13 toe en tegelijk stond zij op. „Ik eindig met vissehen wilt u uw geluk soms eens beproeven V' „Graag, als u tenminste bij me blijft," stelde Hugh voor. „O, ik denk er zelfs niet aan. Ik moet naar huis terug." „Naar het kasteel, het park door Prachtig, dan ga ik zoover met u mee. Ik moet nog antwoord hebben op mijn voorstel, nietwaar Ik dien toch te weten, wat ik Hare Genade over 'n uur zeggen moet?" Het meisje schudde lachend het hoofd. Toen keek ze hem nog eens aan, maar niets in haar gelaat of in haar blik liet hem raden, wat er in haar omging. „Bent u werkelijk vastbesloten naar Indië terug te keeren, meneer Darney „Vastbesloten Tenzij mijn voorstel wordt geac cepteerd. Ik neem de hertogin op proef, mits u mij op proef neemt. Als u Hare Genade dus een genoegen wilt doen met een beschaafden secretaris, weet u wat u mij te antwoorden hebt." „U is een vreeselijke man," zuchtte het meisje. „Om de hertogin niet te bedroeven, die dank zij de voorspraak van meneer Huntley nogal prijs op u schijnt te stellen, zou ik dus verplicht zijn „Juist, om mij in genade aan te nemen," vulde Hugh aan. „Zeg maar liever terstond ja, dan kunnen we hier onzen verlovingskus wisselen." Het meisje schaterde het uit. „U is nog voort varender, dan ik dacht. Maar toch zal ik u nu nog geen antwoord geven. Ik wil er dadelijk eerst eens over nadenken. Straks, bij de audiëntie, zooals u het noemde, ziet u mij wel en zoolang zult u dus uw ongeduld moeten bedwingen." „Weet u heel zeker, dat ik u zal zien vroeg Hugh met schitterende oogen. ,,Heel zeker, maak u niet ongerust," antwoordde het meisje, haar hengel opnemend. Toen snelde zij haastig heen, alsof zij hem wilde beletten haar te volgen. Hugh keek haar met een droomenden glimlach na. Het was geen offer, om harentwil de nukken van een ongemakkelijke gebiedster te verdragen. Boven dien kon het meevallen. Hare Genade was misschien genadiger voor haar intieme omgeving, dan voor anderen, die van haar afhankelijk waren. Het meisje zag er althans niet naar uit, dat zij een ver drietig of ongezellig leven had. En als secretaris hoefde hij ook niet den héélen dag achter den sleeprok van de hertogin aan te wandelen. De betrekking zou hem voldoende vrijheid laten en was dat on verhoopt niet 't geval, dan kon hij altijd nog verderzien. Tegen vijf uur begaf hij zich opnieuw naar Stan ford Castle. Hij was intusschen tot de ontdekking gekomen, dat hij er niet erg voordeelig uitzag. Zijn linnengoed was smoezelig geworden van de reis en de stoffige wandeling, zijn pantalon was gekreukt van het liggen in het gras en zijn schoenen waren bedekt met stof. Want hij had zijn koffers in Londen gelaten en hij hoopte maar, dat Hare Genade deze in breuk op de strenge eti quette door de vingers zou zien en zijn verwaar loosd uiterlijk voor lief zou nemen. Dezelfde huisknecht van straks opende hem ook nu. Maar er was 'n opmer kelijk verschil in zijn op treden met dat van straks. Hjj boog diep en pre velde ter begroeting een naam, dien Hugh alleen bjj zijnwettelijkemeerder- jarigheidsverklaringonder de oogen had gehad. „Mylord Darney...." „Laat dat mylord er maar af, Bert," glimlachte Hugh. „Je koopt niets voor die deftigheid." „Orders, mylord," verontschuldigde de oude man zich. Hugh grinnikte zachtjes. Hare Genade leefde bepaald in de gelukkige verbeelding, dat zij haar huis luister zou bijzetten met een grafelijken secre taris. Intusschen ging de huisknecht hem voor naar boven, een heele reeks zalen door en een vertrek binnen met vergulde banken en tafels, vergulde wanden en een verguld plafond. De antichambre, dacht Hugh. De huisknecht verzocht hem te gaan zitten en verwijderde zich geruischloos. Hugh hoopte eindelijk de gezelschaps dame van Hare Genade te zien verschijnen. Hij was vastbesloten zich niet te verkoopen zonder zekerheid, dat hij den prijs zou krijgen dien hij verlangd had, en een beetje angstig overwoog hij reeds, wat hij Hare Genade zeggen zou, als het hem eens niet gelukte het meisje vóór het onderhoud te spreken te krijgen. plotseling ging de