m «r- K^Hen YARDLEY LAVENDER DOOR RHEUMATIEK TOT WANHOOP GEDREVEN 13 Baumann van't Zoölogisch Instituut der universiteit te Bern. Professor Baumann was van meening, dat het dier de zoo genaamde „Tatzelwurm" of „Stollen- wurm" was, met nauwkeurigheid kon hij dit echter slechts dan zeggen, wanneer men hem het dier levend bracht; of echter de „Tatzelwurm" een volkomen onbekend dier of slechts een onbekende bastaardsoort van een diersoort, b.v. de otter is, kan eerst'dan worden vast gesteld, wanneer het dier gevangen of neergelegd wordt." Tot zoover het verslag van den foto graaf. Het zal niet oninteressant zijn, dit verslag met de verhalen van vroegere ooggetuigen te vergelijken. Een tweetal vroegere ooggetuigen aan hei woord. De eenige, die met den „Tatzelwurm" een gevecht aanging, was de jager F. E. Hij vertelt zijn avontuur aldus „Omstreeks 1907 of 1908, toen ik nog jager van beroep was, moest ik op een warmen zomermiddag op een hoogte van ongeveer 1700 meter boven den zeespiegel een sterk afbrokkelende plek passeeren, die om haar rijkdom aan slangen (gewone adders en zandadders) bekend is (bij Murau in Obersteier). Plotseling vernam ik geluiden, onge veer als een zacht tonggeklak, en be merkte naast mij in het afbrokkelend gesteente, waarin zich diepe gaten en spleten bevonden, een „wormachtig" (slangachtig) dier, ongeveer 40 tot 50 centimeter lang, zwart- en geelgevlekt, dat het voor- en achtergedeelte zeer snel samentrok en mij opnam. Daarbij bemerkte ik ook, dat het zoowel van achteren als van voren kleine voeten had, een soort pootjes, die voor zoover ik mij herinner van achteren naar achter en vooraan naar voren gericht waren, doch alles speelde zich zoo snel af, dat ik dit niet precies kon waarnemen. Daarbij was het dier over de geheele lengte tamelijk gelijkmatig 5 tot 6 centimeter dik, en in de haast was dan ook het hoofdeinde slechts onduidelijk van het staarteinde te onderscheiden. Daar ik een dergelijk wezen niet kende, niet wist, of het giftig was en me begrijpelijker wijze ook eenigszins opwond, trok ikmijn scherp geslepen sabel en sloeg daarmede naar het op mij toespringende dier, daar bij zelf snel door een zijpas uitwijkende. Maar de gladde huid van het dier was zoo taai, dat dit zich vier tot vijf maal herhaalde, voor eindelijk het wapen tot ongeveer de helft van het lichaam bin nendrong. Daarbij viel het dier, zwaar gewond in een zich tusschen de steenen bevindende spleet of het vluchtte daar naar binnen en ondanks her haalde pogingen was het totaal uitge sloten, het daar weer uit te krijgen." Een andere ooggetuige, de onder wijzer F. R., schildert zijn ontmoeting met den „Tatzelwurm" op de volgende wijze „Goed uitgerust begaf ik mij op een lentemorgen (einde April 1929) op weg en bereikte ten slotte na een korte klimpartij den top van een kleinen berg. Na een korte rust tusschen de rotsen wilde ik naar den toegang van het hol gaan zoeken. Daar zag ik plotseling voor mij tusschen verrotte en vochtige blade ren een slangachtig dier liggen. Zijn huid was bijna wit, niet met schubben bedekt, doch glad, de kop platgedrukt, en aan de borst waren duidelijk twee voet- stompjes zichtbaar. Het bewoog zich niet en staarde mij met opvallend groote oogen aan. Ik ken alle dieren uit de streek op het eerste gezicht en wist nu, dat ik het aan de wetenschap onbekende dier, den „Tatzelwurm", voor mij had. In vreugdevolle opwinding, doch ook van een zeker angstgevoel bevangen, wilde ik naar het dier grijpen, maar ik kwam te laat. Behendig als een hagedis ver dween het in een groot gat, en al mijn pogingen om het dier te bemachtigen, waren vergeefsel)Ik was beslist niet door mijn fantasie beïnvloed en nam met heldere oogen waar. Mijn „Tatzelwurm" had ook geen machtige klauwen, doch slechts voetstompjes; het was ook slechts 40 tot 45 centimeter lang. Het betreft hier misschien een zeldzaam voorkomen de soort salamander, die in vochtige holen leeft en zelden in het daglicht komt." Zulke verhalen en ook teekeningen van ontmoetingen met dit geheimzinnige dier bestaan er in Zwitserland, Beieren en Oostenrijk ontelbare. Er bestaat echter slechts een enkele fotografische opname van het beest, die van onzen fotograaf. Het geheele „Tatzelwurm"- probleem beperkt zich dus van nu af aan tot de vraag is het dier op de afbeelding van den fotograaf inderdaad een dier of een fotografisch bedrog Wij hebben de vraag ook aan onze deskundigen voor gelegd en geven hier hun antwoorden De heer Portielje van Artis en de directeur van het Zoölogische Laboratorium te Utrecht betwijfelen het be slaan van den „Tatzelwurm De heer Portielje van de Amsterdam- sche Artis, zoöloog van Europeesche vermaardheid, uitte zich op onze vraag, of hij 't bestaan van den „Tatzelwurm" voor mogelijk houdt, zeer negatief.