DE AANVAL
OP DEN GOEDER
L
De dwaasheid van den
stier kostte hemzelf en
drie menschen hel leven
EEN eigenzinnige en geprikkelde stier is de
oorzaak geworden van de vreemdste ramp,
die de geschiedenis der spoorwegen tot dus
ver heeft gekend. Hij slingerde een loco
motief uit de rails, waardoor een goederentrein
ontspoorde, drie mannen werden gedood en vier
anderen ernstig gewond.
Deze gebeurtenis vond plaats op een vroegen,
zonnigen voorjaarsmorgen in den Amerikaanschen
staat Alabama. Drie jonge negers slenterden op hun
gemak langs den hoofdweg naar het dorp en bleven
staan op het roepen van een vriend, die als wandelpad
de voorkeur had gegeven aan de spoorbaan, welke
parallel aan den weg liep, maar er van werd ge
scheiden door een hooge heg.
.,Denk om dien stier, Billy," riepen ze hem toe.
Billv Johnson, de jonge man op de spoorbaan,
sloeg een haastigen blik over zijn schouder en ver
snelde zijn slentergang oogenblikkelijk tot een
formidabelen looppas, welke hem in een minimum
van tijd bij z'ii vrienden aan den anderen kant van
het hek bracht, veilig voor de al te opdringerige
nieuw sgierigheid van een reusachtigen stier, met een
roode huid en een paar bloeddoorloopen oogen. Hij
was uit de weide, waarin hij thuishoorde, ontsnapt
en wandelde nu in een uiterst prikkelbare en strijd
lustige stemming tusschen de rails.
Johnson was dankbaar, dat hij op het nippertje
het veege lijf kon redden en had dit moeten toonen
door met zijn kameraden direct naar het doip te
gaan, waar ze door den negerpredikant op de Zon
dagsschool verwacht werden.
Zoodra hij echter op adem was gekomen, diepte
hij een stel dobbelsteenen uit zijn zak en een oogen-
blik later zaten de vier donkerkleurige jongelui
verwoed te spelen. Hierdoor werden ze toevallig
getuigen van een ongewone gebeurtenis.
De stier voelde zich eveneens voldaan, omdat
opnieuw het bewijs was geleverd, dat hij
zich in vele opzichten als heer en meester
van de schepping kon beschouwen. In zijn
weide had ieder twee- of viervoetig wezen
het tegen hem moeten afleggen. Nu was hij
in een nieuwe omgeving, en het gedrag van
Billy Johnson had. hem bevestigd, dat zijn posi
tie van wereldkampioen-zwaargewicht onaangetast
was gebleven.
De jongens keken op van het spel en zagen den
stier achterdochtig de rails besnuffelen, een geheel
nieuwe ervaring in 't leven van den graseter. Zijn
belangstelling verminderde belangrijk, toen hij
moest constateeren, dat hij met iets kouds, hards
en oneetbaars te doen had. De stier wilde zich juist
omdraaien, toen een ver verwijderd geloei hem een
achterdochtig rood oog langs de rails deed werpen.
Een vreemd rommelend geluid kwam aanrollen,
en in de verte zag hij iets, eerst niet grooter dan een
hond. Honden zijn onhebbelijke wezens. Ze bhjven
niet staan om zich de lucht in te laten slingeren, of
springen niet in een overhaaste vlucht over een
heg, gelijk mr. Johnson zoo bereidwillig had gedaan,
maar dartelen blaffende in het rond en bijten onver
wacht in je hielen. Voor een stier zijn dat nu eenmaal
minderwaardige strijd-inethodes.
Wat hij evenwel aanvankelijk voor een zwarten
hond had aangezien, nam meer en meer in omvang
toe en werd zelfs nog grooter dan een stier. Het
lawaai was intusschen óók aangezwollen en deed
denken aan de dreunende hoefslagen van een vecht
lustig, viervoetig wezen. Zou de stier, die zich in
deze omgeving hoer en meestor waande, pogingen
in het werk stellen om den brutalen indringer er
weer uit te werken
Dan kon-ie van zijn kant op een hartelijke begroe
ting rekenen. Maar het kón geen soortgenoot
zijn, want het was nu reeds grooter dan welke
stier ook, en deed de aarde schudden onder zijn
voetstappen. Was die witte wolk de adem van hot
dier of de stofwolk, opgeslagen door z'n hoeven
Op dat oogenblik vingen de ooren van den stier
een nog feller en uitdagender geloei.
Het zware signaal van een passagierstrein zou het
dier waarschijnlijk niet hebben geïrriteerd. Maai
de hooge, schrille fluittoon van de goederenloco
motief beviel den stier
allerminst hij be
speurde er iets hoog
hartigs in. Hij krabde
verwoed met de ach-
terpooten, boog den kop
en liet een prachtig
basgeluid hooren. Hij
zou zijn „liooggetoonde
soortgenoot" eens laten
merken met wien hij te
■doen had.
„Het lijkt wel of die
knaap den trein wil
tegenhouden," merkte
Billy op, die al weer ver
geten was dat de stier
hem op z'n hoorns had
De verongelukte
goederentrein.