BORDENWASSCHER GEVRAAGD D Karl Ey: i E E R S T E VERVOLG I AT heb 'k vanmiddag gevonden," zei ik kort. „De dame, die deze voorwerpen verloren heeftis de vrouw van den directeur der P. O. Spoorwegmaatschappij." De hotel-directeur bladerde vluchtig door het kleine boekje. „Dat is zeer wel mogelijk," sprak hij rustig, „ik heb deze dame na den sluitingstijd der theaters met eenige kennissen in den Groenen Salon gezien. Slechts één vraag, jongeman. Hoe weet u, dat de president van den P. O Spoorweg VanderLipp en z'n vrouw Maud heet Het lag op de punt van m'n tong mijn incognito te laten varen en er eerlijk voor uit te komen wie ik was, maar ik bedwong mij intijds en zei ontwijkend „Ik interesseer mij soms voor de gekste dingen en lees veel kranten." „Hebt u er een idee van wat deze ring waard is „Vijfhonderd dollar misschien," schatte ik op goed geluk af. „Het tienvoudige, jongeman, als het niet meer is. Enfin, mevrouw VanderLipp moet zelf maar uit maken of zij u er iets voor geven wil. In ieder geval hebt u van uw eerlijkheid blijk gegeven en getoond ook de kleine dingen te kunnen waardeeren, want het verlies van het notitie-boekje zal mevrouw VanderLipp meer spijten dan de ring, die waar schijnlijk van haar vinger gegleden is, toen ze haar hand aan het papieren servet afveegde. Het boekje moet ze per vergissing in het servet gefrommeld hebben. Wat kan ik verder voor u doen „Ik zou u erg dankbaar zijn, wanneer u mij aan een betere betrekking in uw hotel kon helpen." „Goed Ik zal u tot lid van ons „Emergency corps" promoveeren. Mr. Bryan zal u wel van uw nieuwe werkzaamheden op de hoogte stellen. De directeur gaf mij een hand, die lang geleden ook 'ns borden gewasschen had, als men zijn brochure ten minste gelooven kon en die naast een aantal vlakbij gelegen hotels dit reuzenpaleis geschapen had, waarvan de bouwkosten volgens de courantenbe richten meer dan 20 millioen dollars bedragen hadden. Toen ik gaan wilde, mompelde de directeur half tot zichzelf „Eigenlijk jammerIk dacht dat u de eerste bordenwasscher in mijn hotel zou zijn, die bij mij binnendringt en mij wegens m'n brochure ter ver antwoording roept en vraagt, hoe ter wereld ik er kans toe zag met drie maaltijden en tien dollars per week eigenaar van dit hotel te worden. Ik laat me villen als je mij niet meer-geïmponeerd had, indien je zonder je vondst bij mij was komen binnen vallen, jongeman Mijn promotie van de dampige kelders van het hotel was inderdaad in meer dan één beteekenis duizelingwekkend. Mijn nieuwe verblijf bevond zich namelijk op de 29ste verdieping, vlak onder het dak van den wolkenkrabber, waar mr. Bryan mij een prettige kamer aanwees, welke weliswaar kleiner dan een middelmatige gastenkamer was, doch daarentegen ook gemoedelijker en huiselijker. Naast het bed stond een klein schrijfbureau met twee telefoontoestellen, een goed-gevulde boeken kast beloofde uren van aangename ontspanning, gemakkelijke stoelen waren om een ronde, met kran ten en tijdschriften bestrooide tafel geschaard, de kamer had een eigen bad en aansluiting op den heet- en koud-water-toevoer, leeslampen op het bureau en naast het rooktafeltje zorgden voor een gezellige sfeer, ja, een met bast omvlochten, dik buikige flesch stelde zoowaar een hartversterking zoo nu en dan in het vooruitzicht. De nachtelijke electrische reclames flitsten door het venster naar binnen keek men naar het Noorden, dan zag men hel en vlammend de lichtstreep van The Great White Way, zooals de Broadway wel door de New Yorkers genoemd wordt. Mr. Bryan, een jongeman met het gelaat van een professor, nam tegenover mij in een der crapauds plaats en legde mij het geval uit. „Dit is van nu af uw kamer. U kunt 't hier best uithouden, nietwaar Maar dat moet ook, want u bent verplicht zestien uur per dag in dit vertrek te vertoeven, wanneer uw aanwezigheid niet elders in het hotel gevraagd wordt. U weet reeds, dat u bij het Emergency corps bent ingedeeld, en dat beteekent in andere woorden ons geheim politie corps. U bent een van de twaalf heeren en dames, die in een rij kamers op deze étage wonen en altijd paraat moeten zijn, indien de omstandigheden zulks vereischen. Voor ons Emergency corps bestaan er geen geheimen. Natuurlijk zult u zoo goed als andere buitenstaanders weten, dat er in elk hotel somtijds belangrijke besprekingen gehouden worden, waarbij wij ons gewone personeel liever niet tegenwoordig willen doen zijn. In zulke gevallen moet u inspringen Het komt ook wel 'ns voor, dat de een of andere gast er den brui van geeft en zich een kogel door het hoofd jaagt, dan bent u de aangewezen man om z'n kamer van allé ongerechtigheden te zuiveren. Boven dien is het uw taak erop te letten, dat over dergelijke onverkwikkelijke incidenten niet gesmoesd wordt. Er gaat bijna geen dag voorbij, of