DE HEER DUM-DUM door Walter QyVlarquiss DEN heelen weg kon Bruce Moore zijn oogen niet afhouden van het schoone visioen, dat tegenover hem zat in den derde-klascoupé. Nog nooit had hij zóó'n meisje gezien. Misschien wel eens een paar blauwe oogen, die op de hare leken misschien wel eens haar, dat net zoo goud blond was en lippen, die even rood, tandjes, die even blank waren. Maar nooit dat alles te zamen, vereenigd in één en dezelfde verrukkelijke persoon lijkheid Hij kon het zich echt niet begrijpen, dat de andere reizigers in het compartiment zoo verstrooid uit het raampje, kouden zitten staren, of onverschillig hun tijdschriften doorbladerden, terwijl zoo'n heerlijk, prachtig meisje onder hen vertoefde Zelf zat zij óók te lezen, in een nummer van het vroolijke weekblad Dum-Dum. Bruce vroeg zich af, wat het zijn zou, dat zij las. Wat kon zooveel belangstelling inboezemen aan zoo'n lief, hemelsch schepseltje iets, dat in een moppenblaadje stond Ha, zij keerde het dubbelgevouwen blaadje om de bladzijde, die zij zoo ernstig had zitten lezen, werd naar Bruce toegekeerd -. nu kon hij zijn nieuws gierigheid bevredigen. Dit is het, wat hij las Zoek den heer Dum-Dum In ons voortdurend pogen, onze lezers zooveel mogelijk op te vroolijken, hebben wij een nieuw plan uitgedacht, om uwe harten te verblijden, terwijl gij op vacantie zijt. Wij sturen een vertegenwoordiger van ons blad naar de vier voornaamste badplaatsen, met zijn zakken vol geld en dat geld is allemaal voor u Hij zal gekleed zijn in een grijs zomerpak met bruine schoenen, en hij zal met een nummer van Dum-Dum in de hand loopen. U hoeft niets te doen dan naar hem toe te gaan, als u hem ziet, en hem op den schouder te kloppen met het laatste nummer van Dum-Dum, en tegen hem te zeggen „Zoo, meneer Dum-Dum, bent u daar 1 Geef maar op die tien pond En dan zal hij u aanstonds dat bedrag overhandigen en dan kunt u gaan genieten Denk u eens in, hoeveel pakjes ijs u ervoor kunt koopen, hoeveel kwartiertjes u er voor uit zeilen kunt gaan, welke andere weelderige vermaken u ervoor kunt ge nieten Kijk dus uit naar meneer Dum-Dum, als u tien pond wilt hebben, 't Is zoo makkelijk. Deze week komt hij in Brighton. Neemt uw kans waar Bruce liet zich niet inpakken door dien meester lijken zet van moderne journalistiek, al ging hij inderdaad naar Brighton. Ja, hij ging daar zijn tijd verknoeien met heen-en-weer-loopen langs den bou levard, om een raadselachtigen meneer uit te zoeken, die net zoo gekleed was als duizend anderen De trein rolde voortBruce was enkel verrukking, en genoot van ieder straaltje schoonheid, dat uit den tegenovergestelden hoek tot hem kwam en zij bleef verdiept in haar nummer van Dum-Duin, en keek niet één keer zijn kant uit. Eindelijk, met veel gesis van stoom en geknars van remmen, reden zij langzaam het station Brighton binnen, en de pikante zeelucht drong al binnen door de open raampjes. Er ontstond gedrang, om den trein uit te komen. Bruce keek met oogen, die nog steeds uitpuilden, toe, terwijl het meisje opstond, haar koffer greep en het rijtuig verliet, en zich verloor in de massa, die naar de controle drong. Hij was haar kwijt Hij stond op het punt, een wanhopig gekreun te beginnen, toen er een straal van hoop in zijn hart drong en er langzaam een glimlach over zijn gezicht sloop. Hij was haar kwijt voor 't oogenblik maar wat hinderde dat Zij was ook in Brighton waarschijnlijk op vacantie. Welaan dan zou hij haar zeker wel eens ergens treffen, en te weten komen wat haar liefste plekje was. Hij bereikte in een jubelstemming zijn pension. Hij rimpelde zelfs het voorhoofd niet, toen de hospita op nederigen toon kwam vragen, of hij, wegens de drukte, genoegen wou nemen met een halve kamer een groot vertrek met twee bedden, samen met een anderen jongen heer. Alles was verrukkelijk, en een liedje neuriënd pakte hij uit, en