,,'t Is juist over de aangelegenheid waarop u zin
speelt, dat ik u spreken wil, kapitein," hernam ik
vastberaden. „Ik heb uit zekere uitlating van tante
Henny begrepen, dat het uw voornemen is Dolly
voor uw vertrek te vragen. Ik kom u verzoeken, neen,
dringend verzoeken van dat voornemen af te willen
zien."
„Zeg eens, meneer de advocaat, namens wie pleit
u hier I" vroeg hij met een zee van spot in zijn blik.
„N&mens niemand, maar vóór Dolly's geluk,"
antwoordde ik bedaard.
Hij keek me aan met een paar half toegenepen
oogen. „Tu-tuut, beteekent dat, meneer de advocaat,
dat het levensgeluk van juffrouw Dolly bij mij niet
veilig wordt geacht t" vroeg hij sarcastisch.
„Het zou bij u misschien veilig kunnen zijn, als
Dolly nog vrij was, kapitein. Maar dat is zij niet. Haar
hart behoort een ander en zij zal dus nooit van u
kunnen houden."
„Mag ik eens weten wie het is, die zich in de gunst
van juffrouw Dolly mag verheugen, meneer George
Graves V' vroeg Jameson langzaam.
„Kapitein, als het geheim een ander gold zou ik
zwijgen, maar nu ik er zelf bij betrokken ben, kan .ik
openhartig zijn," antwoordde ik. „U zult het nu reeds
geraden hebben ik ben het zelf, die Dolly's woord
gekregen heeft. Mijn vooruitzichten dwingen me
echter nog te wachten met spreken. We kunnen
nergens aan denken, voor ik een gevestigde positie
heb."
„Aha, dus u pleit eigenlijk voor uzelf zei Jame
son met bijtende spot in zijn stem.
„Pardon, Dolly's geluk is voor mij alles beheer -
schend," gaf ik hem ten antwoord, terwijl ik een
poging deed, om bedaard te blijven.
„Als het voor haar geluk dienstig kan zijn haar vrij
te laten, dan ben ik op staanden voet bereid van haar
af te zien. Het zal u thans echter duidelijk genoeg zijn,
dat Dolly ongelukkig moet worden in het huwelijk,
dat u op het oog hebt. Elke heer weet welk standpunt
hij in zoo'u geval behoort in te nemen hij zal zijn
eigen wenschen verloochenen en het meisje de pijn
lijke situatie van een aanzoek besparen."
„Neen viel Jameson met harde stem uit. „Dat
ben ik nu juist niet van plan. Juffrouw Dolly is geen
slavin. Als zij mij weigeren wil, staat haar zulks vrij.
Maar ik wil het „neen" uit haar eigen mond hooren."
„Kapitein," hernam ik, en thans kon ik niet ver
hinderen, dat mijn stem trilde van emotie. „Dolly
durft waarschijnlijk geen neen te zeggen. Zij kan het
zelfs niet. En daarom
„Wacht even, waarom niet viel hij me ruw in
de rede.
„Omdat zij niet tegen den wensch van haar tante
in durft gaan, kapitein. Zij en haar broer zijn van
haar afhankelijk en u kunt zich dus misschien haar
positie indenken. Noodgedwongen zal zij erin toe
stemmen uw vrouw te worden en zij zal zichzelf onge
lukkig en u op den duur Wanhopig maken."
Jameson begon plotseling hoonend te lachen.
„Genoeg, meneer de advocaat, uw pleidooi begint
me te walgen," zei hij. „Ik heb meer geduld betoond,
dan u verdient. Bemoei u met uw eigen zaken,
ga liever uw lessen leeren. Goedendag, veel succes
met de advocaterij
Toen Jameson uit het gezicht was en ik mijn
zelfbeheersching had teruggevonden, begaf ik me
langs een omweg naar de druivenkas. Dolly stond
vol verwachting op, toen ik binnentrad. Zij zag
reeds aan mijn gezicht, dat mijn pogingen vruchteloos
waren geweest.
,,'t Is natuurlijk mis," zei ze terneergeslagen.
Ik knikte. „Hij is een man zonder eergevoel, Doll,
waarvan niets te verwachten is. Hij zal je vragen,
in weerwil van alles wat ik hem voorgehouden heb.
Hij zegt dat het je vrij staat hem te weigeren, maar
hij wil het uit je eigen mond hooren."
Dolly begon opnieuw te snikken. „Ik kan niet.
George. Tante Henny, Bert.... en o, ik ben toch
zoo bang met hem alleen te zijn
Radeloos, zenuwachtig om Dolly heen draaiend,
zocht ik naar een uitweg. Plotseling gaf Dolly een
gilletje de deur van de kas ging open. We dachten
beslist Jameson te zien binnentreden, doch het was
Bert.
„Hallo, jongelui, aan 't vergaderen t" spotte liij.
„Wat zien jullie er verdrietig uit Wat is er aan 't
handje Valt liet je zoo zwaar lady Jameson te
worden, Doll I"
„Hou je mond, kwajongen viel ik boos uit.
