DE FAMILIE-DICTATOR door E. J. RATH ZEVENDE l „Heeft zij gezegd, hoe laat \/rD\//^il/~ zij thuis zou komen j VERVEéLG j „Zij heeft niets gezegd." KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: De fabrikant J. TT. Brooke heeft, met behulp van het Zakelijk-Economisch Bureau, op zijn fabriek zéér veel bezuinigd, en wil nu ook in zijn huishouding be zuinigen. Het Bureau zendt n bezuinigings-inspecteur, H. Hedge, die in 't huis van J. W. Brooke de leiding neemt en de voogdij over de drie kinderen aan vaardt, met schriftelijke volmacht van den vader, die op reis is gegaanDe nieuwe huisgenoot is natuurlijk weinig welkom bij Constance Brooke, haar zusje Alice en haar broer Bill, en evenmin bij het personeel, aan gevoerd door den butler Horace. Hedge begint aan stonds te drillen en te bezuinigen. Hij stelt een kaart systeem in voor 't personeel ieder moet eiken dag een werkkaart invullen en tracht Bill en Connie aan kantoorwerk te zetten. Hij halveert het veel te hooge zakgeld der jongelui en verbiedt het koopen op reke ning. Een Kerstboom mag er niet in huis komen, en op Kerstavond trekken de drie jeugdige Brookes uit, om althans op straat wat feeststemming te vinden. Zij blijven lang weg, Hedge wordt ongerust.. Nu kunt u hiero'nder verder lezen. EEN zwaar gevoel van verantwoordelijkheid drukte Hedgehij werd ongerust. Nu en dan ging hij naar een raam, duwde een gordijn opzij en keek naar buiten. De warrelende sneeuw schonk hem geen troost. Hij belde, en tot zijn verwondering kwam niet Horace, maar Matilda. „Waar is de juffrouw V' vroeg hij. „Weet ik niet," antwoordde Matilda ijzig. Het woord „meneer" liet zij opzettelijk achterwege. H. Hedge merkte niet, dat hij verzuimd had, naar de twee anderen te vragen, 't Leek volkomen natuurlijk, alleen aan Constance te denken. „Had zij haar nieuwen hoed op was, zonder - lingerwijze, zijn volgende vraag. „Weet ik niet." Hij schudde geërgerd het hoofd. 1„Je bent de kamenier van de juffrouw, is 't niet V' „Ja." „Hoe komt 't dan, dat je niets van haar weet t" Matilda deed haar hoekige figuur verstrakken en keek recht in de oogen van den hervormer. „Als u haar behandelde, zooals 't hoort," zei Matilda met verrassende heftigheid, „hoefde zij 't huis niet uit te loopen op Kerstavond." H. Hedge keek verwonderd. De beschuldiging trof hem onvoorbereid. „Er is niets aan te merken op de manier, waarop ik de juffrouw behandel," zei hij vinnig. „Absoluut niets. Ik behandel haar heel goed." „0 ja snoof Matilda. „Ze denkt er zelf anders over." De bezuinigingsman raakte even aan 't peinzen. Hij was werkelijk zeer verbaasd. Het idee reeds, dat hij Constance niet behoorlijk behandelde, kwetste hem. Hij wist, dat het zijn bedoeling was, haar zoo goed mógelijk te behandelen. Hij liad zelfs een hoed voor haar gekocht een van honderd - vijftig dollar Hij wou alles doen, wat Constance wenschte binnen de grenzen der redelijkheid. Niet onredelijk natuurlijk. „Zeg maar tegen de juffrouw. Hij sprak niet uit. 't Was niet fijn, boodschappen te laten overbrengen door een dienstbode. Als 't noodig was, zou hij 't zelf wel zeggen. „Wat vroeg Matilda. „Zeg tegen de juffrouw, dat ze dadelijk andere kousen en schoenen aantrekt, als ze thuiskomt, 't Is erg nat buiten." Dit had hij eigenlijk niet willen zeggen. Matilda trok haar neus op. 