4
„Er is geen haar goed
aan je, behalve je meisje
knap meisje is verplicht,
zoo gauw mogeljjk te
trouwen, vind ik. Dan
komen er tenminste
plaatsen open voor de-
leelijke meisjes de
stakkers."
Een man moet heel
voorzichtig zijn tegen
over een meisje, dat
j besloten heeft, te trou
wen. Al, wat hij zegt,
kan tégen hem gebruikt
worden, 't Leek mij nut
tig haar te zeggen waar
't op stond, vóór we
verder spraken.
„Ik hen liedjesfabri-
1 kant," zei ik, „en dus
deug ik niet voor 't
huwelijk. Ik leef veel te
onregelmatig, 't Zou
erg onaangenaam zijn
voor een vrouw, zoo
veel alleen te zitten."
Zij leek wat teleurge
steld, maar zij gaf me
gelijk „Ja, Bob."
„Maar ik kan je wel
aan een paar knapen
voorstellen," zei ik.
„Misschien vind je er
daar een bij, die je ge
schikt lijkt voor die
trouwerij, als je 'm een
beetje beter kent."
i Dat idee leek haar wel aan te staan. „Waar moeten
we heen, om die knapen te vinden
„Dat weet ik niet precies. Maar ik weet een heele-
boel plaatsen, waar ze kunnen zijn. En als je er iets
bij vindt, zal ik je vertellen, hoe je 'm aan moet
pakken."
„Dr-j je 't, Bob 1 Heusch t"
„Natuurlijk. Ik heb een heele massa voor je over,
kind."
Toen had ik wéér een best idee. „De beste manier,
om ze in te pakken," zei ik, „is lief tegen mij doen.
Dan maak je den naijver wakker dan zullen ze
probeeren, je van me af te snoepen. Mannen zijn daar
heel eigenaardig in. Je hoeft dus alleen maar dol
op me te zijn."
„Ik bèn dol op je. Bob," zei ze.
„Reusachtig f"
„Ja, Bob."
„Goed," zei ik, „ga mee dan hier vandaan, dan
gaan we op zoek."
Ik betaalde dus onze consumptie. Bert Bentz
zag ons weggaan en speelde „Goeden nacht, vergeet
mij niet" als afscheidsmarséh.
Toen ik haar in mijn wagen wou zetten vroeg ze
„Hoe moet ik nou met Souse f"
„Wie is Souse vroeg ik.
„Souse Aldrich," zei ze, „de jongen, die me hier
heeft gebracht."
„Waar is hij f"
„Daar. Zit in zijn auto te slapen." Zij hep het
parkeer-terrein over, en inderdaad zat er een jong-
mensch te slapen in 'n grooten auto. Dinah had hem
leeren kennen, zei ze, toen ze zijn zuster aan haar
uitzet geholpen had. Dinah had gevraagd, of hij haar
naar een danshuis wou brengen, dan kon ze eens
zien hoe 't daar was. Maar Souse had onderweg
zoo dikwijls aangelegd, dat hij erg slaperig was, toen
zij de Posthoorn bereikten.
„Hoe is hij, als hij wakker en normaal is vroeg
ik.
Daar wist zij niet veel van. Zijn ouders kochten
altijd aan de zaak, en dongen niet af, als er drie
duizend dollars gevraagd werd voor een japon voor
de zuster van Souse. De jongeling was al van drie
universiteiten afgejaagd, en wachtte nu tot Septem
ber, om 't op een vierde te probeeren.
„Als we hem aan zijn lot overlaten," zei Dinah,
„rijdt hij misschien iemand dood."
Véél zin had ik niet, om me met hem te bemoeien
maar zooals de gulden regel zegt wat gij niet wilt
Ik moest hem maar naar huis brengen, vond
ik, en hem aan zijn familie afleveren.
Waar hij woonde, wist zij niet't zou wel op zijn
rijbewijs staan, dacht ze. Schrander van haar. Toen
ik in zijn zakken naar de kaart zocht, werd ik van
achter gegrepen en een zeer norsche stem zei
„U bent gearresteerd."
Ze dachten dat ik Souse zijn portefeuille wou
ontrollen. Drie agenten en een sergeant waren met
een paar auto's iemand aan 't snorren. Ze hadden
voor 't restaurant gestopt, om een kop koffie en een
boterhammetje te gebruiken. Ze kwamen net den
hoek om, toen ik met den dronkeman bezig was.
Bert Bentz kon natuurlijk zeggen wie ik was,
als we naar binnen gingen maar even natuurlijk
dacht ik, dat ik mezelf er wel uit kon praten en
dat zou ook vast gelukt zijn, als Dinah er niet tusschen
was gekomen.
„Blijf met je vingers van Bob af, uilskuiken," zei
ze tegen den sergeant. „Als je een kerel was, ging je
naar binnen en dan rekende je dat stel rasboeven in."
