23 „Dat hoort tot mijn taak," zei hij. „Ik heb er te veel pleizier in, om 't af te staan. Jullie personeel is heerlijk, vooral de keukenmeid. Nee, dat houd ik voor mezelf. Heeft je zuster een verandering voorgesteld „Nee zeker niet. Je denkt toch niet, dat ik met haar over die kwestie praat V' „Zou ik ook zeggen." „Absoluut niet," vervolgde Billy, het hoofd schuddend. „Maar je zult er toch iets op moeten vinden, Hedge. Ik duld 't niet. Je hebt toegegeven, dat je bezig bent, verliefd op mijn zuster te worden." „Ik Ik kan me niet herinneren, dat ik dat toe heb gegeven. Ik heb alleen een uitdrukking van jezelf overgenomen, 't Zou onbeleefd zijn geweest, als ik je tegen had gesproken." „Die beleefdheid komt wel erg plotseling, vind ik." De bezuinigingsman glimlachte raadselachtig. „Enfin, je hebt 't gehoord. Je begrijpt me wel," zei Billy veelbeteekenend. „We dulden je alleen, omdat je over de duiten gaat. Maar je moet je niet verbeelden, dat we één van allen iets van je hebben moeten, Hedge, of van de manier, waarop je hier den boel drilt. Je bent in één opzicht een kraan, maar dat is hier niet op zijn plaats. En je begrijpt, dat ik op mijn zusters moet passen, is 't niet „Dat is ongetwijfeld je plicht, Brooke," gaf de bezuinigingsman toe. „En ik zal 't doen ook „Prachtig Billy rees op en bleef even besluiteloos staan. Toen haalde hij zijn schouders op. „Snap je 't nu vroeg hij. „Volkomen." Toen Billy zich naar de deur wendde, kwam hij tegenover Constance te staan. Er sprak een vraag uit haar oogen, toen haar blik snel van haar broer naar den bezuinigingsman gleed. Billv kuchte in zijn verlegenheid. „Wat is er overeengekomen t" vroeg zij vroolijk. „Of is 't een geheim „O, heelemaal niet," antwoordde H. Hedge. Billy Brooke keek hem donker aan. „We hadden 't over werk," ging het hoofd der huishouding voort. „Werk Jij, Billy „Nou, waarom niet vroeg hij verwerend. „Ik eh. o, heelemaal geen reden natuurlijk," zei Constance vlug. „Alleen „Ik kan dat óók wel," hernam haar broer, met een weidsch handgebaar in de richting van het bureau en de kaartenkast. „O ja V' daagde zij uit. „Zeg dat maar niet zoo zeker, Billy." „Wil je wedden t" Constance schudde het hoofd en lachte. „Zoolang ik 't baantje heb niét," zei ze. „Je wilt toch zeker een arm kantoormeisje niet uit haar betrekking stooten Billy* zilchtte zwaar. De bezuinigingsman boog zich over een der onder ste laden van het bureau met afgewend gelaat. „Wat voor werk gaat mijn broer doen, meneer Hedge V' vroeg Constance. „O, zoover waren we nog niet. We hebben alleen zoo in 't algemeen gepraat, juffrouw Brooke." „Wil hij bezuinigings-inspecteur worden t" Billy wierp een toornigen blik op zijn zuster en keek nog eens waarschuwend en dreigend naar H. Hedge. Toen liep hij de bibliotheek uit. Constance piekerde. Zij voelde, dat er iets voor haar verzwegen werd, en zij was bang, dat Billy zijn mond voorbij had gepraat. „Wil hij echt aan 't- werk gaan, meneer Hedge vroeg zij, plaats nemend aan den anderen kant van het bureau en een stapeltje rapport-kaarten grijpend. De zakelijke econoom was bezig, de manier te bestudeeren, waarop haar lokken langs haar ooren krulden, en de eigenaardige vastheid van haar klare, grijze oogen, zoodat hij niet dadelijk kon antwoorden. Toen herinnerde hij zich, dat hij wakker moest zijn. „Hij wil iets doen," antwoordde hij. „Dat geeft moed. Wat w;il hij doen 1" „Hij heeft zich aangeboden als mijn secretaris." „Is 't heusch Hier viel iets over te