De avonden ja, die zijn werkelijk lang,
dus draaien we plaatjes en voeten
ons toestel is oud ja een blikken tingtang,
maar hoor je de maat niet mooi toeten
Wij vinden het heerlijk gaat u maar voorbij I
Wat u hoort, is schaduw de zon hebben wij. E. STANS
nd, wij spannen een tent,
bij twee meter;
•n, daar slapen wij in,
maar hier beter;
amele liefhebberij
de zon hebben wij I
regenen, regent het maar:
we ifréér dan troost zat voor;
kaartje, de koffie staat klaar,
it geen droppeltje nat door;
n hebben we drinkwater vrij
chaduw, de zon is er bij!
Soms worden we moe, maar het deert ons geen zier:
we rusten op grasgroene veeren
we rekken ons flink dat is thuis geen manier,
maar 't ergert geen mensch bij 't kampeeren
en in je verveling pas kom je goed bij
kijkt u naar de schaduw de zon hebben wij