s.
SSK^- J
De Betta is een goede vader, hoewel hij zich niet
ontziet zijn vrouw te tuchtigen en haar met
kwaadaardige steken en verscheurende tanden bij
de eieren vandaan te drijven. Om de een of' andere
reden meende de voorvaderlijke Betta, dat zijn
eieren niet als behoorlijk verzorgd konden worden
beschouwd, indien ze geen bijzondere plek hadden,
waar ze kunnen uitkomen. Hij volgde daarbij de
methode om net zoo lang luchtbellen te blazen tot
een schuimige massa was ontstaan, waardoor hij
aan mevrouw Betta aanleiding gaf om daaronder
kuit te schieten. Hij neemt hierop haar eieren in zijn
bek en werpt ze weer uit in deze schuimmassa.
waarna mevrouw Betta, indien ze tenminste haar
schubben lief heeft, moet maken, dat ze uit de buurt
komt.
Eenige dagen lang bewaakt het mannetje zijn nest
met de grootste zorgvuldigheid, zoekt afgedreven
eieren of hulpelooze jongen weer op en brengt ze op
hun plaats terug, totdat alle eieren zijn uitgekomen
en het kleine grut een uitgesproken neiging toont om
het oude verblijf te verlaten. Dan doet de vader zijn
best om de jongen zoo dicht mogelijk bij elkaar te
houden en wanneer dit hem te machtig wordt laat
hij ze verder aan hun lot over indien hij ze ten
minste niet verslindt.
Verscheidene van zijn soortgenooten overigens
lang niet zoo kleurrijk als hij volgen deze broed-
methode en hebben hierin zelfs nog verbetering
weten aan te brengen. In plaats van afgedreven
eieren na te zwemmen, houden zij deze in den bek,
totdat ze zijn uitgekomen en het aantal groeiende
jongen te groot wordt om onder het ouderlijk ver
hemelte te kunnen blijven.
Andere aquarium-visschen gingen eveneens tot
deze eigenaardige gewoonte over. Deze, de Cichlids,
een zoetwatervisch, dien men vindt in tropisch
Amerika, Afrika en Azië, zijn over het algemeen
mooie, maar twistzieke wezens. En al bekommeren
niet alle zich zoo over hun broedsel, de meeste
toonen toch een buitengewone zorg voor hun kroost.
Deze visschen hollen nesten uit, waarbij de twee
ouders eensgezind samenwerken, hoofdzakelijk met
het doel de broedruimte schoon te maken van steenen
eu neerslag van zand of grint. Ook de eieren worden
door een van hen onafgebroken zuiver gehouden.
JDij het gadeslaan van sommige visschen hebben
wij ons soms verwonderd over het, zij het ook
betrekkelijk, verstandelijk vermogen, dat aan deze
dieren werd geschonken. Het is namelijk niets onge
woons dat, indien het nest op een of andere manier
wordt bedreigd of verontrust, de visschen zich met
de eieren uit de voeten maken en deze zoo veilig
verbergen, dat het tot de onmogelijkheden behoort
om ze terug te vinden, zelfs in een klein aquarium.
Na het uitkomen wordt de geheele school door het
aquarium naar de voedingsplaatsen geleid en we
hebben ouders gezien, die bij hun kinderen bleven,
totdat deze volwassen waren en zelf kleintjes had
den. Het komt voor, dat zij hun kroost opeten en we
hebben steeds weer vastgesteld, dat in zulke geval
len verschijnselen optraden, die niet bevorderlijk
waren voor de gezondheid der visschen. Misschien,
dat de oude visch, in de overtuiging, dat het in deze
wereld ook niet alles is, meent goed te doen, door er
zijn kleintjes zoo spoedig mogelijk weer uit te helpen.
Terwijl er dus vele vischsoorten zijn, die er voor-
Rock-hinds deze vischjes
zijn zoo dicht met roode
stippen overdekt, dat de
vroegere Poitugeesche ma
trozen in West-lndië hen
Jacob Evertzens noemden,
naar een Nëderlandschen
Joods met een buitenge
woon pokdalig gezicht.
Schorpioenvisch, afkomstig uit Oost-lndië.
beeldige ouderinstincteii
op na houden, bestaan er
zeker evenveel of meer
die geen zier om hun
nakomelingschap geven.
Tot deze laatste moeten
de alomtegenwoordige
Guppy en zijn soortgenoo
ten worden gerekend. Dit
vischje is ongeveer 2%
cM. groot en toont een
verbazingwekkende ver
scheidenheid in kleur en
vorm tenminste de
mannetjes, die alle kleuren
van den regenboog dra
gen in grillige stippen,
strepen en vlekken. De
vrouwtjes, die iets groo-
ter zijn, toonen een matte
groenachtig-bruine tint.
Deze visschen vormen
groote families ongeveer tweehonderd jougen
per keer, die alle levend worden geboren en
gewoonlijk vanaf het oogenblik der geboorte zeer
hongerig blijken te zijn.
Vanzelfsprekend zouden wij nog talrijke interes
sante bijzonderheden over onze aquarinmvrienden
kunnen vertellen. Zoo is onlangs in een groot aqua
rium een vischsoort, de Slug, opgenomen, waarvan
Een vliegende visch, zoo
als men in den Indischen
Oceaan bij menigten ziet.
wordt verteld, dat het
menscheneters zijn. Men
beweert, dat ze in Brazilië
zwemmers in de rivieren
aanvallen. Hierbij dienen
we te bedenken, dat het
dier, gemeten van kop
tot staart, nauwelijks
4 c.M. haalt.
In 't grootste en modern
ste aquarium ter wereld
men schat de waarde
op ongeveer 3 millioen
dollars het eigendom
van 'n rijken inwoner van
Chicago, zitten 'n aantal
Rock-hinds. Deze zijn
zoo dicht met roode stippen overdekt, dat de vroe
gere I'ortugeesche matrozen in West-lndië hen
Jacob Evertzens noemden, naar een Xederlandschen
loods met een buitengewoon pokdalig gezicht.
Om vele redenen is de gewoonte om visschen te
houden, naast den schat van biologische kennis, die
daardoor werd opgedaan, in verschillende opzichten
van groote waarde geweest voor het algemeen
menschelijk streven. Het
levert een leger van verza
melaars en handelaars op.
Daarbij komt nog, dat
velen van deze kleine
wezens eereplaatsen in
nemen in wetenschappe
lijke laboratoria, waar de
geheimen van htm nede
rige bestaan aanduidingen
geven en opheldering ver
schaffen over het econo
mische en physieke leven
van vele soorten andere
dieren en zelfs van
den menscli.