DE FAMILIE-DICTATOR door E. J 22 HEDGE begon te schrijven. „Ruth had gelijk, dat ze trachtte te ont snappen," dacht hij, „want zij kende Frank's bedoelingen niet. 't Is maar goed, dat ik er bij kwam en den weg naar een oplossing heb gewezen." Toen kwam Horace, en de huisvoogd gaf hem een papier, om in het bediendenkwartier aan te plakken. Er stond op Frank en Ruth willen 5 T I F W D F huwen. Goedgekeurd. (geteekend) H. Hedge. VERVOLG Horace las en kuchte eerbiedig. „Ze willen 't stil houden, meneer," waagde hij te zeggen. „Stil houden herhaalde Hedge. „Hoe lang t" „Dat weet ik niet, meneer. Maar u weet hoe de meisjes zijn, meneer. Ze zijn een beetje.... enfin, n weet wel, meneer." „Ik begin 't tenminste te ontdekken, 't Is natuur lijk onzinnig. Stil houden Waarvoor Enfin, doe maar met 't bulletin, wat je wilt." Hedge zond den butler met een ongeduldig hand gebaar weg. Horace boog en ging, en in de hall vouwde hij het papier netjes op en stak het in zijn zak. Horace was van gerijpten leeftijd en van goed- moedigen aard hij was toegeeflijk tegenover de jeugd. Laat ze hun geheimpjes hebben, als ze 't prettig vinden. Maar in de keuken ontdekte hij, dat 't geen geheim was. Mary stond, met haar handen op de heupen, twee jonge mensehen te bezichtigen, wier schuld op hun blijde gezichten stond gestempeld. „Zoo, is 't eindelijk gebeurd zei ze. „Jullie hebben 't laatste jaar om mekaar heen gedraaid, dat ik er naar van werd. En nou gaan jullie trouwen. Je bent gek, Frank. En jij nog erger, Ruth. Enfin, komen jullie nou allebei maar eens bij me en geef een oud mensch een zoen." Dien avond in de bibliotheek was H. Hedge in een zonderling nadenkende bui. Billy was uit, waarschijnlijk ergens pokeren. Alice, nog onder worpen aan de tien-uur-wet, had zich teruggetrokken op haar kamer. Alleen Constance was aanwezig. Zij zat voor den haard, met een boek op haar schoot, en keek droomerig in de dansende vlammen van het houtvuur. De bezuinigingsman stond plotseling op van zijn bureau en trad naar den haard. „Er is vanmiddag iets heel geks gebeurd," zei hij. Constance keek op. „Met Frank en Ruth." „Zijn ze verloofd vroeg zij. ,.Eh.ja. Hoe wist je 't T" „Och, ik dacht maar zoo," antwoordde zij onver schillig. H. Hedge dacht verwonderd over die inededeeling. „In ieder geval," zei hij, „kwam ik gelukkig juist op tjjd, om de zaak tot een oplossing te brengen, 't Ging zoo onzakelijk mogelijk." „0 ja Hoe dan vroeg Constance met belang stelling. H. Hedge vertelde 't haar. Zij keek onderwijl naar de blauwe en groene vlammetjes, en scheen er iets grappigs in te zien. Zij moest iets in 't oog houden zij waagde geen oogopslag naar H. Hedge. „Aardig van u om toe te stemmen," verzekerde zij hem ernstig, toen hij uitgesproken was. „Toch niet," antwoordde hij kort. „Ik had geen bezwaar tegen het beoogde doel. Ik had alleen be zwaar tegen de methode." Hij ging heen en weer loopen, met vlugge stappen. Toen werd zij zich bewust, dat hij achter haar stoel was blijven staan. „Connie 1" Zij keek plotseling op haar oor vernam een ongewonen klank in zijn stem. Ook de aanspraak was ongewoon hij had haar nog nooit „Connie" genoemd. Hij kuchte, toen zij hem aankeek, en liep nog eens de bibliotheek rond. „Connie." „Ik ga de rapporten maar eens opbergen," zei ze, haar boek neerleggend. „Dat had ik vergeten." Hij bleef staan, keek achterdochtig en hervatte zijn wandeling. „Doe ik