Ik probeerde haar een teeken te geven, dat ze
stil moest zijn, maar één van de agenten gaf me een
tik, omdat ik probeerde, het recht te verdraaien.
„Welke rasboeven t" vroeg de sergeant.
„Gladde Mike uit Chicago bijvoorbeeld. Die heeft
een heeleboel moorden op zijn geweten. En Schele
Tinus en Rooie Sadie, en Karei de Boffer. Je hebt
een hoop praatjes," beet ze den sergeant toe, met
haar gezicht vlak bij het zijne, „maar je hebt 't lef
niet, om die gevaarlijke schurken aan te pakken.
Als iemand z'n fietslamp uit is, dan durven jullie
Zoo kwamen mijn leugens mij straffen Ze schoten
naar mij terug als een kaatsbal en raakten me vinnig
in mijn gezicht.
Sergeant Grady werd dol, toen Dinah zei, dat hij
geen „lef" had. Al waren er tien Gladde Mike's in
dat restaurant geweest, ieder met een machine
geweer aan zijn manke heen gebonden, dan was hij
nog naar binnen gegaan.
Ja, dat was óók een verzinsel van mij. Ik had
haar verteld, dat de beroemdste schurken hun
machine-geweren op die manier meevoerden. Enfin,
ik probeerde den sergeant tegen te houden. Ik
smeekte, of ik hem even apart mocht spreken, maar
spreken kon ik bij den rechter, zei hij.
Ik werd aan één der agenten vastgeketend en in
een auto gestopt. Toen ik op 't bureau kwam vroeg
ik, of ik een paar vrienden op mocht bellen maar
dat ging niet, zeiden zij moest de rechter over
beslissen den volgenden ochtend. Ik probeerde
ze natuurlijk te vertellen, hoe de vork in den steel
zat, maar ze wilden geen van allen luisteren ze
hadden 't veel te druk met den inval in dat schurken-
restaurant.
Toen ik ongeveer een uur in de cel had gezeten,
kwam er een agent zeggen, dat ik bij den kapitein
moest komen.
„Ze kénnen in Chicago geen Gladden Mike,"
hoorde ik op 't bureau.
„Nee, meneer," zei ik, „dat heb ik verzonnen.
Misschien mag ik even uitleggen...."
„Hoe is de ware naam van Gladden Mike Waar
is hij vandaan en waar moeten ze hem voor hebben
„Hij is nergens vandaan. Hij bestaat niet. Als u
wilt luisteren, zal ik u vertellen, hoe dit misverstand
in de wereld is gekomen."
Maar hij wou óók niet luisteren. „Breng hem maar
weer naar de cel, tot zijn geheugen een beetje is
opgeknapt," zei hij.
TPoen 't licht werd kwamen ze me weer halen. Ze
hadden Souse nuchter gekregen en wilden me
met hem confronteeren.
„Kent u dien man vroegen ze aan Souse.
Hij schudde het hoofd.
„Al eens eerder gezien t"
Hij schudde het hoofd.
„Herkent u hem als den man, die uw zak heeft
probeeren te rollen
„Ik weet nergens van zei Souse. „Ik heb alleen
gehoord, dat hij me naar huis wou brengen. Waarom
hebben jullie hem zijn gang niet laten gaan f"
Wéér brachten ze me naar de cel en ik moest er
blijven tot zes uur. Ja, vanmorgen zes uur
Toen moest ik weer naar 't bureau van den kapitein.
Daar was een luitenant èn sergeant Grady.
„Ricke," zei de luitenant, „uit het politie-onder-
zoek is gebleken, dat je een leugenachtige dit-en-dat
bent. Er is geen haar goed aan je, behalve je meisje.
Die blijft je trouw, wat we ook zeggen."
„Veel te goed voor zoo'n sujet," sprak de sergeant.
„Als jullie getrouwd waren, kon ze je wel aan
't lijntje houden, zegt je meisje. Dus ik zal je nog
één kans geven. Je trouwt haar, zoodra 't stadhuis
open is dan zal ik je vrijlaten onder haar toezicht.
Maar denk er om, geen kunsten zei de luitenant.
„En als ze na jullie trouwen klachten over je
heeft," voegde sergeant Grady er aan toe, „zal ze
't mij laten weten dat hebben we afgesproken.
Dus pas maar op, dat je geen kwaad woord tegen
haar zegt. Dan kom ik even aan met een
w-agent je."
Ik zei„Goed, heeren, dank u wel." Wat kon
ik anders
We trouwden dus, zoodra de speciale vergunning
geteekend was. Er ging een agent mee als getuige
en om op te passen, dat ik niet wegliep.
Maar ik zal er nooit spijt van hebben. Trouwen
moest ik tóch vroeg of laat en ik had het nooit
beter kunnen treffen. Ze is eén schat en de sergeant
kan met z'n wagentje gerust thuis blijven.