iism-jM wwi^^' DE ZENUWPROEF rfoor c KICKFAINE a Jv r m -i() EN kapitein Simon van de Sea-lark, wiens I schip met zuidvruchten en parelmoer geladen I was, naar zijn boot wilde terugkeeren, hield Arnold Harwood hem terug. „We zouden graag nog wat van u gedaan willen hebben „Zóó, en wat is dat t" Arnold Harwood keek nu vragend naar den ander, die aan de tegenovergestelde zijde van de houten tafel zat. „Wil jij 't zeggen, Bulley, of zal ik 't doen t" vroeg hij. „Doe jij 't maar," antwoordde de man, die als Bulley aangesproken was. Het was een dikke, kleine man met vuurrood haar, die zijn bijnaam van „Buil alle eer aandeed. „Nou dan, we hebben je noodig," vervolgde hij „om een beslissing over iets te nemen, waarvoor we zelf niet in staat zijn. Kijk, ik was hier 't eerste op dit eiland en volgens de ongeschreven wet der Stille Zuidzee beschouw ik dit eiland als het mijne. Ik heb ontdekt, dat de inlanders hier parelmoer hadden, ik heb hun aangeraden dit voor mij te verzamelen. Ik ben het ook geweest, die u verzocht heb, hier handel te drijven en de goederen te komen halen." „Dat is heel juistknikte de schipper bevestigend. „Ga verder „Welnu," vervolgde Arnold Harwood, „ik was hier nauwelijks een maand, toen Bulley plotseling kwam opduiken. Waar hij vandaan kwam, wie hij was, wat hij verlangde dat weet ik nu nog even min als toen. Hij kwam midden in den nacht in een kano van de inlanders aan. Ik ken zelfs nu nog zijn naam niet. Maar dat alles zou me niets kunnen schelen, als hij me er maar niet trachtte uit te boren en me van m'n eigen eiland wilde gooien. „Hoe dan V vroeg de schipper. „Hij probeert 't parelmoer hooger op te koopen dan ik doe en tracht me zoodoende te ruïneeren. Dat is dan ook de reden waarom wij samen tot de conclusie zijn gekomen, dat een van ons vertrekken moet." „De kwestie is nu alleen maar," kwam de roode dikkerd nijdig tusschenbeide, „wie van ons den aftocht blaast." „Ik begrijp het," zei kapitein Simon, terwijl hij nadenkend met z'n hand langs z'n kin wreef. „Nu verlangen jullie van mij, dat ik beslissen zal, wie er gaat en wie er blijft t" „Juistzei hem Harwood. „Voor twee handelaren té hier niet genoeg parelmoer en zuidvruchten, daarvoor is het eiland te klein. Als we samen hier blijven, beteekent dit voor ons beiden een groot verlies, „Maar waarom moet 1 k vertrekken I" vroeg Bulley nijdig. „Omdat j ij 't laatste gekomen bent. U ziet dus, kapitein Simon, hoe de zaken hier staan. Ik kon hem doodslaan, als ik het wilde," zei de groote, robuste Arnold Harwood, terwijl hij minachtend naar den kleinen, dikken Bulley keek, „maar dat zou niet eerlijk zijn. Vechten kan ik met hem niet om mijn recht. We moeten er dus iets anders op bedenken De kapitein krabde zich eens achter zijn oor. „Ik vind jouw handelwijze fideel," zei hij goed keurend. „Dus moet ik iets bedenken „Juist en hij, die verliest, gaat gelijk met, u mee op de Sea-lark, zoodra de uitslag beslist is," vervolgde Arnold Harwood. „Ja, dat is uitstekend. Maar verduiveld, wat valt er te bedenken. Feitelijk komt alles op kracht aan loopen, zwemmen, boksen, vechten „Koelbloedigheid dan," opperde Arnold. „Uitstekend zei de schipper opspringend. „Jij hebt 't gevonden. „Koelbloedigheid," dat is 't Nou, Buil, ben je van plan je zenuwen tegen die van Harwood te meten „Goed, ik ben bereid zei de Buil stoutmoedig. „Uitstekend Ik geef jullie beiden mijn woord van eer, dat ik een uiterst eerlijke proef zal afnemen „Maar hoe stelt u zich dat voor vroeg Harwood. „Daar heb ik nog niet over gedacht," zei de zeeman. „Maar vinden jullie goed dat ik daar vanavond over nadenk 1" „Natuurlijk, nietwaar, Bulley, we zijn al erg blij, dat u onze scheidsrechter wilt zijn. Denkt u maar een zware proef uit. Er hangt veel van den uitslag af, en 't zou ons hinderen, als