Bert trok een diep beleedigd gezicht en wendde
zich tot zijn zuster. „Doll," hernam hij, en zijn stem
kreeg een plechtigen klank, „tante Henny heeft de
eer je uit te noodigen in haar boudoir te komen
Dolly slaakte een gil en viel met een wanhopig
gezicht op de kist neer. „Daar heb je 'tO, Bert,
lieve jongen, weet jij geen uitweg V' snikte ze. „Ik
wil Jonker Jameson niet spreken, ik wil hem zelfs
niet zien. Bert, verzin er toch eens iets op, 't is maar
om een paar uur te doen. Hij mag me beslist niet
vragen, of ik zijn vrouw wil worden. Toe, jij bent
zoo knap
„De beste rekenaar van school," zei Bert en hij
keek me aan met een verwaanden blik.
„Jullie zijn diep te beklagen, jongelui. Enfin, ik
ga...."
„Gelukkig," zei ik. „En denk erom niet naar
tante Henny. Loop eerst nog maar 'n paar straatjes
om."
,,'k Zou je danken, dan krijg ik het zéker met
tante Henny aan den stok. 't Is tijd voor sherry,
ik ga mijn aanstaanden zwager van zijn malaria
afhelpen."
Ik wierp hem een stuk hout na, dat echter door
een ruit ging in plaats van hem te raken. Buiten
bleef hij sarcastisch staan lachen.
„Zoo'n vlegelmompelde ik. Toen keek ik Dolly
eens aan. Ze zat er verslagen bij en ik wist niet beter
te doen, dan er even verslagen naast te gaan zitten.
Zoo verstreken er vijf minuten, toen nog eens vijf
minuten. Dolly zuchtte en ik zuchtte. Zij snikte en
ik slikte iets moeilijks door. En beiden keken we
elkaar eens aan
Toen vlogen we plotseling verschrikt overeind.
Vanaf het terras voor het huis'klonk hulpgeroep
van tante Henry en ook een soort gebrul. Wij ver
gaten, dat we ons nog niet hadden willen vertoonen
en renden op het terras toe. De situatie daar was
hoogst zonderling.
Tante Henny had jammerend haar handen op
geheven en slaakte hevige hulpkreetjes. En kapitein
Jameson strompelde half gebukt over het terras
rond, beide handen tegen de onderste knoopen van
zijn tuniek gedrukt.
„Hulp brulde hij. „Vergiftigd, de advocaat heeft
me vergiftigd! Een dokter! Hulp! Hulp!...."
Ik was verschrikkelijk geschrokken en lette niet
meer op Dolly, die doodsbleek in een rieten fauteuil
neergevallen was. Ik rende het huis in naar de
telefoon en belde den dokter op, die twee minuten
loopen bij ons vandaan woonde. Toen rende ik terug
naar bet terras.
„O, help hem gilde tante Henny.
„Schurkengebroedvergiftigd brulde Jonker
Jameson. Tante Henny viel verslagen in een stoel.
Bert kwam uit het huis loopen en vroeg verbaasd,
wat er aan de hand was.
Toen kwam de dokter. Hij nam Jonker Jameson
bij den arm in huis en bleef vijf minuten weg. Al
dien tijd hoorden we het bezeten gebrul van den
kapitein en even later zagen we hem, gesteund door
den dokter, het huis uit strompelen, half gebukt
en huilend van woede. Hij werd in den auto van den
dokter gesjord en daarop ging het portier dicht.
Maar toen hij wegreed, hoorden we nog zijn woeden
den kreet „Vergiftigd, dokter, de advocaat heeft
me vergiftigd
Tante Henny slaakte een zucht, alsof zij afscheid
nam van een heel dierbaren mensch. Toen werd zij
plotseling boos.
„Alles is jouw schuld bitste zij Bert toe. „Ik
begreep dadelijk, dat je den jonker een verkeerde
medicijn in de sherry had gegeven. Tien druppels
kinine, dat was uit flescli nummer negen. Wat heb
je 'm in 's hemelsnaam gegeven
Bert trok eerst een zeer verbaasd en toen een
hevig verontwaardigd gezicht.
„Hoor eens, tante, denkt u soms, dat ik blind
ben, of niet rekenen kan viel hij diep gekwetst
uit. „Ik ben de beste rekenaar van school, vraag
het m'n leeraren maar. Er is geen sprake van
een vergissing. Nummer negen liet ik per ongeluk
kapot vallen en toen deed ik wat van nummer vier
en vijf bij elkaar. Nou, is vier en vijf soms óók
geen negen
Ik keek naar tante Henny, ze zat perplex
„Wat is nummer vier vroeg ik benauwd.
„Onschuldig, broomkali," zei ze toonloos.
En nummer vijf
„Een extract van een Mexicaanschen klimplant-
wortel," gaf zij met een ingehouden snik ten ant
woord. „De arme kapitein is minstens twee dagen
mooi met een ingewandskoliek. Het middel is honderd
in aal sterker dan wonderolie...."
Toen ik dit hoorde, kon ik me plotseling niet meer
inhouden. Hikkend van den lach holde ik weg, om
Dolly op te zoeken. Wij waren gered, dank zij°Bert.
den knapsten rekenaar van school.
Bert bleef altijd beweren, dat hij dit kleine reken
sommetje in de onschuld zijns harten had gemaakt.
Maar toen ik besloot, twee maanden het rooken te
laten, en hem het pond gaf, dat ik zoodoende be
spaarde, knipoogde de knappe rekenaar eens tegen
me.
Vergiftigd, dokter, de advoeaat
eeft me vergiftigd