Bloesempracht in het rijke land van Kapette. Grazende schapen in een sprookjestuin onder
Kattendijke.
Een tafereel van Zeeuwsche schoonheid in een historisch
hoekje van Wemeldinge.
Een heerlijk vergezicht over het bloeiend Zuid-Beveland geniet men van den ouden vluchtheuvel te Wemeldinge,
Als 't lente wordt in landelijk Kloetinge. in oud-burgemeester Wabeke's tuin.
Aan 't werk in een Biezelingsch kersenparadijs.
toe om er eens rond te dwalen onder en tosschen
de sprookjesachtige gewelven van wiegende, geuren
de, zachtgetinte bloemen, waaronder stammen
en takken schuil gaan. Dan dient er niet te precieus
op fijne schoentjes geletwant de Zeeuwsche fruit -
boer plaveit z'n boomgaard niet, hij heeft juist
den bodem opnieuw los laten hakken, dat 't regen
water niet verdampen kan, maar gemakkelijk dooi
de klei wordt opgezogen, en 't grijze vocht, de
kleverige brei spuiten in 't rond onder iederen tred.
Maar dan juist, midden in de zachte geuren,
midden in dit wijde, blanke bosch verdwaald, is
't genot het grootst, is dit lentefeest het heerlijkst.
De alledaagschheid van het sleurleven verdwijnt,
ieder simpel ding, een koe, een veulen, een fluitende
jongen, een breiende vrouw, de lachende meisjes,
een spelend kind, in deze wondere wereld wordt alles
nieuw en anders, mooier en blij der dan we 't ooit
zagen.
Tegen den achtergrond van dit teere lentesprookje
zien we opnieuw en helderder den rijkdom van het
leven, dien wij vergeten waren in de grauwe eentonig
heid van 't dagelijksch bestaan. Er is, ook in de
zorgelijkste tijden nog nieuw geluk en waar levens
genot te vinden wanneer wij de moeite willen
nemen, het te komen zoeken, waar de natuur het
voor ons heeft klaargelegd. F. d'A.