Hij sliep ecliter slecht. Hij droomde onrustig.
Millioenen heeren Dum-Dura schoten op motor
fietsen langs hem heen, en wuifden spottend met
biljetten van tien pond langs zijn neus.
's Morgens, na het ontbijt, holde hij de trap van
het pension af, toen zijn eerst zoo zwijgzame kamer
genoot hem zoo half staande hield, en allerminzaamst
glimlachte.
„Eh. mooi weer, vindt u niet zei hij zoet-
sappig.
„Ja, erg mooi weer," antwoordde Bruce, en hij
holde door, er inwendig bijvoegende „Loop naar de
maan, ventHij had nu geen tijd om zich op te
houden met lui, die om een praatje verlegen waren.
Hij had een taak te vervullen. Een belangrijke taak.
Hij liet zich door geen mensch weerhouden.
Toen liep hij den boulevard af, van het eene einde
tot het andere, en scherp gingen zijn blikken van
links naar rechts.
Hij zag honderden jonge mannen met grijze
zomerpakken, en honderden met bruine schoenen.
Hij zag er een paar met een nummer van Dum-Dum
in de hand. Maar hij zag er niet één, die in beide
belangrijke opzichten aan de beschrijving beant
woordde.
IVTa de lunch rende hij naar zijn kamer, om zijn
handen te wasschen, en toen hij terugkwam
ontmoette hij wéér zijn kamergenoot op de trap.
„Hallo riep die hem joviaal toe.
„Van 't zelfde," mompelde Bruce, en hij glipte
voorbij. Wat 'n vervelende kerel
In den namiddag bezocht Bruce weer alle plaatsen,
waar hij kans meende te hebben, den heer Duni-Ihiin
te vinden, maar zonder succes. En toen, tegen vieren,
dwong een hevige regenbui hem, om dekking te
zoeken, neerslachtig en moedeloos.
Al zijn zoeken scheen op niets te moeten uitloopen.
Hij moest 't opgeven. Hij kon na vandaag niet dóór-
zoeken. Daar had hij geen geld genoeg voor. Hij
was geslagen. De laatste kans was verkeken.
De regen hield op. De zon zat met een wolk te
vechten. Bruce wou het portiek verlaten, waarin
hij had staan schuilen, toen er een hand op zijn
schouder neerkwam. Hij
keek om, en daar was
die vervelende kerel
weer, zijn kamergenoot,
met een opdringerig,
poeslief lachje hp zijn
rijke tasch, gaf haar naam en adres en waggelde
met een erkentelijk gegrinnik weg.
En Bruce greep den arm van zijn metgezel en hij
keek diep verslagen.
„Bent u bent u wérkelijk meneer Dum-Dum ?k
zei hij.
„Ja zeker," grinnikte zijn kamergenoot. „Kijk
me maar eens goed aan
„Wel allemachtig En ik heb overal naar je loopen
zoeken
„Spijt me, waarde heer. Ik heb u kans genoeg
gegeven, is 't niet t"
De heer Dum-Dum keerde zich om, wuifde nog
met de hand, en wandelde weg uit het portiek, en
uit Brace's leven.
Wat een afschuwelijke pech! Wat een wreede
slag van het noodlotHij had warempel met den
heer Dum-Dum in één huis gewoond, in één kamer
geslapen, zonder hem te herkennen
Zoo goed mogelijk berustend in zijn diep droevig
lot keerde Bruee zich naar den kant van zijn pension
en schrok want Peggy stond daar in eigen persoon,
vlak voor hem, met een leuken rooden regenmantel
aan en 'n stomp parapluutje in de hand. Zij keek erg
ontevreden en streng.
„Wat is dat vroeg ze. „Wat hoor ik f Dus u
bént meneer Dum-Dum niet t"
Bruce schudde spijtig het hoofd. Wat hielp het
hem, haar neg langer om den tuin te leiden
„Als u meneer Dum-Dum niet bent, wie bent u
dan?" vroeg Peggy.
„Mijn naam is Brace Moore," hakkelde de onge
lukkige. „Ik ben.ik ben hier op vacantie."
