DE FAMILIE-DICTATOR
door E. J. EA TH
22
HEDGE begon de laden uit het bureau te
rukken, smeet hun inhoud op den vloer
en schopte alles voort naar den haard,
er in tusschen de blokken en gloeiende
flenters. Constance zat hem in den weg, en hij greep
haar stoel en schoof dien vijf meter langs den vloer.
„Ga hier zitten, en aanschouw het einde," beval
hij vroolijk. „Blanco formulieren, postpapier, en
veloppen, de heele bende."
Hij vond nog wat papieren op het bureau en slin
gerde ze in de rijzende vlammen, blij fluitend. Con
stance zat stom en roerloos.
Zij was echt bang. Een
E L F D E i bezuinigings-expert, die bij
i/rn\/fi/ zijn verstand was, kon nooit
V tl KV L2L L? zoo handelen, begreep zij
1........en zij kon nog niet gelooven,
dat H. Hedge de zakelijke
economie had afgezworen. Er was iets geknapt in
zijn hersens dat wist zij nu wel zeker.
Opeens greep hij den pook weer en kwam op haar
toe.
„Gezien vroeg hij, er mee wuivend. „Een zeer
practische pook groot, zwaar, sterk. Blijf daar
zitten, beweeg je niet. Ik ben over een halve minuut
terug."
Hij stormde de bibliotheek uit, en zij hoorde hem
de hall door draven. Zij zat daar, machteloos, hoewel
instinct haar aanried, het huis te ontvluchten en
aan den krankzinnige te ontsnappen. Jammer,
dat hij gek was, zat zij te denken jammer, want
H. Hedge was bijna sublièm in zijn waanzin. Boven-
menschelijk was hij zéker. Er was iets schoons en
edels in zijn razernij, iets, dat zóózeer verschilde
van den bezuiniger, dat Constance hem, ondanks
haar angst, bewonderen moest.
Uit een ander deel van het huis kwam de galm
van zware slagen. HemelH. Hedge vermoordde
iemand
Toen het geluid van snelle voetstappen, en hij was
weer in de bibliotheek, met een woest licht van triomf
in de oogen. Hij smeet den pook in een hoek en lachte
opgetogen.
„'t Is gebeurd vertelde hij. „Da's een beste
pook."
Constance ondervroeg hem met oogen van ont
zetting.
„Ja, 't is gebeurd De controle-klok is overleden,
alle wieltjes en ingewanden liggen uitgestrooid op
den vloer."
Het meisje in den stoel kon weer ademen. Er was
geen moord gebeurd in den huize Brooke.
„Ik heb die klok zoo'n opstopper gegeven, dat
geen mensch er meer een sleuteltje in zal steken,"
riep hij uitgelaten. „Met één pats had ik de wijzer
plaat in tweeën 't Lijkt wel of er een bom in is
ontploft. Mary is Elvira aan 't bijbrengen, die viel
flauw."
Hij wachtte een seconde, schoot toen vooruit,
greep Constance bij haar pols, sleepte haar van het
bureau en wervelde haar het vertrek door.
„Ga zitten," beval hij, wijzend naar het kantoor
stoeltje, dat voor het schrijfmachine-tafeltje stond.
Zij gehoorzaamde bevend.
„Steek een vel papier in."
Werktuiglijk deed ze, wat hij zei.
„Schrijf nu den volgenden brief
Directie Zakelijk-Economisch Bureau,
New York.
„Staat 't t" vroeg hij. „Mooi. Nu verder
Heeren,
Ik neem ontslag.
„Hebt u 't Mooi. verder
Stuur geen ander in mijn plaats. Als u 't doet,
sla ik zijn hersens in. Hoogachtend.
„Meer niet. Laat eens zien. Best. Nu 't adres op
oen envelop. Merci. Volgende blaadje."
Constance gehoorzaamde, vol angst voor den
waanzinnige.
„Schrijf op
Henry Wellington Hedge.
Waarde Heer,
„Nee, wacht even. „Waarde Heer" doorhalen.
Mooi. Opnieuw
Beste Henry,
„Versta je 't niet f Schrijf dan op Wie dicteert
er een brief Nou dan.