morgenochtend wel," zei hij. „Ik zei Connie. „We moeten nog twee brieven schrijven," hielp ze onthouden. „Morgen," zei hij geprikkeld. „We schrijven 's avonds nooit brieven." Nog wandelde hij, terwijl Constance hem begluur de, op haar lip beet en de vroolijkheid uit haar oogen trachtte te houden. „Nu, Connie...." „U moest niet zoo voortdurend over één stuk van 't kleed loopen, meneer Hedge. Dat slijt dan zoo." Hij fronste hevig, maar veranderde zijn route. „Luister, Connie." „En u moet grootere stappen nemen. Dan spaart u uw zolen." Hij keek woedend en bleef staan. „Val me niet in de rede," beval hij, ,,'t Is een belangrijke zaak, Connie." „U hebt de laatste minuut zesmaal „Connie" gezegd. Verkwisting van woorden. Ik begrijp best, tegen wie u spreekt." Zij glimlachte nu, ietwat spottend. De bezuini gingsman wiegde vóór- en achteruit op zijn stevig neergeplante voeten en keek boos naar haar. „Begrijp nu goed, dat ik niet in de rede gevallen wil worden," zei hij. „De zaak betreft ons beiden en moet onverwijld worden afgedaan. Nu, Connie. Er vloog een vonk op het kleed en liij zweeg, om die op de haardplaat te borstelen. „Je moet weten, Connie „Een oogenblikje. Waarom zegt u: Je moet weten? Als ik 't niét weten moest, zou u 't niet zeggen. Dat zinnetje is bijna altijd overbodig." Hier dacht hij twee seconden over. „Je hebt gelijk. Maar ik wou nu over iets anders spreken. Eén van mijn vaste principen „En voorschriften." „Principen snauwde hij. „Goed principen dan." is, recht op het doel af te gaan." „Om tijd en afstand te sparen," vulde zij aan. De bezuinigingsman keek wanhopig naar haar. Opeens strekte hij zijn handen smeekend uit, op een KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: De /abrikant J. W. Brooke heeft, met behulp van het Zakelijk-Economisch Bureau, op zijn fabriek zéér veel bezuinigd, en tril nu ook in zijn huishouding be zuinigen. Bet Bureau zendt 'n bezuinigings-inspecteur, H. Hedge, die in 't huis van JIF. Brooke de leiding neemt en de voogdij over de drie kinderen aanvaardt, met schriftelijke volmacht van den vader, die op reis is gegaan. De nieuwe huisgenoot is natuurlijk weinig welkom bij Constance Brooke, haar zusje Alice en haar broer Bill, en evenmin bij het personeel, uTtn- gevoerd door den butler Horace. Hedge begint aan stonds te drillen en te bezuinigen. Hij stelt een kaart systeem in voor '1 personeel ieder moet eiken dag een werkkaart invullen en tracht Bill en Connie aan kantoorwerk te zetten. Hij halveert het veel te hooge zakgeld der jongelui en verbiedt het koopen op reke ning. Op Kerstavond trekken de drie Brookes uit, om althans op straat wat feeststemming te vinden. Als zij thuiskomen, ziet Constance, dat Hedge ongerust was, verdrietig kijkt. Dit treft haar En als een zekere Tommy Treadwell 't plan vormt, met Constance te troutcen, zegt Hedge „Daar komt niets van.'" Zoo sluipt er steeds meer gevoel in hun beider harten. Constance begint het kaartsysteem bij te houden, maar zegt tegen Billy en Alice, dat zij alleen een nieuwe strijd-methode beproeft: Hedge verliefd te maken en dan te straffen. Billy zegt Hedge, dat hij zich geen malle ideeën in z'n hoofd moet halen ten opzichte van Connie, hetgeen z'n zuster hem erg kwalijk neemt. Nu kunt u hierboven verder lezen. manier, die heelemaal niet paste bij H. Hedge, Z.E.B. „Connie.... wil...." Zij sprong met een verschrikten blik op en hield