De avonden ja, die zijn werkelijk lang, dus draaien we plaatjes en voeten ons toestel is oud ja een blikken tingtang, maar hoor je de maat niet mooi toeten Wij vinden het heerlijk gaat u maar voorbij I Wat u hoort, is schaduw de zon hebben wij. E. STANS nd, wij spannen een tent, bij twee meter; •n, daar slapen wij in, maar hier beter; amele liefhebberij de zon hebben wij I regenen, regent het maar: we ifréér dan troost zat voor; kaartje, de koffie staat klaar, it geen droppeltje nat door; n hebben we drinkwater vrij chaduw, de zon is er bij! Soms worden we moe, maar het deert ons geen zier: we rusten op grasgroene veeren we rekken ons flink dat is thuis geen manier, maar 't ergert geen mensch bij 't kampeeren en in je verveling pas kom je goed bij kijkt u naar de schaduw de zon hebben wij

Tijdschriftenbank Zeeland

Ons Zeeland / Zeeuwsche editie | 1935 | | pagina 21