deur open. Hij sprong zenuw achtig op en boog zich diep, niet anders denkend of het was de hertogin, die binnentrad. Toen hij zich echter oprichtte, trok hij een verbluft gezicht het was meneer Budd. „Hallo, bent u met denzelfden trein gekomen, meneer Budd vroeg Hugh, grijnzend om de idiote figuur, die hij sloeg. „Neen, mylord, een trein na u," antwoordde Budd zeer ernstig en fluisterend vanwege zijn eerbied voor het verguldsel. Hij plaatste zich aan een tafeltje en legde er een papier op. Toen stond Hugh, die dit alles met eenige verbazing had aangezien, van zijn bank op en legde een hand op den schouder van den ouden zaakwaarnemer van Hare Genade. „Zeg me eens, meneer Budd, wat beteekent eigenlijk die overdreven eerbied voor mijn bescheiden persoon Ik kan me niet herinneren, dat ik ooit aanspraak heb doen gelden op mijn titel." „Orders van Hare Genade, mylord," antwoordde meneer Budd. „Hare Genade heeft uitdrukkelijk bevolen, dat men recht zal doen wedervaren aan uw titel." „Zoo, nu, dat begrijp ik niet goed. Maar enfin, van haar standpunt heeft Hare Genade misschien gelijk. Eigenlijk betreft dat meer die geschiedenis van 1346. Als de tweede Stanford den vierden Darney rustig in het bezit had gelaten van zijn hoofd, dan waren we wel in staat geweest voor ons eigen aanzien te zorgen. Ga door, meneer Budd u is toch zeker hier gekomen, om iets met me te bespreken of te regelen. „De voorwaarden, waarop u voorloopig in be- Gratie de be kende filmster Olga Tschechowa in haar prachtige Horch. trekking zou treden, mylord," antwoordde Budd. „Hare Genade wenscht een proeftijd van drie maan den. Als u zich daar mee vereenigen kunt „Volkomen, die regeling voorkomt mijn eigen wensch," zei Hugh en hij wierp een verlangenden blik op de deur, of het meisje nog niet kwam. „Ik zal Hare Genade even gaan meedeelen, dat u accoord gaat met de voorwaarden," zei meneer Budd. „Heel goed," antwoordde Hugh en thans ver trouwde hij vast, dat het meisje verschijnen zou. als de zaakwaarnemer het vertrek verlaten had. Doch weer wachtte hij tevergeefs. Toen ging de deur open van het naastgelegen ver trek eu verscheen opnieuw meneer Budd. Hij boog zich heel diep voor Hugh, sloeg een hemelsch eer biedigen blik op naar het plafond met de vergulde engeltjes en verdween voorgoed. En daarop kwam eindelijk de huisknecht te voorschijn, om Hugh aan te dienen. „Graaf Darney," hoorde Hugh hem zeggen als in een droom. Hij deed twee passen het vertrek in en achter hem ging de deur dicht. In het boudoir, waar hij zich bevond, zag hij Hare Genade tronen. Hare Genade het meisje van de beek. Maar er was een hemels breed verschil met 's middags. Thans was het meisje een vorstin, gekleed in een kostbaar avondtoilet en getooid met een schitterend diadeem. Alleen haar schoonheid was dezelfde gebleven, haar schoon heid en haar ondeugende lach. Hugh droomde. Het was een verrukkelijke droom, maar helaas een bedrieglijke. Want dit kón geen werkelijkheid zijn, alleen een amusante fopperij. Doch toen klonk plotseling de stem van het meisje. Een stem, met een zilveren lach er doorheen van moeilijk ingehouden pret. „Meneer Darney, u hebt niet geweten, dat de vorige hertogin van Stanford al anderhalf jaar dood is. Ik erfde als achternicht den titel en tot opdat oogenblik was ik een doodarm meisje op een Lon- densch kantoor. Ik stelde er prijs op, u dit te zeggen en laten we thans spreken over uw voorstel. Ik neem uw vereering aan en u verdraagt gedurende een proeftijd van drie maanden de nukken van Hare Genade. Gelooft u het zoo lang te kunnen uithouden bij 'n oude, zure tante, of verkort u den proeftijd liever Het duizelde Hugh. Hij deed een pas en nog een pas en daarop gebeurde er iets, dat Hugh Darney voor geen prijs ter wereld voor de oude hertogin zou hebben gedaan hij knielde „Den proeftijd verkorten, mylady stamelde hij, de hand van Hare Genade nemend. ..Zie mij lig gen ik ken géén grooter geluk, dan mij voor mijn heele leven te mogen bukken onder uw juk

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 13