't Was twaalf uur. Hij stak zijn vijfde sigaar aan en zette zijn bibliotheekwandeling voort. Het sneeuwde harder dan ooit, en de wind was een VEERTIENDE HOOFDSTUK VOOR zijn Kerstmis maakte H. Hedge een voornemeniets goed te maken en als hij een voornemen maakte, was 't al half uitgevoerd. Hij riep de drie Brookes uit de gymnastiekzaal. Constance bloosde van een stevig partijtje met stormpje geworden. Toen de eerste asch van zijn sigaar in den aschbak viel, ving zijn scherp gehoor een gerucht op, dat hem deed opzien. Er werd een sleutel in een slot omgedraaid. Een seconde later hoorde hij gestamp van voeten, een ingehouden koorlach en toen het dichtdoen van de voordeur. Hedge kneep de lippen op elkaar en er kwam een strenge blik in zijn oogen. Er was in de hall een geheimzinnig gefluister, dat bijna een minuut duurde. Toen weken de portières en de drie Brookes stonden op den drempel. Zij leken wel sneeuwpoppen, op hun stralende oogen en hun roode wangen na. Zij lachten. De bezuinigingsman steunde tegen de tafel en fronste. „Waar zijn jullie geweest V' vroeg hij kortaf. „Dat vertellen we niet," zei Constance. „We wouen u alleen even een gelukkig Kerstfeest wen- schen." Vóór Hedge weer spreken kon waren de kinderen Brooke verdwenen. Hij hoorde hen lachend de trap op rennen. Hij bleef nog een poosje tegen de tafel geleund staan en keek kwaad tegen het kleed. Toen liep hij het vertrek door en draaide het licht uit, mompelend: „Wat donder Alice, in 'n gewatteerden kimono gehuld, sloop Constance's kamer binnen. „Vond je 't niet lollig V' vroeg ze. „Wat „Dat H. H. voor ons op was gebleven." Constance keek in den spiegel en ging door met het kammen van haar haar. „Niet zoo erg," zei ze. „Wat „Ik zeiNiet zoo erg." Alice keek teleurgesteld. „Hij zag er nogal neer slachtig uit, vond ik," vervolgde Constance. „NeerslachtigWat zou dat 1 Wou je soms, dat hij niét neerslachtig keek Hij hóórt toch neerslachtig te kijken Constance ging met haar vingers door een dikke lok kastanjebruin haar en bekeek critisch haar spiegelbeeld. „Ik weet niet," zei ze op een gedrukten toon. ,,'t Is Kerstmis, Alice, en...." „Je wordt sentimenteel," verklaarde Alice brutaal. Constance stond op van haar kaptafel, greep haar zuster stevig bij de schouders en duwde haar de kamer uit. SentimenteelHaar wangen gloeiden. Maar hij hhd neerslachtig gekeken, 't Kon haar natuurlijk niet schelen.... Ja, 't kon haar wél schelen den stootzak, maar haar ademhaling ging rustig. „Pittig meisje," dacht de bezuiniger, terwijl hij haar met onverholen goedkeuring aankeek. „Werd ze maar wat zakelijker „Wat hebben we nu misdreven vroeg Billy. „We geven een avondje," zei H. Hedge, ont wakend uit zijn gedroom. De jonge Brookes ploften in stoelen. „Den 31en December," ging de bezuinigingsman voort. „0-oh riep Alice. „Van 't oude in 't nieuwe „Dat wil zeggenja." „Wét voor avondje V' vroeg Alice. „Zijn daar soorten in V' „Veel zelfs," zei Constance, weer tot spreken in staat. „Bridge-avondjes, dansavondjes...." „Dan een dansavondje. Dus 31 December. Avondje." Hij maakte een notitie op een bloc-note. „Verder niets," zei hij. „Jullie kunnen gaan." De Brookes rezen van hun stoelen en keerden terug naar de gymnastiekzaal. Billy wees naar zijn voorhoofd. „Getikt," zei hij. „Misschien wel," zei Constance. „Maar de kans was te mooi, om voorbij te laten gaan. We gaan dood, als we niet iets doen kunnen." „En ik mag er ook bij riep Alice triom fantelijk. „Zou hij een beetje mènsch worden vroeg Billy, nog bedwelmd door het nieuws. „Niet duurzaam," zei Constance. „Zooveel mogen we niet verwachten ineens. Maar hij schijnt alvast een vrij avondje te nemen."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 22