DE GLOEIENDE POOK door John Collins een halve onderarm stak nu door de brievenbus en de vingers van de hand tastten naar het slot BARBARA zei tegen zich zelf, dat ze niet zenuwachtig was. Er bestond dan ook inder daad geen enkele reden waarom ze het wèl zou zijn. Ze woonde op de naar alle waarschijnlijkheid veiligste plaats ter wereld, een flat in Chelsea, op de derde verdieping en zonder lift, slechts een trap en beneden 'n „staf", bestaande uit een nacht- en twee dagportiers. Bovendien het was al over half negen en Charles zou zeker voor elven terug komen van het diner, waarbij hij tegenwoordig moest zijn. Neen - er bestond geen enkele reden om zich ongerust te maken. Maar wanneer je nauwelijks twee maanden geleden rechtstreeks van de schoolbanken bent getrouwd en het is de eerste avond, dat je alleen thuis zit, dan behoef je jezelf niet wijs te maken, dat je je niet gelukkiger zoudt voelen, indien Charles dien kleinen terrier had gekocht, waar hij den vorigen dag over gesproken had. En eh Charles had kort geleden nog gezegd, dat die „aardige" nacht portier een groot- deel van zijn avond doorbracht in de „Bonte Koe" om den hoek. En eensklaps, zonder dat daar eigenlijk een reden voor was, kreeg Barbara een hekel aan den „vriende lijken" nachtportier en vond ze het verre van ver standig, dat ze de afspraak, om dien avond bij haar moeder te komen eten, had afgezegd. Charles zou haar natuurlijk hebben gehaald en dan waren ze samen naar huis gegaan. Ze stond op en stak den pook«n het vuur om het wat feller te laten branden - een helder brandende haard doet je goed Ze vond het vreemd, dat ze tegen niemand kou praten. Half en half was ze nog van plan geweest om een verdieping hooger te gaan, waar dat aardige stel, de Valentines, woonde. Dezen hadden de woning pas betrokken en dien morgen had ze op de trap voor het eerst een gezellig praatje gehouden met mrs. Valentine. Of eigenlijk, mrs. Valentine was het gesprek begonnen en bad ten slotte gezegd, dat ze het erg prettig' zou vinden, wanneer ze beiden eens op een avond kwamen dineeren. Barbara voelde zich gevleid zóó in den smaak te'vallen en maakte een afspraak nog voor dienzelfden avond. Slechts op het laatste oogen- blik herinnerde ze zich. dat Charles niet thuis zou zijn. Elsa Valentine had het natuurlijk volkomen begrepen en gezegd, dat ze later dan maar eens een anderen avond moesten vaststellen. Barbara vroeg zich af of de Valentines het nu vreemd zouden vinden wanneer ze alleen kwam en. maar neen, zooiets kon je toch eigenlijk niet doen. Er bleef niets anders over dan rustig haar boek te lezen en op Charles te wachten, die beloofd had het niet te laat te zullen maken. Bovendien was het niet - prettig voor hem-bij zijn terugkomst haar niet thuis te vinden. Het onbehaaglijke, zenuwachtige gevoel zakte af. Ze kon nu bijna lachen om haar angst en maakte zelfs aanstalten om haar naaiwerk uit de slaapkamer te gaan halen. Ze had de deur al bereikt en de hand op den knop, toen een zacht gerucht in de hal haar deed aarzelen. Ze bleef staan en luisterde. Ja er was iemand bij de voordeur van de flat. Een blik op de klok bij tienen. Veel te vroeg voor Charles. Kort tevoren had Barbara misschien wel tien minuten zonder een enkele reden in haar stoel zitten beven, maar nu ze zich tegenover een tastbaar gevaar bevond, toonde ze zieh koel en doortastend. Zonder eenig geluid te maken draaide ze het electrisclie licht uit en opende de deur. Zooals ze had verwacht, was het donker in de hal, maar de haard gaf voldoende licht 0111 de voordeur vaag te kunnen onderscheiden. Wat ze zag. deed haar aanvankelijk verstijven van schrik. De klep van de brievenbus in het midden van de deur was opgelicht en heel langzaam, centimeter voor centimeter, gleden de hand en de pols van een man naar binnen. Barbara deed niet wat men onder dergelijke omstandigheden over het algemeen pleegt te doen. Ze gilde niet, viel niet flauw en vloog evenmin naar de slaapkamer. Ze stond doodstil met een droog gevoel in den mond en zeer onvast op haar beenen, terwijl ze zich afvroeg of ze de politie nog zou kunnen telefoneeren voordat de man binnenkwam. Een stukje kool, dat stuk barstte in den haard, deed haar het hoofd even omdraaien en op hetzelfde oogenblik zag ze haar ideale wapen. Op de teenen sloop ze naar den salon en greep den pook. Dit moest heel voorzichtig gebeuren en mocht toch weer niet te lang duren, want ze begreep, kostbaar was. dat iedere seconde Pr schenen minuten voorbij te gaan. voordat ze J weer in de hal terug was, mèt den pook, waarvan de punt gloeiend rood zag. Een halve onderarm stak nu door de brievenbus en de vingers van de hand tastten naar het slot. Zo had haar schoenen niet aan. dus behoefde ze niet te vreezen, dat de indringer haar kon liooren. maar ze moest toch al haar moed bijeenrapen 0111 de laatste twee stappen te doen en de gloeiend -hecte pook op den ontblooten arm, juist boven den pols. te leggen. Barbara had geen tijd gehad 0111 er over te denken wat er na deze handeling zou gebeuren. Ze verwachtte een feilen kreet of een heftigen aanval op de deur. Niets van dit al en daardoor juist werd dit oogenblik voor haar tot een van de vreeselijkste op den geheelen avond. Zonder eenig geluid, even zacht als hij was binnen gestoken, werd de arm snel teruggetrokken. Was de klep met een scherp geluid weer in baar vorigen stand teruggekeerd, misschien dat ze dan nog wel haar zinnen bij elkaar had weten te houden Maar juist dit geruischlooze sluiten veroorzaakte, dat ze haar laatste restje zelfbeheersching verloor en voor het eerst in naar leven flauw viel. Gezonde, jonge vrouwen komeu weer spoedig uit een bezwijming bij en reeds na vijf minuten zat ze weer overeind en vroeg ze zich af of het geen nacht merrie was geweest. Maar de brandvlek op den steenen vloer van de hal, de pijnlijke schram aan haar elleboog en een langwerpig stukje vel aan het uiteinde van den nog warmen pook overtuigden haar. dat alles werkelijkheid was geweest. Op één punt stond haar besluit vast. Ouder géén omstandigheid bleef ze nog een minuut langer alleen in de flat. Ze was ervan overtuigd, dat mrs. Valentine, wanneer deze haar geschiedenis hoorde, bij haar zou komen zitten totdat Charles terugkeerde. Een oogenblik later belde ze aan bij de flat boven. „Het spijt 111e heel erg, mevrouw," zei het dienst - meisje in antwoord op haar vraag naar mrs. Valen tine, „maar ik geloof niet, dat mevrouw op het oogenblik kan komen. Mijnheer heeft zich juist nog al ernstig bezeerd een zware brandwond

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 12