De garagejongen Peter-Eva in actie, leder die teel eens een autoband met een handpomp beluchtheeft, weet welke energie voor een dergelijk karweitje itoodig ie. In ieder geval is Franzieka GaaVs vermomming uitstekend geslaagd. Opa Bressari ziet in de kaarten, dat hij weldra uit zijn huis zal worden ver dreven. Natuurlijk had hij dit ook kunnen zien aan de onbetaalde huur - kwitanties, maar dat was minder interessant geweest. „Proost, mijn waarde In de dej- tige club haalt „Eva-Peter" den fuivenden gast over, zich toch vooral eens onder handen van Dr. Bandier te stéllen. „Je ziet er beroerd uit, mijn beste," zegt zij/hij vriendelijk. Deze Filma-Film werd gemaakl naar een tooneelstuk van Felix Joachimson j en is 'n amusante travestie-geschiede- nis, waarin Franziska Gaal, Felix Bres- sart en Hans Jaray 'n hoofdrol spelen. ZE was achttien jaar oud en heette Eva. tot dat zij tot garage-jongen werd gepromoveerd. Toen heette zij Peter en moest allerhande onvrouwelijke werkzaamheden verrichten. Heelemaal vrijwillig was zij echter niet tot het Peterschap overgegaan, maar er waren omstandig heden en oorzaken, die bij ieder menseli vaak zoo'n groote verandering in het leven teweeg kunnen brengen. Zoo ook bij Eva. Na een langen lijdensweg kwam eindelijk haar vermomming uit en natuurlijk viel het genoegen van deze ontdekking aan den edelmoedigen jongen man te beurt, die haar al eerder had geholpen. Die jonge man was een dokter zonder klanten, en de dankbare garage-jongen verschaft hem nu uit erkentelijkheid wat patiënten, door een stelletje deftige lieden wijs te maken dat zij een dokter noodig hebben. Hoe zij met die lui in aanraking komt, is weer een aparte geschiedenis, waarover we bet nu niet zullen hebben. Het voor naamste is, dat zij tenslotte als allerlaatste patiënt voor goed in de handen van den dokter terecht komt. die grootvader Bressart op den koop toe een gezon den ouden dag bezorgt. Van deze geschiedenis nu is de eventueele toeschouwer den geheelen tijd met een glimlach om de lippen getuige.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 28