De resultaten van een maandwerken: 11 karaten ongeslepen diamanten. Groote vondsten zijn maar zeer zeldzaam. claims. Sommige claims waren in vieren, andere zelfs in achten verdeeld. Vanaf het ontdekken der rijke diamantvelden heeft dit gedeelte van Afrika, zoowel in politiek als handelsopzicht, een groote aantrekkings kracht uitgeoefend. En geland annexeerde Trans vaal en Vrijstaat, waar door het tevens de dia mantvelden onder zijn zeggensmaoht kreeg. Heilige momenten uit den „diamend-rush"In de hand dragen de deel nemers ijzeren stavenvoor zien van hun naam en nummer, waarmee ze hun claim moeten afbakenen. Wanneer een boer op zijn grond diamanten vindt, mag hij voor zich zelf de beste claims afbakenen. De rest van zijn gebied moet hij vrijgeven voor een openbaren wedren, waaraan men bij inschrij ving kan deelnemen. Een regeeringsbeambte lost het schot voor den „diamond- rush". Het was op een dag in 1867, dat een Holland- sche hoer, Van Niekerk, hij een bezoek aan een vriend nabij de Oranje- Rivier, werd getroffen door den wonderbaar- lijken glans van een der steenen, waarmede de kinderen aan het knik keren waren. In de ver onderstelling, dat deze steen misschien waarde kon hebben, stuurde hij hem naar een handelaar die hem op zijn beurt doorgaf aan een delfstof - kundige. „Een diamant ter waarde van S 2.500," luidde de uitspraak. De gouverneur van de Kaap kocht den steen tegen dien prijs. Twee jaren gingen voorbij toen bracht een in- landsch toovenaar aan Van Niekerk een anderen, grooten, glanzenden steen, de man had hem als toovermiddel gebruikt. De Hollander gaf er den in boorling verschillende stuks vee voor en vond zelf een handelaar, die hem 55.000 betaalde voor wat bleek een 83 karaats diamant te zijn. Overigens was het voor dien handelaar evenmin een slecht zaakje, want hij verkocht den steen weer aan den rijken Lord Dudley voor het niet geringe bedrag van S 125.000. Hierbij moeten we er rekening mee houden, dat in dien tijd diamanten zeldzamer waren dan tegenwoordig. Deze tweede ontdekking had ten gevolge, dat er een rush werd ontketend naar de Oranje-Rivier en de Vaal. Binnen enkele maanden hadden niet min der dan tienduizend delvers hun tenten langs de rivieroevers opgeslagen. Maar ze verrichtten hun zwaren arbeid op de verkeerde plek. In den herfst van 1870 werd diamant gevonden rond den Dutoitspan-farm twintig mijlen verder Specu lanten haastten zich om al de farms in den omtrek op te koopen. Kort daarop bestormden duizenden delvers deze nieuwe farm-bezitters, die niet in staat waren de beschikking te houden over hun eigen dom en er onder de gegeven omstandigheden nog probeerden voor te maken wat er voor te maken was, door den delvers 30 vierkante voet claim te verhuren tegen S 2.50 per maand. In dezen warboel verscheen de man, die was voor bestemd orde te scheppen in den chaos, een ontzag lijken schat aan diamanten te verzamelen en den aldus verkregen rijkdom aan te wenden om te streven naar een Britsch-Afrikaanscli rijk, dat zich uit strekte van de Kaap tot aan Cairo. Bij zijn komst wekte hij niet den indruk van iemand, die zóó'n op den voorgrond tredende rol zou spelen de be deesde, magere 18-jarige jongeling, de zoon van een Engelschen geestelijke, die om gezondheidsredenen naar een katoen-plantage in de Umkomanzi-vallei was gestuurd. Hij vond daar geen vooruitzichten en trok naar de diamantvelden, per ossenwagen een reis van een maand. Zijn naam was Cecil Rhodes Het waren toen felbewogen dagen voor de del vers. Bij het aanbreken van den dag wriemelden 10.000 menschelijke wezens, blanken en gehuurde zwarten, op een stuk grond ter grootte van 180 yards bij 220 yards (ongeveer 170 M. bij 200 M.). Een 7 voet hreede weg, met den dag gevaarlijker om te begaan, omdat de afgravingen al dieper en dieper werden, vormde de eenige scheiding tusschen de

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 7