KARL SPITZWEG Schilder en.... apotheker 33 Karl Spitzweg werd den 5en Februari 1808 te Münelien geboren. Zijn vader, wiens derde zoon hij was, dreef er een handel in koloniale waren, die blijkbaar uitstekend rendeerde. Als vooruitziend huisvader wilde hij, dat de eerste zoon den vader lijken kolonialen winkel verder tot bloei zou brengen, de tweede moest arts worden en de derde apotheker. Dan kon de een den ander, zoo merkte hij steeds schertsend op, wat in de hand werken. Een bewijs, dat de humor, dien onze schilder in zulk 'n over vloedige mate bezat, reeds bij den vader in kiem aanwezig was. Zooals we dus zeiden, werd Karl Spitzweg apotheker. Zijn vader had hem bij diens verscheiden in 1828 een kapitaaltje nagelaten, zoodat hij het leven niet al te somber behoefde in te zien, toen hij zich na volbrachte studie te München vestigde. Wie het gemoedelijke oude München van heden kent met zijn vriendelijke oude hoekjes en knusse straatjes, met de eigenaardige, leuke geveltjes en ranke torenspitsen, zal geen moeite hebben om zich diezelfde omgeving te denken in den bloeitijd der romantiek van het begin der vorige eeuw. Welnu, zooals eens Lucas Cranach, de Witten- berger burgemeester, die als nevenberoep niet alleen de schilderkunst beoefende en hoe maar tevens pillendraaier was, stond ook Karl Spitzweg jarenlang als provisor achter de toonbank der Münchener Hof-Apotheek. Toen hij, na in kennis gekomen te zijn met, en reeds veel te hebben geleerd van allerlei kunstenaars uit dien tijd, ten slotte op dertigjarigen leeftijd het besluit nam, schilder te worden al bleef hij zich bescheidenlijk steeds een amateur noemen behoefde hij zich om den verkoop zijner werken niet al te bezorgd te maken. DE ARME POËET Naar een schilderij van Karl Spitzweg. Overigens was Karl Spitzweg een vrij eenzelvig mensch, die stil leefde en rustig zijn gang ging, al dronk hij natuurlijk als rechtgeaard Münchener op tijd zijn „Masskrug". Maar hij was tevens een kunstenaar, die zijn vak zeer ernstig opnam, studie reizen maakte naar Italië, Frankrijk, België en Engeland, en die daarom beter dan een zijner tijd- genooten thuis was in de Europeesche kunstwereld dier dagen. Ten deele daaraan is het zeker te danken, dat zijn techniek en kleur van een voor die dagen zeldzame fijngevoeligheid zijn. Zijn schilderijen hebben niet het droge noch vooral het harde van vele gelijksoortige werken uit dien tijd. En al vond hij bij de Franschen de voorbeelden van zijn sappige, vlotte werkwijze en van het lichtend koloriet, toch bleef hij in de toepassing ervan steeds zichzelf. Daarom behooren zijn geestige kabinet stukken dan ook tot de weinige werken uit den Biedermeiertijd, welker bezit een genot is, en is het bezien van een „Spitzweg" in een schilderijen galerij als 'n zeldzaam lekker hapje, vergeleken bij den in zuiver picturalen zin zoo slappen kost van de producten zijner tijdgenooten. Ziedaar ook, waarom het passend was, het werk van dezen Münchener bij dit jubileum met de reproductie van een paar zijner bekendste schilderijen te gedenken. Jammer is het intusschen, dat een groot aantal van zijn wer ken bij den brand in het Münchener-Glaspalast, enkele jaren geleden, verloren is gegaan. Met des te grooter zorg moge daarom wat nog over is, als een kostelijk bezit worden bewaard, en door ieder die prijs stelt op goede, zonnige en gezo nde kunst worden gewaardeerd. goh. VAN den apotheker wiens naam op deze blad zijde als op de plaats der eere prijkt, wijl men binnenkort zijn sterfdag herdenkt 23 September a.s. zal het juist een halve eeuw geleden zijn is, in tegenstelling met de meeste apothekers, meer bekend dan het feit van zijn be staan alleen. I mmers, hij is een der verdienstelijkste vertegenwoordigers der Duitsche Romantische schilderschool uit de vorige eeuw. Men zou Karl Spitzweg den humorist bij uitstek kunnen noe men onder de schildersbent dier dagen, den cari caturist met pen en penseel, die niet, zooals zoo veel anderen, alleen maar grappig, maar ook bepaald fijn geestig wist te zijn. Spitzweg werd de schepper van een geheel eigen genre, van een zeer oorspronke lijke anekdotiek. Het Philisterdom uit den Bieder meiertijd, dat in Jean Paul zijn schrijver vond, kreeg in Karl Spitzweg zijn schilder. Zijn onder werpen zijn van den meest uiteenloopenden aard. Alles waaraan men denkt, wanneer men het woord Biedermeier uitspreekt, is in zijn werk vereenigd. Bosch- en buitenlucht, kleinsteedsch burgerleven, genoeglijkheid met een tikje weemoed, muziek en maneschijn, kortom een wereld vol romantiek van de lichtere soort, doch dit alles steeds gezien vanuit een min of meer ironischen gezichtshoek, vol ver makelijken humor op paneel of doek gebracht.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 33