23 plaatsen prijkte de gymnastiekzaal met ongebruikte toestellen. Er klonk een felle knap en de rhythmische slag van den bal tegen zijn houten grensvlak hield opeens op. H. Hedge wendde het hoofd juist op tijd, om een bolvormig voorwerp met griezelige snelheid op zich te zien toekomen. Hij had geen tijd om te bukken. Het projectiel trof hem vlak in 't midden van zijn voorhoofd, sprong even plotseling terug en rolde over den vloer naar een verren hoek. Er bengelde een gebroken koord boven het hoofd van Constance Brooke, die even als verstijfd stond, zwaar ademend en met groote oogen naar den be - zuinigings-inspecteur starend. Hij wreef verbaasd zijn voorhoofd af en staarde terug. Er kwam een gierende lach van Alice en een „Wel alle.van Billy De bokseres beet op haar lip, fronste, maar zei geen woord. Zij trok haar handschoenen uit, wierp ze van zich, liep snel naar de deur, drong langs Hedge heen en verdween. Horace bespeurde een vonk van zegepraal in haar oogen. De bezuiniger liep het vertrek door naar den verren hoek en raapte den bal op. Hij bekeek dien benieuwd, zag het afgebroken stuk koord, dat er aan zat en knikte goedkeurend. Toen hij den leeren bal in zijn handen omdraaide zag hij, dat er iets op geschreven stond met krjjt. Ijverige vuisten hadden het op schrift half uitgewischt, maar het was nog leesbaar. Het luidde: H. HEDGE Z.E.B. „Ieder schijnt zijn eigen manier te hebben, om een ander te treffen," peinsde Hedge. „Ik moet toegeven, dat ik me getroffen voel ZESDE HOOFDSTUK Zij lieten 't Alice doen, na het diner. Bij vluchtige inspectie bleek de indringer geen schrammen te bezitten als gevolg van zijn botsing met den stootzakhij vertoonde ook geen teekenen van wrok. Het getij leek zoo gunstig mogelijk, terwijl de nood hoog en dringend was. Alice hield zich lezende, keek toen op van haar tijdschrift en zei zacht „Hier staat een artikel over armoede, meneer Hedge. Armoede moet iets ontzettends zijn." „Schandalig," erkende hij. „Bent u wel eens arm geweest 1" „Ik f Ja hoor." Hij keek haar scherp aan. „Maar nu bent u 't toch niet meer t" „Nee. dat kan ik niet zeggen." „Ik wel," zei Alice klaaglijk. H. Hedge deed een uitroep met zijn oogen. „Ik heb geen rooien cent," ging Alice voort. „En Billy ook niet. En Connie heeft maar twee zevenen negentig." Zij wachtte even, om het besef te laten door dringen, en vervolgde toen „Maar 't is vandaag betaaldag." „Betaaldag V' herhaalde H. Hedge, zijn voor hoofd rimpelend. „Voor wie f" „Voor ons Met een gebaar omvatte Alice hen alle drie. Constance keek attent naar 't vuur en Billv liep wat rondmaar hun beider opmerkzame ooren misten geen woord. „Ik wist niet, dat jullie een betaaldag hadden," zei Hedge. „Tóch is 't zoo Eens per maand." „Da's interessant. Wie betaalt er dan „Vader natuurlijk. Wie anders 1" „Waarvoor 1" Alice keek hem ongemakkelijk aan, richtte toen een zijdelingschen blik naar haar zuster. Die jonge dame hield het hoofd afgewend. „Nou.omdat we zijn kinderen zijn natuurlijk „Dus jullie krijgen salaris, omdat jullie kinderen van meneer Brooke zijn 1" „U kunt beter zeggen toelage," antwoordde Alice met een weifelend lachje. „O zei de voogd. Zijn verbazing min derde. „Je bedoelt, dat jullie ieder een vaste fooi van jullie vader krijgen." Billy wierp een donkeren blik naar Hedge, die er niets van merkte. Constance, met het hoofd nog steeds afgewend, fronste. „Zoo noemt hij 't nooit," stotterde Alice boos, maar toch meer denkend om het doel dan om de middelen. „Hijhij betaalt 't alleen maar." „En wat doen jullie er voor terug V' „Wij Nou, we.we houden van hem Constance kuchte met duidelijke opzet telijkheid. Dat was een signaal. Die zijde- lingsche aanval van Alice stond haar niet aan zij had gerekend op een rechtstreek- schen aanval, snel en stout uitgevoerd. Straks ging Alice hen allen op een onmoge lijke manier binden. „O juist," zei de bezuinigingsman ernstig. „En hoeveel betaalt hij dan „Billy en Connie krijgen tweehonderd dollar per maand. Ik honderd. Maar als ik jarig ben, krijg ik opslag." H. Hedge schreef cijfers op een bloc-note. „En die bedragen vervallen vandaag," vervolgde Alice. Hedge zat nog te rekenen. „Daar volgt uit," zei hij, opkijkend, „dat uw vader onder uw drieën 6000 per jaar aan fooien