toen ging hij met zorg zijn kleinen voorraad geld natellen. Twaalf pond bedroeg zijn vermogen. Al wat hij op de wereld bezat. Want hij was helaas een poos zonder positie geweest, en meer had hij nadien nog niet bij elkaar kunnen sparen. Ilij waschte en verkleedde zich en ging naar be neden om te dineeren. En daarna, van blijde hoop vervuld, ging hij uit, en hij wandelde het heele strand langs, dan om de muziektent heen en de pier af maar hij had geen geluk. Geen haartje van het meisje kreeg hij te zien. Eirfin, ook niet erg tijd genoeg. Misschien trof hij het morgen beter. Hij ging dus maar weer naar huis en stapte met een gelukkig hart in zijn bed. Zijn kamergenoot lag al onder de dekens en snorkte luide. Den volgenden morgen stond Bruce vroeg op, en hij schoor en kleedde zich nauwgezet. Zijn grijze zomerpak was pas ontvlekt en opgeperstzijn bruine schoenen blonken overvloedig, en gaven aan zijn welverzorgd voorkomen den toets der volmaaktheid. Na een stevig ontbijt stak hij een sigaret op, en toen begon hij zijn boeienden ontdekkingstocht. De zon scheen. Het was een prachtige morgen. Hij wandelde den boulevard langs. Hij genoot van den zonneschijn en de zeelucht, en oplettend keek hij naar iedere dame, die hem passeerde. En toen hij zag haar Zij stond bij de leuning aan den rand van den boulevard, en zij staarde uit over de zee, met een droefgeestig-peinzende uitdrukking op haar mooie gezichtje. Bruce kon maar één kant van haar gelaat zien, maar hij herkende haar beslis t: dat lieve, kleine, even-opwippende neusje, die lange welvende wim pers, dat fraaie ronde kinnetje. Zij was het. Zonder twijfelJa o heerlijkheid zij was het En toen, als gedreven door de kracht van zijn blik, die haar oogen zocht, keerde het meisje zich naar hem toe, en zij keek hem recht in het gezicht. Zijn hart stokte. Hij voelde het bloed naar zijn hoofd stijgen. Er klonk hem een zingend geluid in deooren. Zij keek weer naar hem, maar nu met een glimlach. Ja, zij lachte Bruce deed zijn uiterste best, om terug te lachen, maar hij voelde zelf, dat het resultaat griezelig was. Maar. nu kwam zij naar hem toe, nog steeds met dat lachje. Ze wou tegen hem spreken! „Zoo, meneer Dum-Duin, bent u daar Geef maar op die tien pond lachte het meisje. Wat wou ze Tien pond 1 Was dat alles 1 Als ze gezegd had, dat ze de zon wou hebben, zou hij zijn best gedaan hebben, om ernaar toe te springen en de zon voor haar te halen Hij tastte zenuwachtig in zijn zak, naar zijn porte feuille, en hij telde machinaal tien pond uit, en gaf het meisje de biljetten. Met een stralend gezicht nam zij liet geld aan, en even zuchtend stak ze het snel in haar tasch. „0, dank u, dank u wel, meneer Dum-Dum zei ze. „Tot ziens." Nog heel even lachte zij hem toe en toen was zij weg, verdwenen in den optocht van vacantie- menschen en Bruce, nog roerloos staande op dezelfde plek, trachtte z ijn verkruimelde besef weer bijeen te krijgen, en zich in te denken, wat er eigenlijk gebeurd was, en waarom. I loc had ze hem genoemd Meneer Dum-Dum -*■ O, da's waar ook ja, natuurlijk ze had ge dacht, dat hij de meneer Dum-Dum was De man, die dat geld weggaf Hij sloeg het blaadje, dat hij in de hand had, open en las snel de beschrijving nog eens door. Toen keek hij neer langs zijn eigen grijze zomerpak, en naar zijn bruine schoenen, en hij grinnikte. Wat een ontzaglijke bofWat 'n meevaller Wat zou het een verrukkelijke vacantie worden Nu ja, hij was tien pond armer geworden, maar dat was 't waard, 't Was alles waard, zoo'n meisje te kennen. Met een breede grijns van voldaanheid op het gelaat zette Bruce zijn wandeling voort. En toen bleef hij stokstijf staan. Zijn lach verdween plotseling, en zijn wangen werden bleek. Oei Hij had haar bijna al 't geld gegeven, dat hij had Hij had nu niets meer in zijn zak dan een retour- kaartje en een armoedige twee pond. Niet eens