m wm, MË ÉS? l Een der diepliggende stukken nieuw land op Vlieland, tus- schen twee duin-dijken (links en rechts op den achtergrond). HIER komt de menseh tot rust, hier op dit smalle stukje land tusscken water en wa ter de duinen staan er aan den eenen kant, een dijk of een lage duinenrij keert aan den anderen kant het water, dat hij eb van het land gescheiden is door een ontzaglijk breed strand. Hier is men inderdaad van de wereld afgeslotennaar het Oosten kan men men- schen ontmoeten in een klein dorp, naar het Wes ten is niets dan wat koeien, misschien een en kele landarbeider en ver der de zee, die den toe gang onherroepelijk af sluit. Hier kan men uren dwalen zonder een mensch te ontmoeten, terwijl men ook weet, dat niemand van verren afstand er in enkele uren komen kan, want voor een auto is dit natuurlijk onbereik baar land. Hier is men alleen met zichzelf, met de muziek van den wind en de branding, met de Vlieland is het merk waardigst, wanneer men het bij eb nadert. Dan schijnt het meer zand plaat te zijn dan land, zooals de zee hier meer zandbank dan water lijkt, hoewel het er wild genoeg kan zijn. Bij zonnig weer treden er luchtspiegelingen op, die boomgroepen of stukken land laten ontstaan op plekken, waar ze niet zijn. Het is, als de wind zich rustig houdt, over de kalme zee een ideale reis hierheen vanaf het eiland Texel, al verlaat men de boot niet in een haventje, maar op een strand, dat eindeloos schijnt, vooral als men het bewandelen moet. Er is maar één weg, die halverwege versmald wordt tot een fietspad een autobusdienst bestaat er niet en er is maar één dorp, zoodat het alle aanbeveling verdient om op het goede punt aan wal te gaan, indien men het bewoonde gedeelte van dit eiland wil bereiken. Anders wordt het wandelen, en daar weg en fietspad slechts over de helft van het eiland loopen, kan men zich voorstellen van welken aard de voetreis wordt, als men op de Een stukgebeten, leeggeslurpt ei is het bewijs, dat een meeuw op roof is uitgeweest. stoord kunnen doende, welke tegenwoordig is andere helft, de Westelijke, terecht komt. Wij hebben het ondervonden, en ofschoon wij er geen spijt van hebben, gelooven wij toch, dat wij een volgenden keer op een andere manier ons doel zullen trachten te bereiken. Bovendien hadden wij er op gerekend, hier of daar een maaltijd te gebruiken, hetzij op de boot hetzij in een of andere uitspanning, maar de boot was een visschers- schuit, en de eerste wo ning welke wij na uren bereikten, was tijdelijk onbewoond, zoodat het genoegen over de onge wone reis niet bepaald onverdeeld was. Eten is niet het voornaamste op reis, maar een geeuwhon ger is ook niet bijzonder prettig, en een derge lijke ongewone wandeling maaktnogal hongerig. CMoch, dit gaat niet over wandelen en honger, maar over vogels. Een gedeelte van Vlieland, het meest rustige en maag delijke, de z.g. Meeuwen duinen, is bestemd voor vogelszij kunnen er nesten bouwen en broe den, en het rijk zorgt er voor, dat zij er onge loven. De naam zegt reeds vol- men er vinden kan, doch naam niet juist, want de meeuwen worden er ieder jaar zeldzamer. Daar zorgt het rijk ook voor de meeuw is een mooie vogel, maar heeft ook 'een minder mooie eigenschap een meeuw neemt n.l. wel eens iets, wat hij niet nemen mag eieren van andere vogels, met het gevolg, dat er te veel meeuwen komen en te weinig andere gevleugelde landschapsversiering. De bestrijding is eenvoudig van rijkswege worden de eieren van meeuwen ge raapt, en zelfs wie alleen maar van vogels weet, dat zij vleugels hebben, begrijpt, dat zij tegen dezen maatregel niet opgewassen zijn. De meeuwen mogen Het voornamelijk uit schelpen opge bouwde nest van een kluut zie tekst deze ergens anders wonen, o.a. op Texelhier op Vlieland zorgt men voor andere vogels, voor scholekster en kluut, voor wilde eend en wulp, voor bergeend en eidereend, voor meerkoet en sterna of vischdiefje. De nesten vindt men in het duinterrein, op de wallen rondom de jonge valleien met het laatste bedoelen wij de stukken land aan de Zuidzijde van het eiland, die nog niet zoo lang land zijn. Zooals men weet, slibt het daar voortdurend aan zoogauw de tijd daarvoor gekomen is, zorgt men ervoor, door het plaatsen van paaltjes en bossen stroo, dat duin vorming kan optredenhet stuifzand van de uit gestrekte plaat, dat dezen hinderpaal ontmoet, vormt spoedig een verhooging, de verhooging wordt een dijkje, het dijkje wordt een lage duin- reep, welke nu met helm beplant wordt, om verstuiving te voorkomen. Aan de zeezijde van dezen duinreep slibt het nu weer aan, weer wordt het tijd om zich een duin-dijk te laten vormen het 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 2