De gouden kanonnen van den Qaekwar worden scherp bewaakt.
vrijwel op alles kon doen
gelden, alleen erfelijk wa
ren door prinsen van den
bloede.
Teneinde eventueele ge
schillen later te voorko
men en dit bezwaar tegen
de opvolging maar met
een in de kiem te smo
ren, werd er een nieuwe
commissie van wijzen
naar het kleine dorpje
afgevaardigd om de zaak voor eens en voor altijd te
regelenDe wijzen confereerden lange dagen met de
oudste dorpsgenooten van den nieuwen Gaekwar en
legden hun bevindingen ten laatste in 'n lijvig rap
port vast. Hoewel hun verklaringen wellicht verzon
nen waren, werd de jongen tot constitutioneel vorst
uitgeroepen. Volgens dit rapport zou 'n familie-lid
van den stichter des rijks 't oppervlakkige en onbe
zorgde leven aan 't hof ontvlucht zijn en zich ge
vestigd hebben in dat kleine dorpje, omdat het 't
armste en ellendigste was van heel Indië. Hier had hij
zich ontpopt als 'n heilig man en 'n onbaatzuchtig
bestaan geleid echter had hij zooveel kinderen
nagelaten, dat het gansche dorp aan hem verwant
was. Dus bruiste het blauwe bloed van den eersten
veroveraar van Baroda in de aderen van den pas
gekozen koning.
De Gaekwar regeert over zijn 2.000.000 onder
danen vanuit een paleis met 700 kamers, 250 mijlen
ten noorden van Bombay. Ofschoon hij de rijkste
man ter wereld is, beter bij kas dan de Nizam van
Hyderabad, tracht hij dit feit toch zoo geheim
mogelijk te houden. Hij zou den luister en staatsie
van zijn hof graag willen beperken, maar er zijn
genoegzame redenen die hem zulks verhinderen.
Als de inboorlingen hun vorst zouden zien bezuini
gen, kon hij er stellig van op aan, dat ze 'n revolutie
zouden ontketenen uit vrees dat de groote schat
verdwenen was. Buitendien zou een dergelijke
economische maatregel honderden mensclien hun
betrekkingen doen verliezen.
rjVenals de andere Indische vorsten heeft men ook
hem aangemaand zijn schatkamers te openen en
het renteloos liggende goud in omloop te brengen.
De Gaekwar is van meening, dat deze enorme
liquide fondsen een reserve zijn tegen vreemde
invasies of andere nationale rampen. Indien hij het
goud op de wereldmarkt gooide, zou er direct een
plotselinge opleving merkbaar zijn, de prijzen
zouden de hoogte invliegen, doch een hernieuwde
ineenstorting kon volgens zijn zeggen toch moeilijk
uitblijven. En de Gaekwar zou dan met een berooide
schatkist zitten en bij een volgende crisis eenvoudig
machteloos staan. Hij spaart zi'n geld op voor de
magere jaren, terwijl de groote mogendheden zich
diep in de schulden steken.
Nochtans heeft de tegenwoordige Gaekwar mil-
lioenen besteed, meer dan hij ongaarne toegeeft,
aan den bouw van ziekenhuizen, scholen, water
werken, parken en wegenverbetering. Tijdens zijn
regiem heeft hij het percentage geletterden in
Baroda van 4 op 22 gebracht, een prachtige vooruit
gang als men weet, dat in de andere deelen van
Indië slechts 5 percent van de bevolking nauwelijks
kan lezen of schrijven. Hij is geabonneerd op de
grootste dagbladen der westersche wereld, maar
leest ze hoogst zelden.
De Gaekwar beschikt over een eigen berichten
dienst, een staf van 25 redacteuren, die iederen dag
voor zijn persoonlijk gebruik een getypte krant
samenstellen, waarin de groote wereldfeiten in
beknopten vorm worden weergegeven. Hij leest dit
bulletin voor hij naar bed gaat. Men vroeg hem eens,
waarom hij de best-ingelichte man van Indië wilde
zijn, terwijl hij toch amper een uur per dag leest
of studeert en de Gaekwar antwoordde
„Meer tijd kan ik aan m'n streven om een wijs
man te zijn niet besteden. De rest van den dag
moet ik trachten de verkregen wetenschap "op ge
lukkige en rechtvaardige wijze aan te wenden.
Een wijs man is gelijk een mijnwerker, die kostbare
steeuen uit de aarde delft, maar hij is een dwaas, als
hij den schat dien hij gevonden heeft verkwist aan
nuttelooze zaken. Men moet de woorden der wijzen
in zich laten bezinken, ze zijn kostbaar, huu raad
moet men echter niet vragen. Laat de wapensmid
u een buigzaam zwaard smeden, maar laat hem
nimmer uw manschappen in den strijd voorgaan.
U komt bedrogen uit."
De hofmeester van den Gaekwar heeft de beschikking
over de fijnste wijnen en likeuren.
De Gaekwar van Baroda en zijn vrouw, de Maharanee,
gefotografeerd bij een bezoek aan Londen.
gedacht een onderzoek in te stellen naar de bijzon
dere geestelijke kwaliteiten der aanwezige candidaten.
Het was een blind toeval of misschien wel de wil
der goden, dat hij een knap stel hersenen en een uit
nemend karakter had. Van het moment dat hij in
het sprookjesachtige paleis kwam te wonen, werkten
de beste leeraren der wereld er toe mee hem een uit
stekende opvoeding te geven. Wanneer hij achterlijk
ware geweest, zou maar weinig van deze kennis
tot hem zijn doorgedrongen, en dat weinige zou
hem ten koste zijns vaderlands in onzinnige waag
stukken gestort hebben. Doch deze jongen onthield
en begreep wat men hem leerde. De eigenaardige
combinatie van goden, wijzen en een gifslang had
een betere keus gedaan dan men van een publieke
verkiezing had kunnen hopen.
Van den dag dat de jeugdige vorst, wiens leven
in den beginne zdo onbelangrijk en onbevoorrecht
had geschenen, den troon beklom, deed hij zich
geducht voelen, niet alleen in Baroda maar ook in
Indië. Aanvankelijk ging er een storm van veront
waardiging en verzet op tegen de verwezenlijking
zijner verlichte ideeën, zooals verplicht schoolbezoek
door alle jongens, sanitaire wetten welke den wrevel
der inboorlingen opwekten, wijl zij er een kettersche
hervorming hunner godsdienstige overtuiging in
meenden te bespeuren, etc. De nieuwe Gaekwar
zou zijn troon en vele titels misschien verloren
hebben, indien de Engelsche regeering z'n streven
niet zoo krachtdadig ondersteund had.
Hieronder vermelden wij eenige van zijn titels
het zijn ze lang niet allemaal, maar het adres is
toch uitvoerig genoeg, dat er geen vrees behoeft
te bestaan dat de post een brief verkeerd zou be
zorgen.
Zijne Hoogheid Farzand-I-Khas-I-Danlat-I-In-
glishia, Maharadjah Sir Sayajirao Gaekwar III,
Sena Khas Khel, Shumshere Bahadur, G.C.S.I.
G.C.I.E. LL.D. Maharadjah van Baroda.
Gaekwar is in Baroda het gelijkwaardige woord
voor den gebruikelijken Hindoetitel van souverein
vorst Maharadjah.
Pen wettelijk beletsel moest nog uit den weg
worden geruimd, voordat de zoon van den koe
herder den troon veilig kon bestijgen en al deze titels
kon aanvaarden. De stichter der uitgestorven dynas
tie had een soort grondwet geschreven, waarin de
macht en de rechten des konings, die zich in Baroda