het Emergency corps ziet zich genoodzaakt ergens in te grijpen." Mr. Bryan verhief zich en stapte naar een in den muur ingebouwde kast, die met kleeren gevuld was. „Hier vindt u een complete garderobe, kellners- frak, smoking, het voorgeschreven witte huisknech- tenpak, livrei, enz. Allemaal costuums, welke u onverwacht noodig kimt hebben. Past u dit huis- knechtenpak 'ns aan." Het stond me als aangegoten. „Prachtig," ging Mr. Bryan voort, „anders zouden wij u een ander nummer moeten geven. Deze gele telefoon is het huistoestel, de zwarte is voor directe gesprekken met de buitenwereld. Gaat u nu maar rustig slapen, als we u noodig hebben, bellen we wel. Vannacht hoeft u echter niet bang te zijn, dat we u zullen storen. Het eten zal in uw kamer opgediend worden, dat is voor ons tevens een verzekering dat u aanwezig bent. Nu, goeden nacht en wel te rusten. Oh, ja, voor 'k het vergeet uw salaris bedraagt 50 dollars per week, pension inbegrepen. Het geld ontvangt u van mij persoonlijk, want het „Emer gency corps" staat niet op de loonstaten van het hotel vermeld." Ik kon nauwelijks aan m'n geluk gelooven, toen ik mij eindelijk om drie uur in den morgen naar bed begaf. Indien m'n chef mij twee weken voor het ten uitvoer brengen zijner opdracht gunde, kon ik 100 dollars ter zijde leggen, want m'n salaris aan de krant 30 dollars per week bleef natuurlijk van kracht. En ik kon 't geld juist zoo goed gebruiken. Aan den anderen kant ontnam het donkere vooruitzicht, dat ik binnenkort misschien wel schoonmaakjuffrouw voor lafhartige zelfmoordenaars moest zijn, de kleur en charme aan m'n avontuur. Toen ik enkele uren later ontwaakte, voelde ik mij als een klein potentaatje de zon wierp een breede lichtstreep door het venster, een huisknecht bracht m'n ontbijt binnen, koffie, ham and eggs, havermout, een halve meloen, pannekoeken en een paar worstjes, een echt Amerikaanseh ontbijt, dat je maar niet zoo een-twee-drie naar binnen werkt en een bell-boy zorgde, dat het contact met de buitenwereld bewaard bleef door middel van een stapel kranten en een gesloten brief, die het geheim zinnige opschrift „strikt vertrouwelijk" voerde. Ik weet niet hoe 't met u gesteld is, maar ik geniet dan pas van m'n ontbijt, als ik er tegelijk wat ac- tueele lectuur aan kan vastknoopen. Mr. Bryan of misschien wel een mijner collega's had met rood potlood verscheidene artikelen in de ochtendbladen aangestippeld, waarschijnlijk met de bedoeling, dat ik ze zou gaan lezen. Ze hadden bijna allemaal betrekking op vooraanstaande lui, die in het reuzen- hotel gelogeerd waren. De reclame-chef van het hotel verstond z'n vak, dat mocht gezegd worden. Weliswaar werden de prominente gasten van de andere groote hotels ook genoemd, maar alleen „mijn hotel" was belang rijk genoeg om meer dan eens op de voorpagina's der ochtendbladen vermeld te worden. Eerst toen ik met het ontbijt en de kranten schoon schip gemaakt had, sneed ik den brief open. Hieraau ligt een beproefd principe ten grondslag, dat ik m'n lezers van harte wil aanbevelen, want waar de grootste schandalen en de meest wereldschokkende gebeurtenissen, die ons uiteraard geen zier aangaan, in staat zijn het genot van een bescheiden ontbijt aanzienlijk te verhoogen, kunnen eenige persoonlijke berichten, welke de ochtendpost brengt, ons vaak het beste eten vergallen. De brief bevatte slechts mijn taakverdeeling voor dezen dag en luidde heel laconiek „Nadere instruc ties in uw kamer afwachten." Nauwelijks had ik de ochtendbladen weer open geslagen en een sigaret opgestoken, of Mr. Bryan trad de kamer binnen en verstrekte mij de opdracht een zekere Madame Clairon in het oog te houden, die den vorigen avond met een geheelen zwerm dienstboden, secretaressen en reclame-chefs haar intrek genomen had om haar ongeëvenaarde presta ties als elegantste helderziende en schriftkundige ter wereld in klinkende dollars om te zetten. „U weet natuurlijk," eindigde Mr. Bryan met een veelzeggend lachje, „dat de gasten steeds gelijk hebben. Echter kunnen we niet gedoogen dat de reputatie van ons hotel gevaar loopt. De berichten in de couranten aangaande het oponthoud van deze wonderlijke dame in dit hotel zijn niet van mijn hureau afkomstig en moeten daarom door Madame Clairon zelf gelanceerd zijn. Mr. Carnegie heeft er reeds ernstig tegen geprotesteerd, dat wij aan zulke gasten onderdak durven verleenen hij houdt er niet Van, een bezienswaardigheid in een rariteiten kabinet te zijn. Wij hebben hem voor 't moment weten te sussen en Madame mag zooveel licht- geloovige New Yorkers bedotten als ze maar wil, wanneer 't slechts rustig en onopvallend geschiedt. We verstaan elkaar dus, u houdt haar voortdurend in de gaten en laat haar, zoo lang ze zich waardig

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 12