ZIJ LEVEN ALS KAT EN HOND! dient aanbeveling boven bet geven van gemengd voer. Men hoede zich echter tegen minderwaardige soorten en mer ken, daar de dieren hiervan wurmen kunnen krijgen. Wie echter goede kwaliteit koopt, behoeft hiervoor niet bang te zijn. Tenslotte nog een woord van ernstige waarschuwing tegen het onverstandig liefkoozen van huis dieren, het aaien over den snuit van hond of kat, het zich handen of gelaat laten likken door een ge liefd huisdier dat voor mensch en kind levensgevaarlijke gevolgen kan hebben. Zeker even gevaarlijk als de hondsdolheid is de hondenlint worm voor den mensch. Deze lintworm, slechts 6 m.M. lang, en voorzien van een kop met haken en met 34 geledingen, blijft door zijn kleinheid licht on opgemerkt en leeft in den darm van den hond, men kan wel aan nemen, van eiken hond. De mi croscopisch kleine eieren van den lintworm komen in den darm van den mensch, doordat men den hond streelt, hem over den snuit wrijft en dan de besmette hand aan den mond brengt of den hond soms kust. In den darm van den mensch ontwikkelen zich de eieren tot finnen (lintwormen). Deze sluipen in de lever, de longen, de hersens en in andere organen van den mensch en vormen daar gezwellen, die in de lever de grootte van een klein kinderhoofd kunnen bereiken en somtijds tot 30 pond zwaar worden. De finnen vermenigvuldigen zich in korten tijd zeer sterk. Ziektegevallen ontstaan door besmetting van huisdieren zijn veel menigvuldiger dan de leek denkt. Men moet onvoorwaardelijk tot stelregel nemen, nooit een hond den snuit te streelen, noch zich gezicht of handen te laten likken, laat staan te kussen Vooral de kinderen kunnen er niet drin gend genoeg voor gewaarschuwd worden. Gebeurt het soms, dat men onwillekeurig op zoo'n manier met den hond in aanraking komt, dan moeten die lichaamsdeelen dadelijk ontsmet worden en minstens met zeep en water goed gereinigd worden. ZIJ leven als kat en hondnatuurlijk hoe kunnen zij anders Het is hun aard. Zij leven als kat en hond en zij willen ook behandeld worden als zoodanig. Waarom behandelen wij onze huisdieren vaak alsof het kleine kinderen waren of patiënten Waarom vieren wij zoo vaak onze behoefte om iets of iemand te vertroetelen bot op deze onschuldige slachtoffers en knuffelen ze overmatig en voeren ze overdadig en gunnen hun beweging noch vrijheid Waarom doen wij al die dingen en beklagen ons tenslotte dat Hektor log en lui en de poes valsch en snoeplustig is Er zijn menschen die van 'n huisdier nooit anders dan op een meewarigen toon spreken. Dat arme beest.dat stomme dier. Als de hond het begrijpen kon en wie zegt ons dat hij de meewarigheid niet uit onze stembuiging proeft met het verfijnde instinct dieren eigen dan zou hij vermoedelijk doodelijk beleedigd zijn en terecht. Weekhartige sentimenteele zielen, behept met een onweerstaanbare neiging alles en ieder te beklagen, moesten liever geen honden en katten houden zij zijn in staat om van een vroolijk gezond dier een norsch en vadsig beest te maken. Het leger van een hond zoowel als van een kat moet droog zijn, zindelijk en niet te koud. Een gezond dier bevuilt zijn nest niet, wanneer men het op tijd uitlaat. Jonge honden voert men rijst met kleine stukjes vleesch, geweekt hondenbrood en levertraan. Tot de eerste vier maanden voedert men 4 maal per dag. In de volgende 4 maanden 3 maal per dag, terwijl oudere honden twee maal per dag te eten krijgen. Het zindelijk maken van jonge honden en katten eischt heel wat geduld en oplettendheid. Regelmaat doet ook hier veel. Jonge honden kan men in kennels of door een veearts van 2 tot 4 inspuitingen laten geven, teneinde de zoo gevreesde hondenziekte te voorkomen. Honden moeten geregeld worden ge kamd en geborsteld, terwijl af en toe een bad aanbe- oppast dat het zeepsop niet in de oogen geraakt. Na het zeepsopbad spoelt men den hond geducht af met lauw warm water, waarna men hem opper vlakkig droogt en op een oud laken vastlegt om verder te drogen. Is de hond half droog, dan wrijve men hem flink in met insectenpoeder en laat hem stil liggen tot hij geheel droog is. Is dit het geval dan kamt en borstelt men hem op het laken. De vlooien zullen vanzelf eruit vallen en bedwelmd op het laken blijven liggen, waarna men ze in een emmer water of in het vuur kan vernietigen. Ook katten moeten af en toe geborsteld worden. Het voederen met kattenbrood waardoor of ge droogd vleesch of gedroogde visch is gemengd, ver- Te veel baden is niet goed en ook daarom overbodig omdat een hond nimmer op de huid transpireert doch alleen op de tong en de voetzolen. Heeft een hond last van vlooien, dan wassche men hem geheel met warm zeepsop, waarbij men terdege

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 36