geheimzinnig den vinger tegen de lippen. „Wacht fluisterde zij. Zij liep op haar teenen de bibliotheek door, met opgeheven hand waarschuwend tegen gerucht. II. Hedge stond stokstijf, en keek naar haar met groeiende verbazing. Bij de deur bleef zij staan luisteren. Toen keek zij hem aan met een allerheer lijkst lachje. „Hadden we haast vergeten," zei ze zacht. „Wat vergeten „Elf uur lichten uit." Tegelijkertijd raakte haar vinger het knopje in den muur, en toen H. Hedge alleen in 't donker stond, kwam van de trap een klingelende lach op hem neer. Eenigen tijd later schreed hij langzaam naar zjjn kamer, en hij mompelde, half luid ,,'t Is natuurlijk mogelijk, dat die methode van Frank en Ruth iets vóór heeft. Daar zal ik eens over nadenken." TWINTIGSTE HOOFDSTUK EEN herinnering deed Constance nu en dan glimlachen, terwijl zij een drukken morgen had in de bibliotheek. H. Hedge was ergens andere. Dit gaf haar tenminste gelegenheid, de rekeningen van de winkels eens ongestoord in te zien. De bedragen waren verblijdend hoog. Maar de rekeningen, hoe belangrijk ook, namen niet de eerste plaats in haar gedachten in. Die plaats was gereserveerd voor den bezuinigingsman. „Hij is lang niet zoo handig, als ik dacht - de stakker," mompelde ze, terwijl zij een stapel kaarten ter hand nam. „Zelfs Tommy Treadwell...." Onder haar ijverigen arbeid, waarbij zij echt een secretaresse leek, en geen leidster van een veldtocht, merkte Constance toevallig, dat de onderste la rechts van het bureau eenige centimeters open stond. Dit was iets vreemds, want de bezuinigingsman had de gewoonte, deze la op slot te houden. Zij had nooit geweten waarom, maar zij veronderstelde, dat hij er privé-papieren in bewaarde. De inhoud van die la had haar nooit geïnteresseerd. Nu die echter toch open stond, besloot zij, even te kijken. Zij trok de heele la uit en doorvorsclite den inhoud. Boven op een stapel papieren vond zij een dik boek in leeren band. Zij zag met één blik, dat het een dagboek was, en het schrift op de bladzijden vertoonde de bekende hand van H. Hedge. Geen misdrijf is zoo boeiend, als het lezen van het dagboek van een ander, in het origineel, en te weten, dat men waarschijnlijk de eerste schenner van het geheim is. Constance voelde zich door haar geweten bij den elleboog getrokken, maar zij wenschte zich niet aan die vermaning te storen. Zij werd nu geleid door nieuwsgierigheid, een der sterkste drijfveeren des levens en trouwens, wie weet kon zij bij haar veldtocht partij trekken van iets in het dagboek In 't begin vond zij de notities nogal gewoon. Zij handelden over dingen, die het gezin Brooke niet betroffen, en vóór zijn komst aldaar gebeurd waren Het dagboek was een mengsel van klein schrift en stenografie. Dit laatste moest Constance overslaan, want zij kon het niet lezen. Ook toen de aanteeke- ningen aan den dag kwamen, dat hij het huis betreden had, vond zij nog niet veel pakkends. Dagen en we ken lang stonden er alleen feiten geboekstaafd, die zij maar al te goed kende kortaf, droog, en met veel afkortingen. Toen kwam echter een notitie, die haar recht deed zitten in den grooten stoel. Zal boek schrijven. Feiten en resultaten te kost baar om voor wereld verloren te gaan. Dat was nieuws! H. Hedge ging'n boek schrijven. „Zou 't een roman zijn dacht Constance. „Zal me een raar romannetje worden

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 22