Beste Ilenry,
Ik neem ontslag als secretaresse, met
ingang van het oogen blik, dat ik hier mijn naam
onder zet.
Uw toegenegene.
Constance's wangen gloeiden en haar vingers
verlamden na het „Uw".
„Vooruit „Toegenegene" beval hij dreigend.
„Je gehoorzaamt zoolang je dat niet onderteekend
hebt. Je bent nog steeds mijn secretaresse. Schrijf
op
„Ik bèn je secretaresse nietriep zij harts
tochtelijk, eindelijk weer meester over haar stem.
„Je hebt.u hebt zélf ontslag genomen."
„Nog niet riep hij. „Als ik 't ondertéékend heb
Schrijf op „toegenegene" J"
Met trillende vingers tikte zij
toegenegene.
„Mooiriep H. Hedge, en hij sleurde haar terug
naar het bureau. „Teeken nu."
Hij doopte een pen in en duwde die in haar hand.
„Teeken
Zij teekende.
Hij rukte de pen uit haar vingers en onderteekende
den anderen brief, met een forsche, breede hand.
„Zoo Nu is 't afgeloopen, het zakelijke gedeelte.
We hebben allebei ontslag genomen, 't Is uit. Nu
kunnen we over iets anders beginnen. Hier, waar
ga je heen Geen kwestie van blijf zitten waar je
zit, Connie. Vergeet niet, dat je mijne „toegenegene"
bent."
Constance viel neer en staarde hem aan. Terwijl
ze dit deed. week de blik van razernij uit zijn oogen
en begon hij tegen haar te glimlachen.
„Nu, Connie," zei hij, op het hureau zittend en
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
De fabrikant J. W. Brooke heeft, met behulp van
het Zakelijk-Eeono-miseh Bureau, op zijn fabriek zéér
veel bezuinigd, en wil nu ook in zijn huishouding be
zuinigen. Het Bureau zendt 'n bezuinigings-inspeeteur,
H. Hedge, die in 't huis ran J. W. Brooke de leiding
neemt en de voogdij over de drie kinderen aanvaardt,
met schriftelijke volmacht van den vader, die op reis
is gegaan. De nieuwe huisgenoot is natuurlijk weinig
welkom bij Constance Brooke, haar zusje Alice en
haar broer Bill, en evenmin bij het personeel, aan
gevoerd door den butler Horace. Hedge begint aan
stonds te drillen en te bezuinigen. Hij stelt een kaart
systeem in voor 't personeel ieder moet eiken dag
een werkkaart invullen en tracht Bill en Connie aan
kantoorwerk ie zeilen. Hij halveert het veel te hooge
zakgeld der jongelui en verbiedt het koopen op reke
ning. Op Kerstavond trekken de drie Brookes uit,
om althans op straat wat feeststemming te vinden. Als
zij thuiskomen, ziet Constance, dat Hedge ongerust
was, verdrietig kijkt. Dit treft haar En als een
zekere Tommy Treadwell t plan vormt, met Constance
te trouwen, zegt Hedge „Daar komt niets van."' Zoo
sluipt er steeds meer gevoel in hun beider harten.
Constance begint het kaartsysteem bij te houden, maar
zegt tegen Billy en Alice, dat zij alleen een nieuwe
strijd-methode beproeft: Hedge verliefd te maken en
dan te giraffen. Ze vindt in zijn bureau 'n dagboek
met aanteekeningen over de familie Brooke. Hedge is
van plan een wetenschappelijk werk te schrijven over
een zakelijk huishouden. Constance verbrandt het in
tegenwoordigheid van Hedge. Hij is erg op haar ver
liefd en besluit eensklaps aan de zakelijkheid den brui
te geven. Nu kunt u hierboven verder lezen.
naar haar neerziend, ,,'t spijt me, dat ik je heb laten
schrikken, maar 't kon niet anders. Ik ben niet gek
ik ben net bij mijn verstand gekomen. Ik heli zes
jaar zakelijke economie uit mijn leven gehakt en
nu begin ik opnieuw."
Zij voelde zich verlicht en tegelijkertijd ongerust.
