23 „Laat ik u vertellen, meneer Hedge, dat u niets her vormd hebt, mij allerminst." uit. Aanteekeningen, ja, en uitvoerige aanteeke- ningen. Snel zag zij de eerste twaalf bladzijden door, toen begon zij de blaadjes bij vijf- en tien tallen over te slaan. Het bleek, dat H. Hedge in 't eerste deel van zijn boek de verkwisting in de huishouding wou behandelen, en dat liet haar allemaal steenkoud. Zij moest hebben, wat hij over C. had opgeschreven. Ah. hier had zij het. bladzijde 122. Eerste hoofdstuk over C. „Zooals zij was". Uit- en inwendige hoedanigheden, kleeren enz. beschrijven. Manier van doen, ledigheid, ontspan ning enz. beschrijven. N.B. vaak prikkelbaar, geen zelf-contröle. Koppig, onhandelbaar. Vrij goed ver stand, maar ongeschoold en afkeerig van nieuwe ideeën. Voorbeelden geven. Haar doen zien als volmaakt type van nuttelooze mensehensoort.. Constance's wangen brandden. Goed doen uitkomen, dat er niet overdreven wordt. Nauwkeurig, onpartijdig beschrijven. Vaak illustraties gebruiken daden, woorden, verzet tegen pogingen tot verbetering. ,,'t Is afgrijselijk riep zij luidop. „Ik zal hem in 't publiek het huis uit laten striemen door de knechts En toen Tweede hoofdstuk over C. „Zooals zij is". Geleidelijk doorwerken der hervorming nagaan. Veranderde houding doen zien. Aantoonen, hoe standvastig aandringen op nieuwe methodes slaagde. Wijs op C.'s bereidwilligheid om te werken. Heel andere levenshouding. Goede invloed van weten schappelijke principen. Bewijzen dat sterke geest, die werkt langs wetenschappelijke lijn, zwakkeren geest altijd kan beheerschen. Zelfs oorspronkelijk Met groote belangstelling zette zij haar onderzoek voort. Dagen lang werd er over geen boek meer gesproken, of 't moest in de niet te ontcijferen hane- pooten zijn. Toen kwam Goede titel zou zijn „De huishouding op zakelijke basis" of „Geen gebroddel meer in het gezin Baan brekend werk op dit gebiedkan groote waarde hebben Constance was teleurgesteld. Het onderwerp bleek dor en heelemaal niet romantisch te zijn maar zij was toch benieuwd naar het „baanbrekend werk", terwijl zij haar nasporingen vervolgde. Er kwamen meer aanteekeningen over, naarmate de gedachte zich had vastgezet in den geest van den bezuiniger en vorm had aangenomen. Zij vond bij voorbeeld dit Minstens één hoofdstuk wijden aan verkwisting en slordigheid in huishouding van rijke leegloopers, Onwetenschappelijke methodes. Gezinsleden die niets produceeren. Geld weggegooid. Beschrijf mis dadige nutteloosheid van gewoon gezinsleven. Voor beeld Brooke. Constance fronste toen zij besefte, dat haar gezin de wereld zou worden voorgehouden als afschrik wekkend voorbeeld. Zij vroeg zich af, of de bezui- nigings-inspecteur zoo brutaal zou zijn, namen te noemen, en zij nam zich voor, er met vader over te spreken, zoodra die terug was. Dagen later deze notitie Hoofdstuk over C. Haar als type nemen van nietsdoend rijk meisje. Werkt niet. Heeft niets nuttigs geleerd. Constance keek verbaasd, maar las verder Gebrek aan geestestucht. Geen vast doel in 't leven. Voornaamste uitspanning verbisting. Goed materiaal. Zeggen C. is. Hier verviel de schrijver weer in stenografie, die een halve blad zijde duurde. Constance keek naar de hiëroglyphen en knarsetandde. „C." was zij zelf natuurlijk. En zij kreeg een heel hoofdstuk „Zeggen C. is.Nou, wat Het kortschrift maakte haar razend. Een man, concludeerde zij snel, die zijn meeningen in stenografie opschreef, was een lafaard. Niet één van die honderden haaltjes kon zjj lezen, en toch wist zij, dat het allemaal over haarzelf ging. Ha! Onderaan stond het bevestigd: daar merkte H. Hedge met gewone letters op Laatstgenoemde punten goed. Heel mooi geval. Met zorg uitwerken. Zoo, uitwerkenConstance werd even boos, als zij nieuwsgierig was. Zjj sloeg een blad om. Er kwam nog meer over Onderverdeeling raadzaam. Twee hoofdstukken over C. dus. Eerst C. beschrijven als aanvankelijk gezien, niet aan te bevelen type. Tweede hoofdstuk de verbeterde C. be schrijven, na toepassing weten schappelijke methodes. Meer ge gevens voor tweede hoofdstuk noodig. Zie aanvullingen blz. 122. Constance sloeg blad op blad van het dagboek om die bevatten opmerkingen over A. en B. en de bedienden. Zij zocht koortsachtig naar verdere notities over C. Her haaldelijk vond zij zichzelf weer onder het ontleedmes, maar juist als het erg interessant werd, ging de bezuinigingsman weer in steno grafie over. Zij ging terug naar den datum, waarop hij besloten had, twee hoofdstukken aan haar te wijden in plaats van één, en herlas Zie aanvullingen blz. 122. Wat w&ren de aanvullingen 1 In het dagboek bleken ze niet te staan. Zij wierp het boek neer en begon weer in de la te delven. Er kwam een stapel losse papieren C.-type niet hopeloos. Toon uitwerking aan van strakke tucht, dringend gezag, suggestie, enz. Constance smeet het geschrift op tafel en sprong op. Haar gebalde handen beefden. Even stond zij besluiteloos toen liep zij vlug de kamer door en belde om Horace. „Zoek meneer Hedge op en stuur hem dadelijk hier beval zij. De butler verdween haastig, verschrikt door de uitdrukking van haar oogen. De bezuinigingsman kwam snel en hij glimlachte al in blijde afwachting. Hij wist, dat de jongedame het daglicht niet kon uitschakelen met een knopje, al was zij nog zoo schuw of grillig. H. Hedge vertelde zichzelf, dat het groote moment gekomen was. Toen hij haar zag, bleef hij opeens staan, en er was een snelle vraag in zijn blik. Met strakken arm wees Constance naar het manuscript op het bureau. „Hebt u dat geschreven vroeg zij onvriendelijk. Hij keek, waar zij wees, herkende met een enkelen blik het geschrift, en knikte. „En durft u zich heusch te verbeelden, dat u zooiets uit zult geven T" Constance had den heelen zorgvuldig beraamden veldtocht opgegeven. Nu geen heimelijke manoeu vres meer het was open krijg. „Dat heb ik inderdaad gedacht," antwoordde hjj koel, snel zijn allerzakelijkste gezicht trekkend. „Ik verbied het u 1" „Ik geloof, dat u onze verhouding omkeert, juffrouw Brooke." Het leek hem niet juist, onder deze omstandig heden Connie te zeggen. Het type der nietsdoende rijken overzag hem met een doorborenden blik van toorn. Vervolg op pagina 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 23