L. *3 r
■m #40. tu
Het bed van den Gaekwar
is van zuiver goud.
verstaanbaar en in z'n
onwetendheid kon hij op
de onnoozelste vragen
nauwelijks een antwoord
geven. Hij hield niet van
zulke gesprekken, ze waren
vernederend voor hem en
maakten hem ook nog
verlegen en daarom wilde
hij in slaap zijn, voor de
reizigers hem zouden op
merken. En slapen deed
hij, voor hij er goed en wel
op bedacht was.
TXoe weinig droomde hij,
dat de gouden kans van
z'n leven in de gedaante
dier wijzen zuchtend en
steunend op hem kwam
toegeschuifeld. Wanneer het Geluk door de straten
van het Avondland dwaalt, moet men er als de kip
pen bij zijn om het te grijpen, anders is de kans ver
keken en zijn anderen ons precies voor. De jongen sliep
wat ze in Indië drie kwart van den dag doen.
Langzaam bewogen de vier oude mannen zich in
de richting van den mango-boom. Ze zagen er eerder
uit als bedelaars dan als wijzen, doch zoo hebben
de wijzen van Indië er altijd uitgezien. Hun kennis
bestaat voornamelijk uit wetenschappen, welke voor
den blanke waardeloos zijn en welke hij dan ook
1000 jaar geleden als nutteloozen ballast overboord
geworpen heeft.
Deze mannen hadden den boom als een geschikte
plaats uitgezocht om zich enkele oogenblikken neer
te vlijen, doch het schouwspel dat hun oogen ont
waarden, deed hen terstond alle vermoeienis ver
geten. Ze staarden naar een kleinen, schamel ge-
kleeden jongen, vuil en ondervoed, die vredig was
ingesluimerd. Hij was niet meer alleen een vreese-
lijke bewoner der wildernis had stilletjes zijn gezel
schap gezocht. De platte kop van een groote konings
cobra trilde zachtjes boven het hoofd van het arge-
looze kind. De vier geleerden blikten gespannen
voor zich uit en wisselden fluisterend woorden van
wijsheid. Als ze het doodelijke reptiel wegjoegen,
zou de jongen waarschijnlijk wakker worden en een
Het waarlijk vorstelijke paleis
van den Oaekwar van Baroda
het telt 700 kamers en in de
kelders liggen voor miUioenen
aan goud en juweelen verborgen.
beweging maken, waarop
de brilslang aanstonds
haar scherpe tanden in
z'n vleescli zou zetten en
z'n carrière in een oog
wenk zou beëindigen. Dit
vraagstuk raakte al spoe
dig op den achtergrond
door een ander, dat geen
uitstel voor onderlinge
besprekingen kon lijden.
Ze werden plotseling ge
waar dat de zon zich
intusschen een weinig ver
schoven had, zoodat de
breede, platte kop van
de cobra nu dienst deed
als zonnescherm voor het
slapende kind.
De Indische wijzen ken
den de dikke folianten der
slangen wijsheid op een
prik en het schoot hun
terstond te binnen, dat iemand, die in zulk een hope-
loozen toestand geraakt, voorbestemd is een groot
heerscher te worden of over enkele minuten een
lijk te zijn.
Toevallig doolden onze wijzen met nog eenige
honderden collega's door het land van Baroda, op
zoek naar een geschikten troonpretendent, want de
laatste Gaekwar, die zich liever met fuiven en pret
maken ophield dan met regeeren, was gestorven
en het rijk werd voorloopig bestuurd door de kinder -
looze weduwe van z'n broer. Daar er geen wettige
erfgenaam was om op te volgen, hadden de wijzen
des lands besloten, dat de prinses een kleinen jongen
adopteeren zou, die ergens in Baroda moest worden
opgeduikeld. Het gedrag van de cobra was voor de
vier wijzen een zekere aanwijzing, dat de netelige
kwestie der troonsopvolging eensklaps had opgehou
den te bestaan. Ze maakten een diepe buiging voor
den slapenden bengel en z'n lugubere bewaakster
en begaven zich naar het dorp, waar ze den verderen
middag in diepzinnige gesprekken met de ouders
van den jongen doorbrachten.
Indien de slang den jongen gedood had, zou ieder
rechtgeloovige geweten hebben, dat de goden in
hun wispelturigheid van gedachten waren veranderd,
of dat men hun voorteekenen verkeerd gelezen had.
Maar het feit dat hij ongedeerd en met een rammelen
de maag naar huis terug kwam, bevestigde de andere
theorie. De ouders hadden intusschen bij de dorpe
lingen leentje-buur gespeeld en voldoende kleeren
bij elkaar gescharreld, dat hun zoon de wijzen
fatsoenlijk uitgedost naar de stad kon vergezellen.
Hier werd hij in een prinselijk pakje gestoken en
naar het paleis gebracht, waar ettelijke honderden
jongens uit alle hoeken en gaten van Baroda bijeen
getrommeld waren om den uitslag van den grooten
speurtocht der wijzen te vernemen.
Tedere candidaat beschikte over de een of andere
bovennatuurlijke aanbeveling en de organisators
der expeditie voorzagen reeds onoverkomelijke
moeilijkheden wegens het gebrek aan eensgezind
heid onder de goden. Maar met het voorteeken der
cobra viel nu eenmaal niet te spotten en onze herders
jongen werd eenstemmig tot Gaekwar van Baroda
benoemd. De andere knapen werden met troost
prijzen naar huis gestuurd. Niemand had er aan
Zijne Hoogheid de Gaekwar van Baroda laat zich de
ochtendpost voorlezen