WIJNKELDERS
onder de Markt van Maastricht
C. C^Cypels:
Het tellen van de duizenden flesschen wijn
in de lange rekken is een secuur werkje.
opslagplaatsen zijn te Maastricht te vinden,
waar het meerendeel der wijnen, die Neder
land consumeert, een wijle naar gebod van
eigen aard vertoefd heeft.
Het groote Marktplein, rondom het grootsche
stadhuis van Pieter Post, een leerling van den
bouwer van het Paleis op den Dam te Amsterdam,
is de waardige kroon van één groot en uitgebreid
complex van kelders, die zich, ondergrondsch natuur
lijk, nog ver uitstrekken onder de belendende zij
straten
Het was een prille
voorjaarsdag, toen wij,
eenige jaren geleden,
in gezelschap van den
Vlaamschen schrijver
Felix Timmermans en
talrijke andere Pallie-
ters, den eigenaar van
deze schatkamers ont
moetten en tegen 't
middernachtelijk uur
op vriendelijke uitnoo-
diging ons onder de
moeilijk zou zijn te geraken, ook zonder eenig matig,
middelmatig of overmatig gebruik van het alom
aanwezige, buiten de hulpvaardige aanwijzingen
van een gids. Hoe zijn deze kelders gegroeid Ver
moedelijk uit een bescheiden keldertje, dat bij uit
breiding der onderneming behoefte gevoelde aan een
naburigen kelder en deze weer aan 'n anderen, tel
kens met mogelijkheden aan de vier zijden. Hier
door is een romantisch geheel ontstaan, dat een
oogenschijnlijk warnet biedt van gangen en ruim-
ÜWÜ1VÜH DÜ^OrVÜU.
De Maastrichtsche
kelders zijn een dool
hof voor den oninge
wijde, waaruit het
De wijn wordt door de
knechten vanuit de vaten
in de fusten overgetapt.
IEDERE kelder kan, jammer genoeg, nog geen
wijnkelder zijn. Er zijn meerdere redenen, die
zulks bemoeilijken of zelfs beletten. Redenen van
allerlei aard, die te melancholisch stemmen
om hier een opsomming te vinden. Er is echter één
omstandigheid van volslagen fatalen aard, waarbij
iedere mistroostigheid achterwege kan blijven en
dat is de bodemgesteldheid. Deze immers is van
nature gunstig voor het eene en ongunstig voor het
andere en biedt voor- en nadeelen, waarmede de
bovengrondsche bewoner nu eenmaal rekening moet
houden. De natuurlijke, goede eigenschappen buit
hij gemeenlijk ten eigen voordeel volledig uit en
tegen de kwade verweert hij zich zoo ver zijn krach
ten dit toelaten.
Er is een tijd geweest nog niet zoo heel lang
geleden dat in ons eigen Zuid-Limburg „wijn"
geplant werd. Mogelijk kan dit wederom geschieden;
als tegenwicht van het overvloedige zwarte goud,
dat er gedolven wordt, zou eenig goud in flesschen
wellicht waardeering kunnen vinden.
Voorhands is wijn een product van vreemden
bodem en om den overgang naar grage noordelijker
oorden niet al te schielijk te maken, bezit Zuid-
Limburg kelders, die voortreffelijke woonoorden
voor vaten en flesschen gebleken zjjn. De grootste
De markt te Maas
tricht, waaronder de wijn
kelders zich uitstrekken.