AAN DE BOORDEN VAN DE DINKEL 'r r. 'n Tocht naar mooi Denekamp S Hier glinstert t witte zand der Lutte II «SSUS Een wandeling langs de boorden van de Hinkel. DENEKAMP heeft 'n voortvarend gemeente bestuur en een even voortvarende vereeni- ging voor vreemdelingenverkeer. Zoo kon het gebeuren, dat deze kleine, maar zeer vooruitstrevende gemeente een aantal journalisten inviteerde tot 'n bezoek per Douglas-vliegmachine, met het doel, hun de merkwaardigheden en de inderdaad romantische schoonheden van Denekamp en naaste omgeving te laten zien. Bij aankomst in het dorp beierden de klokken ter officieele ontvangst en werden de gasten in de raadzaal door burgemeester en wethouders en andere Denekampers welkom geheeten. Denekamp is geen plaats van groot VTeem- De oude watermolen delingenverkeerdoch 'n nabij Singraven. streek, die nog in 't bezit is van een ongerepte natuur, waarop de in woners trotsch zijn. Niet tegenstaande de malaise kon men er dit jaar tot belastingverlaging over gaan. Men toonde ons bet tot zelfs in 't buitenland be kende museum „Hatura Docet". De stichter van dit museum, de heer J. B. Bernink, leidde ons langs de verzamelingen van flo ra en fauna, alles met veel geduld en liefde voor de natuur bijeengebracht. Per auto ging het via de oude havezate Sin- graven, 'n kasteel met 'n mooien in 1661 gebouw den Renaissan ce-toren, naar den ouden watermolen, die den loop der Dinkel remt door zijn molenstuw. Als de schutten omhooggetrokken zijn, stort zich 't water met kracht op de schoepen der drie oude water raderen, die in snelle vaart rondwentelen en een wolk van fijn waterstof hoog opjagen tot tegen de met groene mossen begroeide muren. Wit schuimend stort 't water dan naar beneden, om in de wijde molenkolk tot rust te komen en zachtkens noordwaarts te vlieden door de bosschen en weiden van Achterof, Hagelmeijen en Harseveld. Na de lunch, waarbij de historicus W. H. Dingel- dein een en ander betreffende de historie van Dene kamp vertelde, werd onder leiding van den burge meester, den heer J. L. H. v. d. Heijde, 'n wandeling gemaakt langs 't zich in wijde bogen voori kronkelend riviertje de Dinkel. Hier, waar de Dinkel stroomt, is schoonheid, 'n breede gordel van bosschen en weiden hier blinkt 't witte zand der Lutte en weerspiegelen de stille vennen in de heide den wolkenhemel en spreidt de natuur 'n rijkdom van bloem en kruid ten toon, die weergaloos is. Tenslotte gaat de tocht nog door 't Sterrebosch met z'n over de Dinkel hangende beuken en eiken naar 'n bekend toeristenhotel. Twintig minuten na de thee hooren wij de motoren van de „Jan van Gent" gonzen de Douglas legt zich op z'n glinsterenden linkervleugel en wij kunnen Denekamp en Twente 'n afscheidsgroet toewuiven vanuit de wolken. W. v. d. RANDEN.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 28