„Naar mijn meening is het absoluut humbug" zeide hij „analoog met de verhalen over de zeeslang en den weerwolf. Ik heb in Indië fantastische verhalen van inboorlingen en zelfs ook van blanken gehoord over het bestaan van exotische fabelachtige dieren, doch bewijzen daar voor zijn nooit geleverd. Er zijn een voudig geen onbekende wonderdieren meer in de zoölogie. Wanneer de „Tat zelwurm" inderdaad bestaat, .dan is hij waarschijnlijk ook een hagedissoort. Ik betwijfel echter ten sterkste, dat de „Tatzelwurm-legende" op waarheid kan berusten. Hoe de foto is ontstaan kan ik niet beoordeelen." TAe heer Schuurmans-Steklioven Jr., leider van het Zoölogische Labora torium der Rijks-Universiteit te Utrecht, schreef ons het volgende „Samen met collega de Marees van Swinderen heb ik uw foto van den zoo- genaamden „Tatzelwurm" bekeken en beiden zijn wij to tide overtuiging geko men, dat het wel zeer waarschijnlijk is, dat wij hier met 'n geslaagde trucfoto te maken hebben. Onzes inziens is het ver moedelijk niets anders dan een kunstig bijgewerkte dennenappel van een Picea excelsa, die langwerpig konisch is en die hier temidden van sterk vergroote dennenaalden en grassprietjes ligt. Deze conclusie baseeren wij op de op merking, dat de dennenaalden op den voorgrond in vergelijking met het „dier" een zekere grootte hebben, zoodat men hiernaar de vermoedelijke grootte van het „dier" op ongeveer 15 c.M. kan be rekenen, wat veel en veel kleiner is dan de grootte die de fotograaf als 80 c.M. aangeeft en volkomen overeenstemt met de grootte van een dennenappel van Picea excelsa." Is de kwestie hiermede nu afgedaan Het is nauwelijks aan te nemen. De wetenschap kan zich ook vergissen. Hoe 't ook zij, wij hebben het bijzondere genoegen bij de geboorte van een zee slang te kunnen assisteeren. I. R. Zoo frisch en geurig, ver leent Yardley Lavender U een charme, door geen ander parfum ge ëvenaard. Die bijzondere geur is geschikt voor elke gelegenheid, en vooral daar, waar een zwoel exotisch parfum niet past. Lavender Water f 0.90 tot f 9.70. Lavender Soap, DE LUXE 7EEP f0.25, f 0.50 en f 1.- p. stuk. Talcpoeder f 0.80. Facepowder f0.75 en f 1.30. Badzout fl.85tot 15.60. Shampoo f0.20 p. pakje Importeurs: J. Beijers Co., Groenewegje 97, Den Haag j werk, CWO( 't Is' prettig „tractatieman- netje" te zijn voor Droste. Al- k tijd breng je het heerlijkste -dat er is! dft tijd breng je V hetheerlipcste Jr 11 Zoo'n^^ Droste - reep bijvoorbeeld... 1 Wie kent izuiverderheer- lijker choco lade Vier smaken c emaal even verrukkelijk! En c emaal maar 10 ct. per reep! Veel heerlijks voor weinig geld! Nu is hij oeel beter en slaapt meer heerlijk Wat Kruschen Salts kan doen voor lijders aan rheumatiek, ziet ge uit on derstaand schrijven uit Alkmaar Sinds jaren was ik lijdende aan rheumatische pijnen van alles gepro beerden tot wanhoop gedreven. Ik kwam bij een mijner kennissen, die mij Kruschen Salts aanraadde. Ik heb direct een flacon gehaald en ben er mee begonnen. Ik heb nu mijn derde flacon en kan tot mijn groote vreugde meedeelen, dat ik zoo goed als geheel verlost ben van mijn pijn. Ik voel me weer jong, heb weer lust tot uitgaan en slaap weer heerlijk. T. B. te A." Kruschen Salts bevat zes verschil lende minerale zouten. Deze zouten sporen de afvoerorganen aan tot krach tige werking Uw lichaam wordt bevrijd van overtollig urinezuur en andere schadelijke afvalstoffen, die meestal oorzaak zijn van rheumatiek. Wanneer u trouw blijft aan de kleine dagelijksche dosis, zullen deze stoffen zich niet weer ophoopen. Rheumatiek komt niet terug frisch bloed zal Uw lichaam doorstroo men, ge voelt U jeugdig en energiek als nooit tevoren. is uitsluitend verkrijgbaar bij alle apo thekers en drogisten a 0.90 en 1.60 per flacon, omzetbelasting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels Maatschappij, Amsterdam, voorkomt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 13