HET MEISJE VAN DEN
WATERVAL
door Hugh Spencer
ft
m
- i J. 5y.
HALLO, Berry kwam George Stafford des
morgens mijn kamer binnendansen. „Feli
citeer me, ouwe jongen, ik heb een waterval
geërfd. Een waterval in de Tyne, vlak bij
bet dorpje Perth
Dat iemand een waterval kan erven had ik nog
nooit gehoord en ik was dus een oogenblik sprakeloos
van verbazing.
„Doe je mond dicht en sta niet zoo idioottekijken,"
grinnikte George. „Kleed je vlug aan, dan nemen
we den trein en gaan we de erfenis eens bezichtigen."
George had me nooit verteld, dat hij van iemand
ter wereld iets te wachten had, en daarom dacht ik
dat hij er een grapje mee maakte. Doch toen we
inderdaad op weg gingen naar het station werd ik
overtuigd, dat er althans iets van waar moest zijn.
„Hoe kom je aan die erfenis t" begon ik te infor-
meeren.
„Een koddige geschiedenis," antwoordde George.
„Ik kreeg gisteren een verzoek, om bij notaris
Hardy te komen. Vanmorgen ben ik er terstond
heengegaan en toen hoorde ik, dat mijn oom Josuah
overleden was. 'k Heb hem nota bene nooit gekend,
hoewel hij twintig jaar in Perth schijnt te hebben
gewoond. Enfin, de notaris vertelde, dat oom Josuah
aan de Tyne een stuk grond bezat, dat toegang gaf
tot een waterval. Hij heeft dat bezit twintig jaar
lang geëxploiteerd, door entree te heffen van de
toeristen, die die natte geschiedenis wenschten te
bezichtigen. Nu heeft hij dien grond nagelaten aan
mij en aan een zekere juffrouw Anna Stibs, met de
bepaling, dat we de erfenis geen van beiden mogen
vervreemden en dat we de exploitatie-opbrengst
samen moeten deelen. Aardige verrassing, vind je
niet
„Een meevallertje," zei ik en daarop vroeg ik,
wie Anna Stibs eigenlijk was.
„Weet ik ook niet," antwoordde George. „Volgens
den notaris is zij de eenige dochter van een overleden
vriend van oom Josuah, maar heel zeker wist hij het
niet. Ze woont in ieder geval in Perth en ze moet een
of twee en twintig jaar oud zijn. Meer kan ik je er
niet van zeggen."
„En wat ben je nu van plan met je waterval te
beginnen informeerde ik verder.
„Exploiteeren, natuurlijk, het testament wil het
zoo. 't Is te hopen dat-ie genoeg voor ons tweeën
opbrengt, dan kan ik er dat beroerde baantje op
kantoor aangeven. Anders ben ik van plan dat wicht
maar te trouwen."
„Welk wicht vroeg ik verwonderd.
„Doe niet zoo achterlijk, het meisje van den
waterval natuurlijk," zei George kribbig.
„Anna Stibs! En als zij je nu eens niet wil!"
George trok een verbaasd gezicht. „Waarom zou
ze me niet willen, denk je Zoo'n dorpswicht is wat
blij, als ze iemand uit de stad krijgt. Als ze me al te
leelijk is, of te dom, moet ik ze natuurlijk niet.
Maar anders. .«enfin, ik zal straks eerst de kat eens
uit den boom kijken. Als ze me bevalt denk ik haar
meteen maar aan den haak te slaan. Trouwen doet
een mensch allicht en als ik hetór trouw, heb ik den
waterval tenminste voor mij alleen
George is nogal geliefd bij de meisjes en daaren
boven verstaat hij de kunst hen voor zich in te
palmen, zoodat het me lang niet uitgesloten leek,
dat hij succes zou hebben bij Anna Stibs.
Een treinrit van drie uren bracht ons in het dorpje
Perth. Het was half April en van toeristenbezoek
viel niets te bespeuren. Wel viel ons oog aan den
uitgang van het station op een enorm reclamebord
„Naar den beroemden waterval links-afEntree
een halve shilling. Nog nooit gezien, om nooit meer
te vergeten
„Je oom Josuah schijnt de exploitatie goed te
hebben aangepakt," merkte ik op.
