resultaat is dus, dat men lage stukken land verkrijgt,
ingedijkt door duinen van enkele meters hoogte. De
mensch hoeft voor deze landwinning dus bijna niets
te doen de duinvorming geschiedt wel zoo vlug, „dat
geen polderjongen er tegen kruien kan," zooals onze
gids zich uitdrukte bovendien is dit nieuwe land,
zooals men begrijpt, maagdelijk terrein, waar de
plantengroei een interessant studie-object is voor
de experts. Men vindt er o.a. kale jonker, zeekraal
en melkkruid, en in de volgende vallei landwaarts
groeit het gras in voldoende mate om het vee er te
kunnen laten grazen.
De wachter van het vogelland.
T Tet spreekt vanzelf, dat men deze valleien en hot
overige gedeelte van het vogelbroedterrein alleen
bezoeken mag na aanvrage en onder deskundig
geleide. Het is trouwens de vraag, of we zonder gids
veel nesten zouden vinden velen zouden er niets
zien, maar waarschijnlijk wel nesten en eieren ver
trappen. De vogel wachter, die iedere streep van het
terrein kent zooals een ander zijn stadstuintje, weet
waar hij de nesten vinden moet en houdt ons staande,
waar wij verder zouden loopen, omdat wij eenvoudig
niets zien. Na een uur wandelen kijken we echter al
scherper en voelen ons reeds half gescliikt voor het
baantje, nu we zelf af en toe een nest ontdekken,
ofschoon 't niet zoo veel bijzonders is, want scholekster
en kluut bijv. bouwen hun nest niet op zulke plaat
sen, dat men een speurder moet zijn om ze te vinden.
Het eerste nest dat de fotograaf kan nemen, is dat
van 'n scholekster, den mooien zwart-witten vogel met
rooden snaveldrie eieren, groen met zwarte vlekjes,
liggen gewoon in een kuiltje, want de scholekster
stelt geen hooge eischen aan de toekomstige woning
voor zijn jongen. In de lucht boven ons klinkt ge
schetter van vogels de scholeksters vliegen rond
in groote kringen, komen dichterbij, dalen, vliegen
weg, keeren terug en willen ons op die manier weg
lokken van het nest.
Even verder op een laag dijkje vinden we (dat wil
zeggen, de vogelwachter wijst ons er op) het nest
van een kluut. Daaraan is meer zorg besteed de
eieren zijn gelegd in een mooi rond nest, omgeven
door een walletje van hooi en schelpen. De gids ver
telt ons, dat er zelden zooveel schelpen voor een nest
gebruikt worden, wij hooren deze bijzonderheid
dankbaar aan en presenteeren den lezers hier de foto,
welke laat zien. hoe knap en zorgvuldig het nest is
gemaakt. De kluut bouwt zijn nest altijd op
deze manier, het zeldzame van het geval ligt in het
groote aantal schelpen dat hier gebruikt is.
De gids, die ondanks alle inlichtingen en verhalen
niets op den grond mist en nu en dan de lucht met
zijn kijker afzoekt, wijst ons op verschillende andere
nesten, op kapotte eieren, hetgeen er op wijst, dat
een meeuw op roof is uitgeweestop een vogel, die
hier niet thuishoort, n.l. een grauwgans, die tijdens
den trek terug naar het Noorden door ziekte of
anderszins de reis niet kon voortzetten, op Vlieland
heeft overzomerd en hier zal blijven, totdat zijn
soortgenooten in den herfst op den weg naar het
Zuiden het eiland zullen passeeren hij brengt ons
naar een omrasterd gedeelte, waar ons het resultaat
van een experiment wachteen mantelmeeuw en een
zilvermeeuw zijn hier samengebracht, de eieren zijn
uitgebroed en de jongen kunnen nu bestudeerd
worden er staan slechts enkele bosjes helm binnen
de afrastering en we weten dat de jongen er zijn, maar
toch moeten we goed zoeken, eer we in de helm een
der meeuwtjes vinden, een donkergrijs vogeltje met
zwarte vlekken op den kop. Het belieft niet te po
seeren voor den fotograaf, waarom de vogelwachter
het diertje in zijn hand houdt tot het werk met de
camera gedaan is.
En tenslotte hebben wij nog een buitenkansje. De
gids laat ons in linie door een der valleien loopen, om
ieder plekje af te speuren, want hier is ergens een
nest van een kluut, waarvan de eieren gauw moeten
uitkomen en werkelijk, een van ons roept na enkele
minuten zoekens reeds triomfantelijk, dat hij 't nest
gevonden heeftde eieren zijn uitgekomendrie
kleine grijze, trillende beestjes liggen in het nest, de
ouden vliegen er angstig
boven in 't rond. De gids
vertelt, dat wij geluk heb
ben met deze vondst, want
jongeklutenblijvensleclits
enkele uren, hoogstens een
halven dag in het nest
daarna gaan ze reeds op
wandel in de naaste omge
ving, waarbij de ouden de
eerste dagen nog als op
passers fungeeren.
Na uren dwalen en zoe
ken in dit ongerepte land
schap nemen wij afscheid
van den vogelwachter, die
wij mogen vooral niet
nalaten dit te vermelden
zich beroemen kan op
den vertrouwenwekken-
den naam van Cupido. Het
wordt tijd voor het hotel,
waar 'n alleszins verdien
de nachtrust ons wacht
na nog eens een wandeling
van anderhalf uur A.
Drie jonge kluten, die en
kele uren na het uitkomen
van de eieren het nest
reeds verlaten.
i'en kluut en een scholekster hebben hun broedpUiats
dicht bij elkaar gekozen.