Onder de bottende wilgen. Op fietstocht langs de slingerende wegen rond 's-Gravenweel. watervloeden, die, alle menschelijke berekening tartend, voor korteren of langeren tijd't ingepolderde land opnieuw in bezit namen en er hun onuit- wischbaar spoor hebben nagelaten. Ten deele zijn zij immers langzamerhand verzoete poelen van het bij dijkdoorbraak de polders binnengedrongen zee water, dat bij nieuwe drooglegging niet geheel kon worden verwijderd; anderdeels zijn zij overblijfselen van door inpoldering of reeds door aanslibbing afgesloten kreken of dergelijke waterafvoeren. Voor den oppervlakkigen voorbijganger vormen zjj een welkome afwisseling in het vlakke, lichte land, een welkome gelegenheid tot verpoozing. Maar wie van onze weelen werkelijk genieten wil, die moet er de moeite voor over hebben, ze rond te trekken en van allen kant hun steeds wisselende vergezichten, hun grillige vormen en schilderachtige begroeiing te benaderen. Kievit en tureluur vliegen er rond om u op een dwaalspoor te brengen en uw aandacht af te leiden van hun nest en eieren, grutto's cirkelen er onder klaaglijk geroep door de lucht. En van den drassigen bodem grazen de koeien en paarden het malsche voorjaarsgras. Bent u het springen niet meer gewoon Dan zult u er een kwartiertje voor over moeten hebben om het gunstigste plekje te vinden van de sloot, die den verderen tocht verspert. En u zult het voor lief moeten nemen, dat u bij herhaling vastloopt in het moeras en een geduchten omweg moet maken om weer uw weg te vervolgen. Maar de belooning is, dat u 't Zeeuwsche landschap tienmaal rijker en schilderachtiger, tienmaal afwis selender en karaktervoller zult zien dan de voorbij snellende automobilist. De lentezon straalt zoo hoog en ver door de licht blauwe Zeeuwsche luchten. De einder is zoo wijd, het licht zoo blank, de wind vaart streelend door boom en struik. En het weel ligt rimpelend te glan zen en te fonkelen. Kom mee naar zijn boorden met wuivend riet, naar zijn ruischende wilgen en statige stammen, naar de vogels van water en wei Zuid-Bevelands weelen zijn in de lente het mooist F. d'A. Waar de paarden zich nog wagen kunnen, loopen wij vast in het drassig moeras. Het 's-Gravenweel vindt zijn voortzetting in 'het grensgebied van s-Gravenpolder, Kwadendamme en Nisse, en dit gedeelte is nog het waterrijkst.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 17