„Dat lijkt me ook zoo toe," beaamde George.
„Toch zal ik.eens nagaan, of we de propaganda niet
moderniseeren kunnen. Kijk eens, daar is een café,"
maakte hij me opmerkzaam. „Zullen we daar een
kop thee gaan nemen, dan kunnen we meteen onze
voelhorens eens uitsteken."
Ik volgde hem gewillig naar binnen en toen we
bij onze thee zaten, stelde George zich aan den
herbergier voor als de nieuwe eigenaar van den
waterval. Wat liij in den loop van het gesprek vernam
zette wel eenigszins een domper op zijn enthousiaste
verwachtingen.
„Ik heb Josuah Stafford heel goed gekend," ver
zekerde de herbergier. ,,IIij was een dagelijksche
klant van me en ik was dus volkomen met zijn zaken
op de hoogte. Kijk eens, met dien waterval zit het
zóó. 's Zomers heb je er 'n paar maanden flink wat
van te doen, maar de rest van het jaar is hij waarde
loos. Toch brengt-ie in die paar maanden nog 'n dikke
tweehonderd pond op. En dat noem ik voor een man
alleen nog zoo'n slecht inkomen niet. Je kan er
zelfs een ordentelijk huishouden van onderhouden,
'k weet niet wat de heeren ervan zeggen."
„Zeker, zeker," zei George, maar het klonk alles
behalve geestdriftig. De inkomsten vielen hem tegen.
Yier pond per week is inderdaad zoo'n slecht inko
men nog niet, maar met de helft kost het moeite,
om rond te komen.
„Ik hoor het al, Berry," fluisterde hij me toe. „Als
er in het voor- en het najaar beslist niets van te
maken is, dan zal ik in vredesnaam moeten besluiten,
dat wicht te trouwen."
Hij dronk zijn kopje leeg en rekende af. „0 ja,
u kent hier zeker wel een juffrouw Stibs," hernam hij
terloops. Wat is dat eigenlijk voor een jongedame
„Ja, wat zal ik daarvan zeggen," antwoordde de
herbergier voorzichtig. „Een keurig meisje, 'n aardig
meisje. Tenminste naar mijn smaak. Maar de een
houdt van de moeder en de ander van de dochter,
nietwaar De heeren begrijpen me wel.
We begrepen hem inderdaad en gingen heen.
„Misschien valt ze mee," hoopte George, toen we
onzen weg vervolgden. „Een inkomen van vier pond
is te weinig om te deelen. Enfin, laten we de erfenis
nu eerst maar eens gaan bekijken, Berry. Misschien
valt me nog wel iets in, waardoor de inkomsten te
verdubbelen zijn."
WT® sloegen een winderigen landweg in met oude
boo men, die op afstanden van ongeveer honderd
meter voorzien waren van handwijzers naar den
beroemden waterval. Aan het eind van dien weg
verwees een reclamebord ons naar rechts en gehoor
zaam volgden we die aanwijzing. Eindelijk stonden
we voor een gesloten hek, waarnaast een bord was
opgericht met de aanduiding „Toegang tot den
waterval. Entree een halve shilling."
Er was geen sterveling in den omtrek te zien, alleen
ontdekten we een eindje verder een café langs den
weg. George klom het hek over en een oogenblik
later stond ook ik op George's dierbaren erfgrond.
Vlak vóór ons lag de Tyne, doch toen we den oever
naderden, wreven we verbaasd onze oogen uit.
Links en rechts van ons slingerde de bedding van
de rivier zich door de akkers, maar zij was kurkdroog.
Alleen heel in de verte spartelde als een zuigeling
in een enorm groot bed een lachwekkend minia
tuurstroompje door een smalle, diepe geul.
„Als je me nou zei George venijnig. „Waar
is de beroemde waterval nu
Dezelfde vraag had ik me ook al gesteld en even
min als George wist ik er een antwoord op te geven.
Perplex keek ik rond en plotseling zag ik 'n meisje
langs den oever naderen. Zij nam ons nieuwsgierig
op toen zij dichterbij kwam, doch toen onze blikken
elkaar kruisten, keek zij haastig voor zich.
„Hé, juffie, kan je me ook zeggen, wie den beroem
den waterval hier ontvreemd heeft t" riep George
haar toe.