„Gisteravond heb je me in 't donker gezet,"
ging Hedge voort. „Ik neem 't je niets kwalijk.
Toen was ik nog een bezuinigings-inspeeteur. Nu
ben ik gewoon Henry, en als zoodanig heb ik 't,
recht, gehoord te worden. Ik heb je lief."
Constance bekeek hem nieuwsgierig. Hij was
heel iemand andere dan de bezuinigingsman. Hij
had zelfs andere oogen. Ze waren vurig. Er lag een
drang in, dien zelfs zijn stem miste.
„Ja, Connie, ik heb je lief. Dat spreekt eigenlijk
vanzelf. Iederéén moet je liefhebben. Ik heb je lief.
Zoo, nu heb ik 't driemaal gezegd da's 't bewijs,
dat ik lak heb aan de economie. Is 't niet zoo
Ik bezuinig nooit meer, vooral hièrop niet. Ik heb je
lief ik heb je lief."
En al voelde Constance zich nog zoo verbaasd,
zij merkte wel, dat II. Hedge het meende.
„Ik heb je van 't begin af al liefgehad, geloof ik
op een soort wetenschappelijke manier," hernam hij.
„Bare liefde eigenlijk, maar beter kón ik 't toen nog
niet. Nu zit er niets wetenschappelijks meer in
er zit geen wet of geen voorschrift of geen chrono
meter meer achter, 't Is een doodgewone, eerlijke,
innig liefde de eenige, die de moeite waard is."
Zij wendde haar blik af en trachtte haar zinnen te
zamelen.
„Zakelijkheid is niet veel zaaks," ging hij luchtig
voort. „Ik ben 't beu. Ik heb er mezelf een heelen
tijd mee bedot. Ja, bedot, andere niet. Maar ik kwam
er pas uit los, toen ik merkte, dat 't een hinderpaal
was, om jou te krijgen."
Nu bloosde Constance weer. Zij voelde, dat zij
boos moést worden, maar zij werd het niet. Haar
krijgen Ze zou hem straks wel eens laten zien,
hoe ver hij de plank missloeg.
„Dus toen ik begreep, dat de zakelijkheid een
hinderpaal tusschen ons was, heb ik de zakelijkheid
de bons gegeven. Wat kon ik andere Ik heb je
toch lief f Hèb ik je niet lief, Connie f"
Die vraag, vond zij, was niet alleen lastig, maar
ook bespottelijk. Moest hij dat aan hóar vragen f
Als hij dacht van wèl, had hij dan bevestiging
noodig
„Is 't niet zoo, Connie t"
„Ik. ik.dat weet ik toch niet f"
„Dat weet je wèl, want ik heb nog nóóit tegen je
gelogen."
„O
„Dus er is geen twijfel mogelijk ik heb je lief."
Constance waagde een blik naar zijn gezicht en
hij antwoordde met een lachje. Zij voelde, dat zij
de macht over het gesprek verloor.
„Nu zul je een lieeleboel dingen beter begrijpen,"
ging hij voort. „Bijvoorbeeld, waarom ik 't eene
jongmensch na 't andere het huis uit stuurde. Ik
was bang, dat ze je één van allen zouden krijgen.
Ik moet erkennen, dat ik ze geen eerlijke kans heb
gegeven. Maar dat kón ik toch niet f Ik wou je
beslist zélf hebben, Connie. Je vindt 't toch niet
erg, dat ik Connie zeg
Zij gaf geen antwoord ze twijfelde een beetje.
„En nu de andere kant van de kwestie," zei h\j.
„Ik bedoel, dat je mij hebt beetgenomen en me in
den waan bracht, dat je iets vóélde voor dien eco-
nomischen rommel. Je lièbt me beetgenomen na
tuurlijk. Maar je bent er onderwijl zélf ook ingeloopen,
Connie."
Connie keek hem scherp aan.
„Ben je er niet ingeloopen
„Hoe dan vroeg ze onvoorzichtig.
„Je verbeeldde je, dat ik je vijand was, en dat je
me haatte, en onderwijl ging je van me houden."
„Ik.wie.