„Waarom hebt u dan beweerd, dat u meneer
Dum-Dum was stoof Peggy op. „Waarom hebt
u me die tien pond gegeven
Bruce bloosde en proestte en begon eindelijk
stotterend zijn verhaal te vertellendat hij zóó
stomverbaasd en blij verrast was geweest, toen ze
tegen hem sprak, en hem het geld vroeg, dat hij
't haar gegeven had, zonder eigenlijk te weten, wat
hij deed en dat hij haar niet had durven teleur
stellen door haar het geval uit te leggen, toen liij
hoorde, dat zij haar eigen geld verloren had.
„Halloriep hij.
„Nogal 'n prettige va
cantie Zoo'n regentje
er tusschendoor is wel
lekker. Goed voor het
stof."
„Natuurlijk," mom
pelde Bruce, inwendig
woest.
„Ik heb 'n paar drup
peltjes op m'n nieuwe
pak gekregen," ging de
ander voort. „Als 't er
maar weer uit gaat.
Aardig pakje, hè f"
„Prachtigsiste
Brace. Hij hield dio
flauwe praatjes niet
langer uit. Hij moest
weg
„Nou. begon hij
en toen bleef een
heel dikke dame in 't
rood, die voorbij kwam,
met een gilletje staan.
De twee jonge mannen
wendden zich naar haar
toe. Mot een lach als de
opgaande zon kwam de
dikke dame hijgend naar hen toe wankelen.
„Zoo, meneer Dum-Dum kirde ze, en ze haalde
een nummer van dat befaamde weekblad te voor
schijn en gaf er Bruce's kamergenoot een mep mee
op den schouder. „Geef maar op die tien pond. Ik
ben toch niet te laat, hoop ik
Het voorwerp van haar aandacht slaakte een
diepen zucht en groef in zijn binnenzak.
„Eindelijk," mompelde hjj, en hij keek de dikke
dame met een stralend gezicht aan.
„Alstublieft, mevrouw," zei hij. „Het is me een
waar genoegen, u den prijs te overhandigen, met de
complimenten van de redactie van Dum-Dum."
De dame stopte de bankbiljetten in haar omvang-
,Waar keek ze naar f"
Toen hij uitgesproken was, stond Peggy's mond
nog erg strak, maar er was beslist 'n veel zachtere
blik in haar oogen.
„Zoo, nu, enfin," zei ze. „Ik accepteer uw verkla
ring. Maar nu kan ik uw geld onmogelijk houden."
Zij deed haar tasch open.
„Gelukkig heb ik er nog niets van uitgegeven.
Hier is 't. Kijkt u maar na."
Bruce staarde met doffen blik naar het bundeltje
bankbiljetten, dat zij hem in de hand had gestopt.
Wat had hij er nw aan
„Ziezoo en nu moet ik gauw weg, om in te
pakken," zei Peggy met een bitter glimlachje. „Als
ik hard voortmaak, kan ik nog net den trein van zes
uur halen. Eh. dag, meneer Dum-Dum. me
neer eh. Moore bedoel ik."
„Dag, juffrouw zei Bruce met holle stem.
En toen lieten de laatste ronddwalende wolken
opeens, en vinnig, een vlaag van dikke regendroppels
neerdalen, terwijl Peggy weg wou loopen. Zij schudde
vlug de plooien van haar paraplu, stak die op en
schoof de baleinen op. En toen viel er een klein zwart
voorwerp met een plofje op den grond. Bruce bukte
zich, om het op te rapen, en het meisje stond er met
een ongeloovigen blik naar te staren.
„Mijn portefeuilletje riep ze uit. ,,'t Portefeuil
letje, dat ik kwijt was Zij greep het voorwerp uit
Brace's handen en opende het snel. Eén blik was
genoeg, om haar gerust te stellen.
,,'t Is er nog allemaalzei ze blij.
„Dus.dan hoeft u dus niet terug naar Londen!"
riep Bruce uit, toen zijn verstand voldoende gewerkt
had. „We kunnen toch. samen vacantie houden
De glimlach op het gezicht van het meisje stierf
weg en zij zag hem met een koelen blik aan.
„Dat volgt er nog niet uitzei ze.
„O, pardon stamelde Bruce verlegen. „Dat
had. had ik niet mogen zeggen
Peggy keek minder stug.
„Maar u kunt me vanavond wel naar de muziek
tent brengen, als u wilt," zei ze welwillend. „En
later. kunnen we wel wéér zien
Maar dat konden zij niet. De beslissing over latei-
namen de maneschijn en het zeegeruiseh op zich.