JAGERS IVOOR- ERASMIC K^sSs neem TANDZEEP BULLDOG QuiigeibiA vüvdweeM- CSalary Hastings ciBradley ZUINIG IN GEBRUIK- VOLMAAKT HYGIËNISCH - 31 TWEE blanken volgden het spoor der olifanten. Twee zwarten in geitenhuiden gingen hen vóór, als verkenners hun scherpe oogen speurden in het dichte groen naar het spoor. Zij zaten achter twee olifanten aan, allebei mannetjes, en groot. De oudste van de twee mannen had dien dag de beurt van het eerste schot. Hij heette Wrenn, en was mager, en gebruind door vele jaren in Afrika. Clancey was jonger. Hij had blauwe oogen en 't was zijn eerste groote jacht. Zij waren planters in Oeganda, on met Belgische permissies waren zij de Congoleesche wouden binnen gekomen. Wrenn had een welwillenden glimlach voor de geestdrift van zijn metgezel. Hij had andere dingen aan zijn hoofd. Altijd dacht hij aan Enid, met haar schuwe, ernstige, vertrouwende oogen, en het zachte, lichtblonde haar om haar jonge gezicht. Enid, bijna de zijne. Na deze jachtpartij ging hij naar haar toe. Ze had beloofd, hem dan te zullen antwoorden. Zijn aanbod, om haar verlamde broertje in Engeland te laten behandelen, op zijn kosten, gaf denkelijk den doorslag Dwang was 't. ja, maar zijn hart zei, dat 't voor haar bestwil was. Hij kon voor haar zorgen hij kon haar verwennen hij hield zooveel van haar Niets, zei zijn hart, niets zou hem te veel zijn, om haar gelukkig te maken. Dit was zijn levensbelofte. Gekraak in het bosch. de mannen stonden stil. Het kwam van rechts, zij tuurden in het schaduwend groen, geweren aan de schouders. Geluid linksde olifanten waren apart gaan grazen. De spoorzoekers verdwenen in het bosch, de geweer jongens slopen met de ammunitie. „Ik zal den rechtschen nemen," fluisterde Wrenn, en Clancey knikte. Opeens was er een luide schok. Eén der dieren moest hen geroken hebben. Rechts vooruit, in 't groen, zag Wrenn een kolossaal voorhoofd, uitstaande ooren, en een opgeheven slurf, die de lucht proefde. Snel schoot hij naar de hersens, en bijna tegelijk knalde naast hem het geweer van Clancey, en nög een massaal lichaam vertoonde zich links en verdween met het andere in de wildernis vóór hen. Maar aan de geluiden hoorden de mannen, dat de olifanten gevallen waren, en toen zij hun rookende geweren weer geladen hadden en behoedzaam toeslopen, vonden zij hen beide dood, bijna tegen elkaar. „Ai, wat een ivoorzei Clancey zacht. Zij keken naar het eerste dier, dat twee ontzaglijke tanden had, met grond besmeurd. „Die wegen over de tweehonderd pond, Wrenn ze betalen een pond voor een pond, dus ik haal makkelijk tweehonderd guinjes. Tweehonderd guinjes herhaalde hij blij. Wrenn vond het ellendig, tegen die jonge geestdrift in te gaan, maar recht was recht. „Neem me niet kwalijk," zei hij. „maar dat is de mijne." „Dat kan toch niet Hij ligt links." „Ze hebben stuivertje gewisseld," zei Wrenn. „Maar wie weet, is de jouwe nog wel beter 1" De tweede olifant echter had maar één slagtand, die hoogstens vijfenzeven tig pond woog. Zij stonden er naar te kijken in een ongemakkelijke stilte. Toen viel de jongste der twee uit „Hoor eens, Wrenn't lijkt misschien erg hebberig.... maar weet je 't. zeker? Ik dacht...." „We kunnen de kogels uitsnijden," zei Wrenn koel. „We hebben verschil lende geweren, dus dan weten we 't." Hij ging aan 't werk, kerfde door de dikke huid, terwijl Clancey toekeek, met een! paar droevige oogen. „Ik zou voor mezelf zoo hebberig niet zijn, Wrenn maar er zit meer achter. Ik heb 't geld vreeselijk noodig.... 't Is voor een meisje," vertelde hij, met een blos in zijn gebruinde gezicht. „Zoo Gefeliciteerd." „Ik weet niet zeker, of 't zoover komt," zei Clancey, met een lachje, half bitter, half benieuwd. „Ik. ik ken haar pas een paar weken, zie je, en ze wou al „ja" zeggen tegen een ander. Ik weet niet, wie 't is, maar 't lijkt een heel geschikte kerel. Hij wou haar lamme broertje naar huis sturen, om het te laten verplegen en zoo hij is gewoon haar oogappel 't broertje bedoel ik - en ik kan haar slecht vragen, van die kans af te zien, is 't niet zoo I En ze dacht, dat ze om dien anderen knaap gaf, tot ze mij leerde kennen. op een kalme manier natuurlijk. Maar als ik aan 't geld kon komen, kon ik 't broertje...." „Houdt ze van jeWrenn keek onder langs den rand van zijn helm en zag den blik, die het gezicht van den jongen man verklaarde. Het jonge geluk. En toen het donkere angstgevoel. „Wat schieten we er mee op, of we van elkaar houden," kwam even later het moeilijke antwoord, „als ik haar niet kan vragen 1 Ik zal haar maai aan dien ander moeten overlaten. De hand van Wrenn, die gezocht had in de gemaakte opening, trok zich snel terug. Een seconde keek hij naar iets in zijn bloederige vingers, toen wierp hij dat iets in het groen der wildernis. Zijn gezicht stond strak, zonder uitdrukking. „Vraag haar maar," zei hij kortaf. ,.'t Is jouw olifant." XeT-446"0266A Ong loofel rubberhak voor scheef- Anti- slipping door geheim procédé Bij elke schoenmaker verkrijgbaar Hier ls een eenvoudig. ^a»r 8^» te probeeren. overhalen ook eens Kruscn leden Tallooze ^Jarenlang heh Ik ergaan Inögejtte resultaat. ik middeltjes heb lk 8cPr° h Salt3 en dit scheen me „am een kleine door. Nu heb ik wel goed te doen. dus ging en voel me weer 4 groote flacons Kruschen g opgeblazen uitstekend. Ik heb ook dus nu gebruik lk held, wanneer ik lets feg Mevr E c. D. te L lederen morgen Kruschen Salt:s m het indigestie wordt veroo"aa"t^ m plaats van In Uw inwendige organisme^ Un hoopt zich op en gaat lichaam te worden oPg assen en zuren ontstaan, eisten, waardoor schadelijk g veroorzaken. De wat Pijnen en opgeblazenheid Jtan werking van de 6 zouten regelmatig werken dat de spijsverteringsorganen ^tot «fg^gBend elnde worden aangezet. En dat uwde eetlust, zonder de aan indigestie en f opgeblazenheid naderhand, minste vrees voor ptJneA verkrijgbaar bij alle Kruschen Salts is uitsluitend tlacon. apothekers en drogisten 4 O-BOen het etlket omzetbelasting ln^e®r de buitenverpakkingde naam ïiïïff&S&ÏÏ. Amsterdam, voorkomt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 31