we voor een of andere kleinigheid 't eiland moesten verlaten." „'t, Komt in orde, jongeluizei de kapitein, terwijl hij aanstalten maakte om te vertrekken. „Ik lieb aan boord een Maleier, die bekend staat als „de man zonder zenuwen" en met hem zal ik eens gaan praten. Morgenochtend kom ik terug en ik ben er zeker van, er dan iets op gevonden te hebben. Goedendag samen 1" Den anderen morgen tien uur stond kapitein Simon bij de bungalow van Harwood. De twee mannen zaten reeds op hem te wachten. „Morgen, jongelui Ik heb er iets op gevonden, hoor Mijn Maleier komt aanstonds met den derden acteur in 't drama." Hij keek het vertrek eens rond. „Is dit de grootste tafel die u hebt t" vroeg hij. „Buiten, onder de veranda, staat een grootere, dat is mijn toonbank." „Uitstekend. Willen jullie die dan hier in de kamer zetten, alsmede een paar stoelen Aan elk einde van de tafel plaatste de kapitein een stoel. Vervolgens brak hij eenige lucifers door, en hield de koppen naar hen toe. „Wie den langsten lucifer trekt gaat op den rechtschen stoel zitten." Bull won. „Welnu," zei de schipper, „blijven jullie er nog bij, dat degene, die verliest, vanmiddag gelijk met mij afreist De beide mannen knikten bevestigend. „Goed, dan zal ik den Maleier binnenroepen." Enkele oogenblikken later trad deze binnen, plaatste een zak op de tafel en na het koord losge- maak* te hebben, keerde hij den zak precies in het midden van de tafel om. „Groote hemelriep de Buil verschrikt uit, terwijl hij van zijn stoel opstond en tegen den muur bleef staan. „Het plan is nu als volgt," legde de schipper uit, die niet de minste notitie van den dikken man nam. „Jullie gaan allebei op je stoelen aan de tafel zitten en blijven daar zitten totdat de slang bewe gingen gaat maken, waarvan jullie bang worden, dan kan men „dood 'm" roepen en op datzelfde oogen- blik zal de Maleier de slang dooden. Momenteel is de slang nog eenigszins duizelig van het heen en weer slingeren in den zak - maar als ze bijkomt, zal het beest zich gaan bewegen. Het kan den eenen kant op gaan of den anderen, maar degene die het eerst „dood 'm" roept, is de man die vanmiddag met mij mee zeilt. Die heeft eerlijk verloren. Begrepen t" Het was duidelijk te zien, dat de beide mannen zich moed inspraken, toen ze ieder aan een einde van de tafel tegenover elkaar plaats namen. De stilte werd nu voelbaar. De slang had zich tot nu toe nog niet bewogen, en lag nog steeds als een akelige, glibberige, opgerolde massa precies zooals ze uit den zak gekomen was. Zij had ongeveer de dikte van een normalen arm, en terwijl zich op haar rug verschillende kleuren vertoonden, zooals oroen, blauw en geel, zag Buil tot zijn verwondering dat de buik zuiver wit was. Tot zijn groote opluchting bemerkte hij eveneens dat bet dier met z'n kop naar Harwood gekeerd lag. Als de slang liet eerst naar Harwood zou gaan, bestond er groote kans, dat hij, Bulley, winnen zou. Alleen, hoe lang zou Arnold het uithouden Dat was de vraag. „Ah Beide mannen slaakten tegelijk een krce van schrik. De slang had zich nu eenigszins opgericht en de Maleier stond gereed met een ijzeren karwats. „Denk erom," riep de kapitein „wie van jullie het eerste opstaat of „dood 'm"roept, heeft verloren. Hij herhaalde nog eens deze waarschuwing, toen de dikke man een luiden gil slaakte. „Jullie twee handen op tafel," commandeerde schipper, „plat op tafel, dat is eerlijk. Het schoen de beide mannen uren toe, dat ze by tafel zaten met de slang tusschen hen in. Geen oogenblik durfde Bulley z'n oogen van het beesi af te wenden. Hij begon zich ten laatste verwonderd af te vragen, hoe het zijn zou als hij gebeten we- Langzaam kwam er beweging in de SubberT massa. De slang scheen zich uit te rekken, en w

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 4