WSCHE
LANGS een gedeelte, van de Zuid-
Bevelaudsche wegen, waarlangs
de kersenboomgaarden liggen,
is alle rust weer verdwenen.
De „keesejongen" ratelt en trommelt,
dat liet een lust is, maar niet voor
het oor want de meest caeophonisclie
geluiden van rammelende blikken en
kletterende ratels, van heesch en bel
gekrijsck van stemmen moeten den
schrik onder de spreeuwen brengen.
Immers, de kersen zijn rijp en de
spreeuwen zijn gevreesde kersendieven.
Maar het lielsche lawaai, dat nu en
dan door den boomgaard rolt, blijkt
afdoende om de spreeuwen te weren.
En de kooper wordt er juist door
gelokt. Want reeds op grooten afstand
wordt hij door het geschreeuw op
merkzaam gemaakt op een aanwezigen
kersenboomgaard.
„Eet meer kersen," lezen we op de
dundoeken bij den ingang van den
boomgaard.
Dat durven we, bij het zien van de
hoeveelheden die zoo tusschendoor
onder de hoornen worden verorberd,
haast niet meer onderschrijven, uit
vrees, dat velen er zich op dit advies
een indigestie zouden eten. Want bij
kersen schijnt het nu eenmaal zoo te
gaan, dat je 'r onbepaalde hoeveel
heden van kunt verwerken tot je plots
voor een voldongen feit staat„Ik heb
er te veel van gegeten 1" Vooral van
die Zeeuwsche zwarte kersen, die er
dit jaar zoo ontelbaar veel zijn. De
kersenlief hebber kan dus zijn hart
hier nog eens ophalen.
Toch lijkt het ons, dat er voor een
bezoek aan de Zeeuwsche kersen-
boomgaarden lang niet genoeg reclame
wordt gemaakt. Wat zijn het niet een
keurige tochten langs Driewegen,
Oudelande, Kapelle, Wemeldinge en
Goes.
De onwelkome gast in den boomgaard
wordt krachtig geweerd. Oudelande
üe kersenpluk in de Zuid-Bevelandsche
boomgaarden is thans in vollen gang.
Driewegen)