IN DEN ASPERGETIJD
HET SPEELGOED VAN ONZE KINDEREN
Wa
zullen we
deze week
eten
VOOR DE HUISVROUW
Maandag
Koud vleesch met gestoofde
komkommer, en gebakken aard -
appelen. Wentelteefjes.
Dinsdag
Aspergesoep. Jachtschotel van
vleeschresten. Rabarber.
Woensdag
Biefstuk met rauwe sla. Cus
tard met ananas uit blik.
Donderdag
Gehakt. Raapstelen stamppot.
Rijstebrij.
Vrijdag:
Macaronisoep met kaas. Ge
kookte schelvisch met wor
teltjes. Krentenpannekoekjes.
Zaterdag:
Bruine boonen met spek. Fruit.
Zondag
Asperges met harde eieren en
gewelde boter. Kalfslapjes met
stoofsla. Roomsoezen.
Tante Josefien veroordeelde het moderne opvoe
dingssysteem ten eenenmale. Zelf had zij nooit
kinderen gehad, maar dat verhinderde haar
niet het hoogste woord te hebben als er
over kinderopvoeding werd gesproken.
Al die moderne onzin bromde zij een kind
mag zoowaar niks meer. En dan dat vreeselijke
moderne speelgoed Gunst, vroeger had je zulke
beeldige lieve dingen.
Toen ik klein was heb ik eens een harlekijntje
gehad.
Niemand luisterde meer. Iedereen kende het ver
haal van tante Josefien's harlekijntje al van buiten.
Al jarenlang zocht zij in alle speelgoedwinkels naar
iets dergelijks voor de neefjes en nichtjes.
Hardvochtig hoopten de jongeren, dat zij het ding
nooit mocht vinden.
Maar zietDe aanhouder wint. Op een goeden
dag vond zij in een ouderwetschen speelgoedwinkel
inderdaad zoo'n zijden pop op een stokje. Het heele
geval kon voorover knikken en piepen en de pop had
een gestopte puntmuts met belletjes op en een stijf
uitstaanden kraag van harde katoenen kant.
Tante was er bijna aangedaan van. Bijna op een
drafje kwain zij er mee aan voor den Benjamin.
Je hoeft niet bang te zijn dat hij die koperen bel
letjes in zijn mondje steekt. Ze zitten goed vast en
anders naai je ze nog maar even vaster. Wat moeder
ook prompt deed.
Het kostte haar twee uur. Er zaten 39 belletjes
aan.
Broertje streek met zijn vingertje over het glan
zend satijn, in mooie strepen, beurtelings hard rose
en blauw. Hij liet het popje knikken en piepen en
veel anders kon hij er niet mee doen.
Na twee dagen lag het vergeten in een hoek.
Tante Josefien bedoelde het zoo goed maar
zij wist zoo weinig af van kinderen en hun spelen.
Het liefste speelgoed is dat met- mogelijkheden.
Een kind wil opbouwen, scheppen, maken en dat
moeten wij hun mogelijk maken.
Met de pop met de vastgelijmde of aangenaaide
of gespijkerde kleertjes kan het kleine poppenmoe-
dertje niets beginnen. Aan de fraai gelakte stoom
boot, die er o zoo echt uitziet maar die niet kan
varen omdat hij topzwaar is, heeft broertje vrijwel
niets.
Daarom zijn voor kleine kinderen de allersimpelste
houten bouwdoozen, die maar enkele dubbeltjes kos
ten en de nest kubussen die zoo eindeloos uitneem-
baar zijn, zulk heerlijk speelgoed.
Een celluloid popje met beweegbare ledematen
dat kan zitten, staan, „loopen", dat in het water
blijft drijven en dat daarenboven nog kan worden
aan- en uitgekleed, is een heerlijk poppenkind voor
onze kleine meisjes.
Een paar pijpjes boetseerklei of een gewone klod
der stopverf zijn een ideaal bezit. Wat kan daarvan
niet worden gemaakt '1 Het is of het kind instinctief
begrijpt, dat het aan het speelgoed met mogelijk
heden zijn fantasie en vernuft kan scherpen. Laat ons
daarom voorzichtig zijn bij de keuze van speelgoed
en ons bepalen tot het allereenvoudigste, want dat
verschaft het meeste genot.
ALS donzen kussens oud worden gaat het dons
klonteren en wordt hardhet is dan net of het
kussen leeg is.
Gewoonlijk krijgt men dan de raadgeving het
kussen in de zon te zettenwaardoor het dons warm
wordt en droog.
Daardoor plakt het niet meer aan elkaar en na
geducht schudden is dan het kussen weer bruikbaar.
Sneller en beter bereikt men dit resultaat door
het kussen met een niet al te warmen bout langzaam
drukkend geheel op te strijken.
Al te sterk drukken moet worden vermedendaar
hierdoor de veertjes te veel op elkaar geperst
worden.
Vele huisvrouwen meenen, dat de dikke as
perges ook de fijnste zijn. Fijnproevers
weten echter te vertellen, dat de middel
soort, dus niet de dunne maar ook niet
de dikke, den fijnsten smaak bezitten.
Wil de huisvrouw weten of de waar die zij koopt
versch is en voor asperges is dit een eerste ver-
eischte daar deze sappig behooren te zijn dan
behoeft zij slechts naar het snijvlak aan het uiteinde
te zien is dit droog, dor en houtachtig, dan is de
asperge zeer zeker niet versch.
Asperges behooren dun geschild te worden. Het
gemakkelijkst gaat dit met een speciaal daartoe
HET ONDERHOUD
VAN DONZEN KUSSENS
3 6
geëigend asperge-schilmesje, voorzien van een uit-
neembaar gillettemesje.
Mën begint bij den kop en schilt naar onderen toe,
eerst heel luchtig en dun, waarbij men het teere kopje
dat spoedig afbreekt met de linkerhand ietwat steunt
en vervolgens naar onderen toe wat royaler.
De ondereinden worden afgesneden.
De schillen en afgesneden stukken worden bewaard.
Daarvan kan men met het afkookwater der asperges
een overheerlijk soepje bereiden.
De afgekookte afvalresten worden gaar gekookt,
door de zeef gewreven en aangemaakt met boter en
meel, melk en eigeel en ten slotte naar smaak met
nootmuskaat en zout.
De smaak van asperges wordt nog beter, wanneer
men aan het kookwater een snufje suiker toevoegt.
Te veel mag dit echter in geen geval zijn.