met z'n kop op Bulley af. Het bloed scheen Stil te
staan in z'n aderen. Nog slechts enkele centimeters
was het afzichtelijke dier van z'n handen verwijderd.
Bulley's hart klopte in z'n keel. Als hij in staat was
geweest om „dood 'm" tevzeggen, had hij het vast
gedaan, maar z'n tong leek van angst vast te zitten.
Hij trilde als een espenblad, toen hij den akeligen
kop van de slang langs z'n arm voelde schuiven.
„Kijk naar z'n giftanden hoorde hijHarwood
sarcastisch opmerken.
„Houd je mond, Harwood donderde de kapitein.
„Als je nog wat zegt, verlies je
En op dht oogenblik draaide de slang zich om,
waarschijnlijk door het geluid van de stemmen.
De Maleier volgde opmerkzaam elke beweging.
Minuten gingen voorbij. Eerst scheen het of de
slang den grond wilde zoeken, daarop schuurde ze
recht over de tafel, in de richting van Harwood's
handen. Maar nauwelijks had ze deze geraakt of ze
trok weer terug.
Bulley werd een merkbaar schudden der tafel
gewaar en toen hij naar Harwood's handen keek,
zag hij, dat de groote man zich met alle krachts
inspanning aan het tafelblad vastklemde.
De slang siste nu en z'n zwarte, dunne tong
bewoog zich snel heen en weer. Doch het was nog
meer de verandering, die er met Harwood had plaats
gegrepen, die den dikkerd verwonderde. De man zat
daar als gehypnotiseerd. Hij hoorde z'n hijgende
ademhaling en z'n oogen schenen glazig te worden.
Bulley waande zich reeds overwinnaar. Harwood
had ontzettend gebluft. Nu het zijD beurt, was, dat
hij met dat doodelijke reptiel geconfronteerd werd,
leek hij bijna bewusteloos van schrik. Bulley kon
wel juichen. Daar zat Arnold Harwood, dikke zweet
droppels parelden op z'n voorhoofd. En toen de Buil
naar de slang keek, wist hij zoo zeker als iets
dat wanneer de Maleier niet direct handelend zou
optreden, Harwood ten doode was opgeschreven.
Eensklaps richtte de slang zich al hooger en
hooger op, totdat zij op dezelfde hoogte was als
Harwood's keel. Met innerlijke vreugde zag Bulley,
dat het dier blijkbaar de bedoeling had z'n tanden
in Harwood's keel te zetten, daar deze geen boord
droeg en van z'n overhemd de twee eerste knoopen
open droeg. Hij zag den Maleier iets vooroverbuigen
als wachtte deze op het woord „Dood 'm." Doch
Bulley zag dat Harwood als versteend was van angst
en nooit bij machte zou zijn dat woord te uiten.
Eensklaps scheen de slang zich weer te bedenken.
Langzaam zakte ze weer op tafel terug en keerde
zich met den kop weer naar Bulley.
jEfen angstschreeuw kwam er van de lippen van den
dikken man. Hij was niet meer in staat dezelfde
vreeselijke oogenblikken nogmaals door te maken.
Wat kwam 't eiland er op aan, als zijn leven er mede
gemoeid was t
En eigenlijk was 't toch van Harwood. „Dood 'm",
gilde hij opeens. „Dood 'm."
„Dat is datviel de stem van kapitein Simon in,
toen de Maleier met een slag van de ijzeren zweep
den kop van het reptiel verpletterd had.
Terwijl de Buil sidderend van z'n stoel opstond
zei hij „Je hebt 't gewonnen, Harwood
„Gefeliciteerd, Harwood," zei de kapitein. „Je
hebt het eerlijk gewonnen, kerel. Zullen we er een
glaasje op drinken
„Uitstekend," zei Harwood, die langzaam weer
wat bijkwam.
„Ik ga m'n boeltje maar pakken," mompelde
Bulley nijdig. „Hoe laat gaan we weg t"
Een uur later staarde Harwood vanaf de veranda
de Sea-lark na. Men zou verwacht hebben, dat hij
ha deze overwinning meer dan voldaan was. Aan z'n
gezicht te oordeelen scheen hij echter zeer terneer
geslagen te zijn. Hij kon het idee niet goed van zich
afzetten, dat hij door z'n kennis van slangen tegen
over den onwetenden Bulley misschien niet eerlijk
gehandeld had. Hij wilde zich juist naar binnen
begeven, toen hij een angstkreet hoorde.
„Wat is er f" riep hij uit.
„Slang 1" klonk het in doodsangst.
„Maarzij is dood !"riep Harwood terug. „Quito,"
vervolgde hij nu tot den zwarten inlander, die
huiverend binnenkwam „wat is dat voor onzin 1
Je kijkt ook niet goed uit. Zelfs als het beest nog
leefde is het nog ongevaarlijk. Dat heb je mij ten
minste zóó geleerd."
„Ongevaarlijk t" De jongen staarde hem aan.
Hij keek opnieuw naar de deur, waar de slang dood
op de steenen lag. „Zij is niet ongevaarlijk. Zij je
direct doodt. Zij de gevaarlijkste slang op het eiland
„Maar ze heeft toch een witten buik," zei
Harwood eindelijk. „En je leerde me zelf dat slan
gen met een witten buik ongevaarlijk zijn."
Quito schudde z'n hoofd.
„U u vergis. Ik zei, witte buik met zwarte
vlekken van onderen niet gevaarlijk. Maar deze zijn
doodelijk."
Met een huivering schopte Harwood het beest
de veranda af, 't zand in.
„Doodelijk zei hij ontsteld. „Boodelijk 1
Alleen de zekerheid dat het dier ongevaarlijk was,
heeft me de kracht gegeven, die ontzettende oogen
blikken door te maken. Als ik geweten had, dat
het b< e d doodelijkGooi dat ding direct mijlen
ver weg, Quito." zei hij met een huivering.