelijke afdeeling een aparte en volledige rekening." Aan Constance's gezicht te oordeelen begreep ze er geen woord van. „Hier heb ik," ging hjj wijzend voort, „een stel dagkaarten, of liever twee stelbeige kaarten voor 't personeel, en witte voor de leden van 't gezin. Op die kaarten worden iederen dag alle huishoudelijke zaken aangeteekend. Het personeel schrijft op, welke taken zij dien dag vervuld hebben, en op welke manier, en zoo voort, en óók, wat zij ongedaan hebben gelaten. Dan krijgen we systeem in 't werk en kunnen we een behoorlijk uurrooster maken." Vervolg op pag. 34.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 13