uitdeelt." „Zooveel V' vroeg Alice verontschuldigend. „Maar 't gaat bij kleine beetjes, ziet u. En vader houdt nog zoo'n massa over." Billy was naar Constance geloopen, boog zich over en fluisterde knorrig „Ze pakt 't niet goed aan. Hij praat haar omver." „St, Billy. Afwachten." „Als ik 't wel heb," zei de indringer, „is dit een verzoek aan mij, om door te gaan met die uitdeeling van fooien." Alice onderdrukte een kreet van ergernis, knikte toen. Zij kon voor haar trots geen honderd dollar per maand wagen, vooral niet nu zij „rut" was. Hedge sloeg weer aan 't rekenen. „Ik zal doorgaan met die fooien," zei hij opeens. „Toelagen bedoelt u riep Alice uit. „Goed, toelagen dan. Fooien is korter. Maar ik zal ze inkrimpen." Constance stond op van haar stoel, als door een ongeziene kracht gedwongen. Zij keerde zich om en keek de kamer rond. Billy bleef staan. „Alle toelagen worden met vijftig procent ver minderd," kondigde Hedge af, „tot nader onder zoek." Er volgde een mobilisatie van Brookes aan den anderen kant der tafel. Alice was blij, dat haar reserve-troepen aanrukten. „U deelt. onze toelagen. door de helft V' vroeg zij langzaam. „De helftin dagelijksche termijnen." „Dagelijksche. „Dagelijksche termijnen." Alice was ontzet. Zij voelde de geruststellende hand van Constance op haar schouder en zag smee- kend naar haar op. „Nu jij verder, Connie," fluisterde zij. „Er blijkt dus," ging Hedge, nog rekenend, voort, „dat uw vader aan twee uwer ongeveer S 6,66 per dag heeft uitgekeerd. Zon- en feestdagen inbegrepen, en aan de derde omtrent §3,33 per dag. Hoeveel geeft u daar van uit „Alles," zei Billy. „Wat dkcht u „Waaraan V' „Nou, aan al wat we noodig hebben natuurlijk." „Kleeren schoenen licht en verwarming V' vroeg Hedge. „Wat een idee riep Constance hooghartig. „U wilt toch niet zeggen, juffrouw Brooke, dat u, bijvoorbeeld, van S 2400 per jaar niet minstens uw kleeren betaalt t" Constance lachte, maar het was een vreugdelooze lach. Zij keek naar haar japon en bleef lachen. „Als u maar een beetje verstand had van japonnen, zou u zooiets niet vragen," zei ze. „Voor zulke din gen gebruik ik natuurlijk mijn toelage niet. Die is alleen voor persoonlijke behoeften, om naar mqn eigen zin te gebruiken." „Zijn kleeren dan geen persoonlijke behoefte t" „Misschien wel," gaf zij ijzig toe. „Maar vader betaalt ze." „En geldt dat ook voor u vroeg Hedge, Billy scherp aanziende. „Met een kop er op," verklaarde Billy. „Ik be taal mijn benzine nog niet eens zelf „Nu," sprak Hedge, „als jullie dan geen van allen je toelage gebruikt voor voeding, kleeding of andere levensbehoeften, waar jullie vader op andere wijze in voorziet, dan zie ik heelemédl geen reden, om toe lagen uit te keeren." Er kwam een koor van kreten van de drie Brookes. „Ik wil echter niet wreed zijn," ging hij voort, „alleen rechtvaardig. Ik ben hier niet om af te breken en te vernielen alleen om te reorganiseeren en te ordenen. Al ben ik van oordeel, dat een korting van vijftig procent op uw toelagen hier eigenlijk niet voldoende is, zal ik op 't moment niet verder gaan. Juffrouw Brooke en meneer Brooke, u kunt van nu af ieder S 3,33 per dag ontvangen. Alice krijgt 1,66. Alle betalingen zullen 's morgens half negen geschieden, hier op 't kantoor, en voor iedere betaling zal de ontvanger een bewijsje teekenen." Constance was in een steenen beeld verkeerd. Alice beefde en haar lippen trilden veelzeggend. Billy stoof op. „Dat nemen we nietschreeuwde hij, en hij schudde zijn vuist boven het bureau. Waarop de bezuinigingsman een groote vraag stelde „Wat wou u er aan doen V' „Vechten „Uitstekend. Hoe „Nou eh. we gaan er eenvoudig niet op in „O als u geen tweehonderd dollar per maand krijgt, wilt u niéts hebben Bedoelt u dat Billy aarzelde en voelde Constance aan zijn mouw trekken. „Als u dat bedoelt, zal ik 't erg prettig vinden," vervolgde Hedge. „Ik kan echt niet inzien, waar jullie geld voor noodig hebben. Jullie leven maar raak en er wordt voor alles gezorgd. Willen jullie geen mindere toelage aannemen, dan spaar ik op dit stukje verkwisting geen vijftig, maar hónderd pro cent. Dat zou ik natuurlijk prettig vinden. Bent u met me of tegen me „Tégen je Vervolg op paa. 34.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23