ge noeg, om zijn eerste week pension te betalen. Wat moest hij doen Hij had niemand, wien hij vragen kon, hem wat geld te sturen. Hij zat vast. Hij zou de hospita iets wijs moeten maken, en betalen voor 't reeds genotene, en onmiddellijk naar Londen terugkeeren en dus zijn vacantie den nek omdraaien en zijn kans, om nader in kennis te komen met het wonderbare meisje. Bruce bleef de rest van den ochtend op een een zaam plekje zitten, ver van het menschengewoel, en hij schopte woest tegen den grond. Maar toen hot tijd was voor de lunch, had hij nog geen besluit ge nomen. Hij keerde terug naar zijn pension en gebruikte somber den maaltijd- In de hall passeerde hem zijn kamergenoot met een kort knikje. Zuur ventje, dacht Bruce. Enfin, kon hij net hebben. Hij had op 't oogenblik absoluut geen zin in gezelligheid. De avond kwam, en hij doolde rond, trachtende moed genoeg te verzamelen, om haar op te zoeken en 't te wagen. Toen het donker was, was hij moe, en hij liet zich neervallen in een ligstoel bij de muziektent. Misschien zou de muziek zijn gerafelde zenuwen sterkeu en hem de kracht geven voor het zoo gevreesde onderhoud. En toen drong er, van den stoel aan zijn linker hand, een stem door de duisternis. „Hé, 't is meneer Dum-Dum 1" Bruce tuurde en staarde naar het liggende figuur tje aan zijn zijde. Ja, 't was het meisje In den schemerigen lichtschijn van de muziektent zag zij er liever en aantrekkelijker uit dan ooit. „Ik moet u nog excuus vragen, dat ik vanmorgen zoo op 'n holletje weggeloopen ben," ging het meisje voort, met een zachte, lage stem, die woest te keer ging op de snaren van zijn hart. „U wou zeker graag weten, hoe ik heet 1" „Eh. ja," stotterde Bruce. „Ik ben Margaret Wilson," zei het meisje. „Maar mijn vrienden noemen me natuurlijk Peggy Bruce zat met een open mond naar adem te snak ken. Het werd veel moeilijker, dan hij gedacht had. „U hebt geen idee hoe dankbaar ik u ben, meneer Dum-Dum 1" praatte zij door. „Weet u wel, dat die tien pond me uit den grootsten nood gered hebbent Ik heb op de reis mijn portefeuilletje verloren, ziet u, of misschien is 't gestolen. Ik had niets meer dan zoowat een pond in zilver, en mijn retourkaartje, die zaten in 't portemonnaietje van mijn tasch. Ik ontdekte 't pas vanmorgen, en ik stond net te den ken, dat ik naar de stad terug zou moeten, en mijn vacantie opgeven, toen ik u zagIs 't niet gewoot^ een wonder t" Plof Daar lag hij. Daar lag zijn vacantie, en zijn kans op geluk. Nu kon hij haar 't geld onmogelijk terugvragen. Als hij het deed, zou z ij naar Londen terug moeten En wat had hij aan Brighton zonder haar Hij kon haar vacantie niet bederven. Dus zou li ij weg moeten. Het was 'n harde slag. Of liever: het was ondraag lijk. Maar wat kon hij er aan veranderen Niets Hij wandelde met Peggy mee tot aan haar pension. Hij prentte zich het adres in 't geheugen. Zou hij haar een regeltje durven schrijven, als hij weer in het saaie, doodsche Londen was 1 Hij zuchtte. Het meisje zei „Ik moet maar aldoor denken, dat 't zoo'n geluk was, dat ik u herkende, meneer Dum-Dum Niemand anders dan ik terwijl ik 't geld net zoo brood- noodig had Bruce kreunde inwendig. Hij had het geld zelf óók broodnoodig, bedacht hij. En toen. hé Dat hij daar niet eerder aan gedacht had Waar schijnlijk liep de échte meneer Dum-Dum nog altijd door de stad te dwalen, wachtend op iemand, die hem herkennen zou Goed als 't zoo was, zou hij hem ontdekken Hij zou de heele stad afzoeken. Met arendsoogen ging hij de hoofdstraten en zijstraten doorvorschen, tot hij den echten uitdeeler van goede gaven te grazen had. Het was een zoekerij van je welste, maar 't kon lukken, 't Móést lukken, 't Zóó lukken Vervuld van zijn nieuwe plan nam hij haastig afscheid van Peggy en liep hij naar huis, sterk door hoop en vastlieradenheid.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 4