denken, en Constance deed het een korten tijd. „Word. word ik dan ontslagen T" „Als u goed werkt niet," verzekerde hij haar. „En werk ik goed Dit was een lastige vraag, zelfs voor een zakelijk econoom, speciaal, als die pas door een grooten broer gewaarschuwd was. „Middelsoort," antwoordde hij. Constance fronste. Zij had iets beters verwacht, en begon half te vreezen, dat de veldtocht misgeloopen was. Vervolg op pagina 34. „Ik hèb geen malle ideeën," merkte II. Hedge op. „Je hebt toch pas toegegeven, dat je haar het fijnste meisje van de wereld vond." „Is dat een mal idee Billy kleurde. „Nou eh. je weet wel, dat ik 't zóó niet bedoel. Ik druk me niet altijd even handig uit. 't Is natuur lijk geen mal idee maar jij hoeft 't niet te hebben." „Daar heb ik nooit over nagedacht," gaf de bezuinigingsman toe. „Zullen we 't eens bepraten „Nee, merci. Je krijgt op mq geen vat. Maar ik zal je wat zeggen ook al stónd je goed met de familie, je bent in ieder geval beneden Connie's stand." „Hm," deed H. Hedge, met een heel klein zweem pje kleur in zijn gezicht. „Dat klinkt een beetje parvenu-achtig. Ben je een parvenu, Brooke Billy schuifelde met zijn voeten en fronste. „Dat heb ik óók zoo niet bedoeld," zei hij. „Ik wil geen parvenu zijn ik bón 't niet. Ik wil alleen maar zeggen, dat Connie gewend is, met een heel ander soort mensehen om te gaan. Dus je schiet er niets mee op, als je je belachelijk over haar maakt. Dat bedoel ik." „Ik maak me niet belachelijk." „Doe maar niet groot ik weet er alles van." „0, best als je alles wéét...." „En ik wensch niet, dat je haar lastig valt." H. Hedge toonde oprechte verbazing. „Ik wist niet, dat ik dat gedaan had," zei hij. „Heeft ze 't gezegd „Nee, natuurlijk niet. Daar praten meisjes niet over. Maar iedereen kan 't zien." „O juist. Vertel verder." „Nou, da's zoowat alles. Ik wou je maar even waarschuwen, Hedge." „Da's aardig van je, Brooke. Dus wat wil je, dat ik doe haar afblaffen „Nee 1" Billy schreeuwde bijna. „Ik wil alleen, dat je haar met rust laat. Blijf bij haar vandaan." „Ja, hoor eens, dat zal een beetje lastig zijn. We wonen in één huis en we eten aan één tafel," merkte de bezuiniger op. „Zij zit hier den heelen tijd te werken," bromde Billy. „Als ze niet werken wil, kan ik haar niet dwingen." „Misschien wil ze wel maar ze moet van jou niets hebben, Hedge." Over deze opmerking dacht Hedge kalm na. „Da's heel goed mogelijk," zei hij opgewekt. „Maar als je zuster haar werk wil voort zetten, kan ik er niets aan doen. Of liever, ik wil er niets aan doen. 't Is een uitstekende oefening voor haar." Billy zweeg een minuut, worstelend met zijn ziel. „Hoor eens, Hedge," riep hjj opeens uit. „Als dat werk gebeuren moet, zal ik 't zelf doen alles liever dan dat Connie last krijgt." „Nou, Brooke, dat klinkt niet onaardig. Maar er is één ding tegenje zuster doet haar werk op 't oogenblik goed, dus heb ik geen recht, haar te ontslaan. Als ze niet meer voldoet, heb ik een reden. Dan kun jij 't baantje krijgen. Vraagt ze ontslag, dan kun je het óók krijgen. Meer kan ik je niet beloven." Billy zat vast. Hedge's aanbod was volkomen eerlijk, maar toch voldeed 't hem niet. „Geef haar dan een ander baantje," zei hij. „Wét bijvoorbeeld T" „Komt er niet op aan 't personeel drillen." De plaatsvervangende va der schudde het hoofd. H. Hedge, met zijn hinder lijke gewoonte alles te ontdek ken, stiet op een eigenaardige rertooning in de eetkamer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23