en wat er teQen te doen N ENSTEKEN... DE zomer is in 't land en de vliegen en mug gen en bijen en wespen laten niet op zich wachten. Ieder die weet wat het zeggen wil, des nachts slapeloos rond te woelen omdat het treite rend muggengezoem of het brommen van groote en kleine vliegen het inslapen belet, ziet met schrik deze kleine rustverstoorders weer verschijnen. Tegen vliegen helpen tocht en duisternis, maar 't allerbeste van alles helpen gazen horren in de open ramen. Is de muggenplaag heel erg in een kamer, dan legge men een stukje kamfer op een gloeiend kooltje. Een eenvoudiger middel is het zetten van een ricinusplant in de kamer. Deze plant is een der ergste vijanden van de mug. Een ander middel is het ophangen naast het hoofdkussen van een flanellen lap, gedoopt in het volgend mengsel 10 gram laurier-olie, 10 gram eucalyptusolie, 10 gram zwavelether in 70 gram spiritus. Met dit mengsel wrijve men ook handen, gezicht en hals in. Is het onheil eenmaal geschied en is men gestoken, dan zijn er velerlei middelen om dadelijk de pijn te verzachten en zwelling te voorkomen. Steken van vliegen kunnen gevaar opleveren, als die dieren b.v. op lijken of tot ontbinding overgegane stoffen hebben gezeten. Hun steek kan dan bloedvergiftiging ten gevolge hebben. Ook muggen kunnen dit veroorzaken en het is bekend, dat een mug malaria veroorzaakt. Wie genoodzaakt is, zich aan de steken van muggen en vliegen bloot te stellen, zal wèl doen, altijd 'n stukje scherp riekende zeep bij zich te dra gen 'n klein fleschje geest van salmiak is nog beter. Vooral zorge men ervoor, de gestoken plek niet met vuile vingers of nagels aan te raken. Men was- sche de gestoken plaats met zeep of geest van salmiak met azijn of wrijve ze in met olie. Uitknijpen der wonde moet steeds vooraf gaan en onder het wasschen eenige malen herhaald worden. Zelfs flink inwrijven met uiensap is, als men niets beters bij de hand heeft, reeds goed. Oteken van bijen en wespen, indien deze niet in de mondholte zijn geschied, zijn niet gevaarlijk. Men trekt voorzichtig den angel uit de wond en wascht dan met scherpe zeep of geest van salmiak, of wrijft met olie, met versche uien, knoflook, peter selie, zelfs versche sneetjes ooft zijn goed, of zout, waterglas of versche brandnetels. Bij een overval door bijen of wespen in massa moet men de hulp van den dokter inroepen even eens wanneer men in de mondholte is gestoken, omdat door opzwelling de luchtbuis dicht zou kunnen geraken, waarop verstikking zou kunnen volgen. Carbolzuur met water, half om half, kan ook te gen deze steken worden te houden. Van alle middelen tegen het steken der insecten bestaat er geen beter danoorsmeer. Terwijl men het altijd bij de hand heeft, laat het ons bijna nooit in den steek. Wanneer men hier mede de gewonde plek goed insmeert, houden de pijn en de ontsteking bijna dadelijk op. Tegen insectenbeten wendt men met succes aan, nagelolie of een deel geest van ammoniak, vermengd met twee deelen spiritus ook moet het goed zijn, de gebeten plaats in te wrijven met een fijngemaakten ui of een plakje van een doorgesneden ui op de gestoken plaats te leggen. Bij bijen- of wespensteken helpt ook snel de hand in karnemelk steken en daarin een poosje houden. Heeft men zoo gauw niets anders bij de hand, dan doopt men een watje in bier of wijn en daarna in sigaren- of sigarettenasch. Hiermede wordt de pijnlijke plaats gebet. Tenslotte nog een goede raad hoe heftiger men bijen en wespen van zich afslaat, hoe meer kans men heeft, gestoken te worden. Er zijn nu eenmaal dingen in het leven, die men beter rustig uit den weg kan gaan dan zich ertegen te verweren en bijen en wespen behooren daartoe De pijn van bijen- en wespensteken wordt ge stild door 'n mengsel van 1 deel salicyl-zuur en 20 deelen elastische collo- dium, goed dooreenge- mengd en na verwijdering van de angels op de won den gewreven de aan wending hiervan verhin dert het ontstaan van ge zwellen. Aether is mede een uit stekend middel tegen bijen- en wespensteken en men doet het best, het fleschje met deze stof te ontkurken en de opening 15 minuten tegen de wond

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 36