Het meisje bleef staan en nu pas zag ik, dat zij
een heel lief gezicht had. En óók merkte ik op, dat
zij het niet aangenaam scheen te vinden zoo gemeen -
zaam toegeroepen te worden.
„Hij is niet ontvreemd, wacht maar tot het
regent," antwoordde zij gereserveerd, en tegelijk
wees zij naar den grauwen hemel.
„Als dat een mop moet verbeelden is zij erg flauw,
juf," merkte George chagrijnig op. „Als 't regent
heb ik thuis op zolder ook een waterval."
Het meisje begon te lachen, greep haar rokken bij
elkaar en zette zich op het hek. „U begrijpt me niet,"
hernam ze. „Ik bedoel dat het eerst flink geregend
moet hebben, voor de waterval er is. De Tyne wordt
gevoed door de sneeuw en 't ijs van de bergtoppen
in 't Noorden. Vóór half Mei is hier niets te zien en
na half Augustus evenmin. Want dan gaat de bedding
weer uitdrogen. Kijk, daarginds is de waterval, of
beter gezegd de val in de bedding."
Zij wees naar links en inderdaad ontdekten we
daar een breuk in den rivierbodem, waardoor in
de bedding een diepteverschil ontstaan was van wel
drie meter. Het was een schitterende waterval,
waaraan alleen het water helaas ontbrak.
George keek me teleurgesteld aan. „Van half
Mei tot half Augustus, dat is dus maar drie maanden,
Berry. Voor en na dien tijd is er niets van te maken,
geen mensch interesseert zich natuurlijk voor een
drógen waterval. Ik zal maar besluiten, dat wicht
eens te gaan bezichtigen. Staat ze me aan, dan zal ik
meteen mijn hengel maar uitgooien."
„Zou je er eerst nog eens niet over denken
waarschuwde ik hem bezorgd. „Veronderstel, dat
ze je afwijst. Dan staan jullie mooi tegenover elkaar
als compagnons. Daarenboven kan ze reeds half
of heelemaal verloofd zijn en dan sla je eveneens een
figuur."
George lachte me uit, in sommige dingen is hij
bepaald eigengereid. „Laat jij dat zaakje maar gerust
aan mij over," spotte hij, „ik weet bliksems goed,
hoe ik 'n meisje in moet pakken. Kom, ga je mee,
dan gaan we juffrouw Anna Stibs met een stadsbe-
zoek vereeren."
Ik keek eens naar het meisje op het hek en voelde
plotseling weinig lust, bij den waterval vandaan
te gaan.
„Hoor eens, George, zou je niet liever alleen gaan!"
stelde ik voor. „Als jij van plan bent die jongedame
het hof te gaan maken, dan kan ik je alleen maar in
den weg zitten. Jullie zullen bovendien nog wel
andere dingen te bespreken hebben, waarbij je een
derde kunt missen. Kom dus liever hier met haar
terug, dan rust ik in dien tijd een beetje uit."
George keek van mij naar het meisje, dat zijn blik
gelukkig niet opmerkte, en begon toen plotseling te
grinniken.
„Veel geluk," wenschte hij, „wacht je hier zoo
lang i"
Ik beloofde het en toen beende hij met groote
passen den weg naar het dorp terug. Het meisje
maakte aanstalten om ook heen te gaan, maar ik
voorkwam haar haastig.
„Vindt u het erg brutaal, als ik even bij u kom
zitten informeerde ik. ,,'k Ben erg moe, ziet u.,"
„Het hek is breed en sterk genoeg, geloof ik"
antwoordde het meisje en meteen schikte zij een
eindje op.
Ik ging zitten en een kort oogenblik kruisten onze
blikken elkaar. „Ik heet Berry," stelde ik me voor.
„En ik Annabel," zei ze met 'n glimlach. „U komt
zeker uit de stad Was dat uw vriend, die daar
wegging
„Een kennis van kantoor," verklaarde ik onze
verhouding nauwkeurig. „We hebben vandaag
beursvacantie en toevallig moest George hier voor
zaken zijn."
„Tamelijk veel verbeelding heeft die kennis van u,
spotte het meisje.
„Gaat nogal, ik noem het altijd zelfkennis,"